H3 Grammatica - wederkerend en wederkering vnw (havo) & de woordsoort van 'wat' (vwo)

1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

timer
15:00

Slide 2 - Diapositive

Wat is de planning?
15 minuten lezen
Uitleg over wederkerende en wederkerige voornaamwoorden
Uitleg over de woordsoort van 'wat'
Aan de slag

Slide 3 - Diapositive

Wederkerend en wederkerig
Wederkerende voornaamwoorden zijn woorden die 'wederkeren' in de zin.

Ik vergis me, jij wast je, wij ergeren ons
De werkwoorden vergissen, wassen en ergeren zijn wederkerende werkwoorden

Het wederkering voornaamwoord is er maar 1 in Nederland: ELKAAR

Slide 4 - Diapositive

Wederkerend werkwoord: 2 soorten
Verplicht wederkerend werkwoord
Vergissen, schamen
Bij een verplicht wederkerend werkwoord kan je dit alleen bij jezelf doen
'Ik vergis me' en niet 'ik vergis jou' 

Toevallig wederkerend werkwoord
bezeren, amuseren, scheren
Bij een toevallig wederkerend werkwoord kan je dit ook aan iemand anders doen.
'Ik bezeer me', maar ook 'ik bezeer mijn vriend'

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Lien

De woordsoort van 'wat'
  1. Vragend voornaamwoord - 'Wat heb jij daar?'
  2. Betrekkelijk voornaamwoord - 'Tegenwoordig kun je bijna alles wat je niet weet, op internet vinden.'
  3. Betrekkelijk voornaamwoord m.i.a. - 'Wat Liliane je vandaag over mij verteld heeft, moet je niet geloven, hoor.'
  4. Onbepaald voornaamwoord - 'Heb je nog wat (= iets) moois gekocht toen je in Zuid-Afrika was'
  5. Onbepaald hoofdtelwoord - Heb je wat drinken overgelaten voor ons?

Slide 7 - Diapositive

De woordsoort van 'wat'
Wat is ‘wat’ voor woordsoort in de zin ‘Vertel ons eens wat over wat je met die wat hebt schoongemaakt'

Keuze uit: Vr.vnw, zn, betr.vnw.mia. onbp.vnw

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Lien

Slide 10 - Diapositive

NU
H3 Grammatica

Havo: wederkerend en wederkerig voornaamwoord
Startopdracht + 1a,b,c,d, 2, 4 t/m 7

Vwo: de woordsoort van wat
1 t/m 3, 5, 6, 8

Slide 11 - Diapositive