Meervoudsvormen maken

1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Heute: Freitag den 9. Mai
Grammatik Plural besprechen 
Aufgaben machen

Slide 2 - Diapositive

Wat waren ook alweer de lidwoorden bij de geslachten mannelijk, onzijdig en vrouwelijk?

Slide 3 - Question ouverte

Waar denk je aan bij het meervoud?

Slide 4 - Carte mentale

Wat zou het lidwoord zijn bij het meervoud?

Slide 5 - Question ouverte

Mannelijke woorden (der) krijgen in het meervoud een umlaut+e

Slide 6 - Diapositive

Geef het meervoud van 'der Ball'
A
die Balle
B
die Bällen
C
die Bälle
D
die Ballen

Slide 7 - Quiz

Vrouwelijke woorden (die) krijgen in het meervoud een extra (e)n 

Slide 8 - Diapositive

Schrijf de meervoudsvorm op van 'die Straße'

Slide 9 - Question ouverte

Onzijdige woorden (das) krijgen in het meervoud een extra 'e'

Slide 10 - Diapositive

Schrijf de meervoudsvorm op van 'das Heft'

Slide 11 - Question ouverte

Mannelijke en onzijdige woorden die eindigen op -el, -en, -er blijven in het meervoud meestal onveranderd

Slide 12 - Diapositive

Schrijf de meervoudsvorm op van 'der Lehrer'

Slide 13 - Question ouverte

Woorden die eindigen op -a, -i, -o, -y krijgen in het meervoud +s

Slide 14 - Diapositive

Schrijf de meervoudsvorm op van 'das Auto'

Slide 15 - Question ouverte

Wat weet je al van het Duits? Welk geslacht krijgt in het MV een -e (en mogelijk umlaut)?

Slide 16 - Carte mentale

Wat weet je al van het Duits? Welk geslacht krijgt in het MV een -n, -en of -nen?

Slide 17 - Carte mentale

Wat weet je al van het Duits? Welk geslacht krijgt in het MV een -e?

Slide 18 - Carte mentale

Wat weet je al van het Duits? Van gebeurt er met woorden in het mv die in het ev op -en, -el, -er eindigen?

Slide 19 - Carte mentale

Het meervoud bij het mannelijk geslacht 
Regel: woord + e (+ mogelijk een umlaut)
Alleen de a, o, u, au kunnen een umlaut krijgen! (bij  het mannelijk geslacht)
voorbeelden:                                                     



Uitzondering! 
Woorden in het ev op -en, -el, -er krijgen geen uitgang bij het mv!
Voorbeeld:


der Sohn
die Söhne
der Baum
die Bäume
der Tisch
die Tische
der Wagen
die Wagen

Slide 20 - Diapositive

Het meervoud bij het vrouwelijke geslacht
Hoofdregel: woord + -n, -en, -nen
Voorbeelden:                                
die Schule
die Schulen
die Frau
die Frauen
die Löwin
die Löwinnen

Slide 21 - Diapositive

Het meervoud bij onzijdige woorden
Regel: woord + e
Voorbeeld:                                   
Uitzondering! Woorden die eindigen op -en, el, -er krijgen geen uitgang bij het mv. 
das ZImmer
die Zimmer

Slide 22 - Diapositive

Aufgaben
Ihr macht jetzt H1.2 Aufgabe 18
opzoeken informatie over het leesboekje Krabat

Slide 23 - Diapositive