Cette leçon contient 16 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 15 min
Éléments de cette leçon
Herhaling
Slide 1 - Diapositive
Deel 1: BINAS
BINAS 89A en C
Slide 2 - Diapositive
Waar staat TSH voor?
Slide 3 - Question ouverte
Noem een hormoon dat de hypofysevoorkwab maakt.
Slide 4 - Question ouverte
Waar wordt EPO gemaakt?
Slide 5 - Question ouverte
Noem een hormoon dat de melksecretie stimuleert (oftewel: de afgifte van melk door de melkklieren in de borst)
Slide 6 - Question ouverte
Wat is het effect van T3 (tri joodthyronine) op de hypothalamus?
Slide 7 - Question ouverte
Deel 2: herhaling inclusief BINAS
Slide 8 - Diapositive
Een endocriene klier geeft het gemaakte product af aan het bloed. Welk van de onderstaande klieren is NIET een endocriene klier en dus wel een exocriene klier?
A
Speekselklier
B
Alvleesklier
C
Hypofyse
D
Testis
Slide 9 - Quiz
Een endocriene klier geeft het gemaakte product af aan het bloed. Welk van de onderstaande klieren is NIET een endocriene klier en dus wel een exocriene klier?
A
Eierstok
B
Bijnier
C
Maagsapklier
D
Schildklier
Slide 10 - Quiz
Wat is de volledige naam van ACTH?
A
Adenosine trifosfaat hormoon
B
Adrenocorticotroop hormoon
C
Androgeen geslachtshormoon
D
Aldosteron
Slide 11 - Quiz
Wat is het effect van cortisol op de CRH productie door de hypothalamus?
A
CRH wordt meer gemaakt als gevolg van cortisol aanwezighed
B
CRH wordt minder gemaakt als gevolg van cortisol aanwezighed
Slide 12 - Quiz
Wat is het effect van CRH op de ACTH productie door de hypofyse?
A
ACTH wordt meer gemaakt als gevolg van CRH aanwezighed
B
ACTH wordt minder gemaakt als gevolg van CRH aanwezighed
Slide 13 - Quiz
Wat is het effect van ACTH op de cortisol productie door de bijnierschors?
A
Cortisol wordt meer gemaakt als gevolg van ACTH aanwezighed
B
Cortisol wordt minder gemaakt als gevolg van ACTH aanwezighed
Slide 14 - Quiz
Is dit een voorbeeld van negatieve of positieve terugkoppeling?
A
Negatieve
B
Positieve
Slide 15 - Quiz
Leg uit hoe het kan dat cortisolproductie uiteindelijk voor de remming van cortisolproductie zorgt.