Monate und Uhrzeit

Die Wochentage und die Uhrzeit  
1 / 32
suivant
Slide 1: Diapositive
DuitsMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 1,2

Cette leçon contient 32 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Die Wochentage und die Uhrzeit  

Slide 1 - Diapositive

HERZLICH WILLKOMMEN!
  • Vandaag maak je kennis met de dagen van de week (Wochentage) en  de kloktijden (Uhrzeit) in het Duits.
  • Viel Spaß! 

Slide 2 - Diapositive

Welche Wochentage kennst du schon (=al) auf Deutsch?

Slide 3 - Question ouverte

Die Wochentage

Slide 4 - Diapositive

Even oefenen:
sleep de juiste dagen bij elkaar!
Maandag
Dinsdag
Woensdag
Donderdag
Vrijdag
Zaterdag
Zondag
Montag
Dienstag
Mittwoch
Donnerstag
Freitag
Samstag
Sonntag

Slide 5 - Question de remorquage

Welche Zahlen von 1-12 kennst du schon (=al) auf Deutsch?

Slide 6 - Question ouverte

Wie spät ist es? 

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

de kloktijden

Slide 9 - Diapositive

Wichtige Wörter:


ein Uhr = een uur
eine Stunde = een lesuur
 eine Viertelstunde = een kwartier
eine halbe Stunde = een half uur
ein Viertel = een kwart
halb = half
vor = voor
nach = over

Slide 10 - Diapositive

Even oefenen:
Viertel vor elf
Viertel vor acht
Viertel nach drei
Viertel nach fünf
halb elf
Viertel vor fünf

Slide 11 - Question de remorquage

Wie spät ist es?

A
Es ist fünf nach zwei.
B
Es ist fünf Uhr.
C
Es ist Viertel vor zwei.

Slide 12 - Quiz

Wie spät ist es?

A
Es ist zehn Uhr.
B
Es ist halb sechs.
C
Es ist Viertel vor sieben.

Slide 13 - Quiz

Wie spät ist es?

A
Es ist neun Uhr .
B
Es ist fünf vor halb zehn.
C
Es ist halb eins.

Slide 14 - Quiz

Puzzel
  • Er volgt nu een digipuzzel
  • Leg het juiste klokje op de juiste beschrijving.

Viel Spaß

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Lien

Quiz!
Wat heb je onthouden van de dagen van de week en van de kloktijden in het Duits?

Slide 17 - Diapositive

Zondag

Slide 18 - Question ouverte

Woensdag

Slide 19 - Question ouverte

Vrijdag

Slide 20 - Question ouverte


Slide 21 - Question ouverte


Slide 22 - Question ouverte


Slide 23 - Question ouverte


Slide 24 - Question ouverte

Opdracht
  • Beschrijf nu eens hoe laat je elke dag op school moet zijn. Ik noem een dag en jullie vullen aan in het Duits.
  • Schrijf elke zin als volgt op:  
  • Am (op) ........ bin ich  um (om) ......... Uhr in der Schule.

voorbeeld: Am Dinstag bin ich um neun Uhr in der Schule

Slide 25 - Diapositive

Hast du noch Fragen?

Slide 26 - Question ouverte

Kleines Quizz

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

In dit lied gaat het erom dat ...
A
Geen van beide Frans spreekt
B
Ze elkaar leuk vinden, hoewel ze niet dezelfde taal spreken
C
Ze elkaar niet mogen, omdat ze niet dezelfde taal spreken

Slide 29 - Quiz

Slide 30 - Vidéo

Schni Schna Schnappi ist ein …
A
schnelles Känguru
B
kleines Krokodil
C
fröhliches Schwein

Slide 31 - Quiz

Wat kun je nu
Dagen van de week
kloktijden

Slide 32 - Diapositive