Het hart van Rotterdam Jules Deelder

1 / 25
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 25 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Jules Deelder
  • Het accent en de dictie van Deelder waren uitgesproken Rotterdams. Zijn spraak kan volgens taalkundigen gelden als typerend voor het Rotterdamse dialect en dat geldt ook voor een deel van zijn woordkeus. 
  • Deelder gebruikte daarnaast veelal korte zinnen, doorspekt met Engelse termen en woorden uit de wereld van de popmuziek.
  • Hij wordt gerekend tot de performance poets of popdichters en hij sluit daarmee aan bij de beatgeneration.

  • Regelmatig terugkerende thema's in zijn werk zijn Rotterdam, drugs, jazz, de Tweede Wereldoorlog en het Derde Rijk. Veel van zijn werk is absurdistisch.


Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Diapositive

Het hart van Rotterdam
De verwoeste stad is volgens Ossip Zadkine ontstaan toen hij in 1946 met de trein het door oorlogsgeweld gehavende Rotterdam binnenreed. Het is in zijn eigen woorden: ‘Een kreet van afschuw tegen de onmenselijke wreedheid van deze beulsdaad’.

Slide 5 - Diapositive

Het hart van Rotterdam
De verwoeste stad is hét symbool voor het gebombardeerde stadshart van Rotterdam geworden en tevens een van de bekendste oorlogsmonumenten van West-Europa.

Slide 6 - Diapositive

Het hart van Rotterdam

Slide 7 - Diapositive

1. Hoeveel strofen heeft het gedicht? Welke benaming hoort er bij?

Slide 8 - Diapositive

1. Hoeveel strofen heeft het gedicht? Welke benaming hoort er bij?
Zes strofen (6x distichon)

Slide 9 - Diapositive

2. Is er sprake van een sonnet? Leg je antwoord uit.

Slide 10 - Diapositive

2. Is er sprake van een sonnet? Leg je antwoord uit.
Er is geen sprake van een sonnet. Dit gedicht heeft 12 regels (geen 14), bestaat uit zes distichons i.p.v. twee kwatrijnen en twee terzines.

Slide 11 - Diapositive

3. Heeft het gedicht eindrijm? Zo ja, wat is het rijmschema?

Slide 12 - Diapositive

3. Heeft het gedicht eindrijm? Zo ja, wat is het rijmschema?

Slide 13 - Diapositive

4. Is er sprake van alliteratie en assonantie? Geef van beide twee voorbeelden.

Slide 14 - Diapositive

4. Is er sprake van alliteratie en assonantie? Geef van beide twee voorbeelden.

Slide 15 - Diapositive

5. Zijn er stijlfiguren gebruikt? Zo ja, welke? Noem er minstens twee.

Slide 16 - Diapositive

5. Zijn er stijlfiguren gebruikt? Zo ja, welke? Noem er minstens twee.

Slide 17 - Diapositive

6. Is er beeldspraak gebruikt? Zo ja, welke en wat is de betekenis? Noem er minstens twee.

Slide 18 - Diapositive

6. Is er beeldspraak gebruikt? Zo ja, welke en wat is de betekenis? Noem er minstens twee.

Slide 19 - Diapositive

7. Is er sprake van enjambement? Zo ja, in welke regels(?)

Slide 20 - Diapositive

7. Is er sprake van enjambement? Zo ja, in welke regels(?)

Slide 21 - Diapositive

8. Wat is de betekenis van dit gedicht? Leg uit per regel/strofe.

Slide 22 - Diapositive

8. Wat is de betekenis van dit gedicht? Leg uit per regel/strofe.
  • Strofe 1: Het centrum van Rotterdam is in de 2e wo gebombardeerd en vernietigd. Na de oorlog hebben ze de stad weer opgebouwd.

  •  Strofe 2: Het centrum van Rotterdam is vol leven, ook een oorlog houdt dit nu niet tegen.


Slide 23 - Diapositive

8. Wat is de betekenis van dit gedicht? Leg uit per regel/strofe.
  •  Strofe 3: Rotterdam is belangrijk voor heel Nederland, een handelsstad, een havenstad via de haven komen producten e.d. bij iedereen thuis.

  •  Strofe 4: Rotterdam is zo belangrijk, dat Rotterdam ook het middelpunt is van het Heelal (niets kan aan Rotterdam tippen).


Slide 24 - Diapositive

8. Wat is de betekenis van dit gedicht? Leg uit per regel/strofe.
  •  Strofe 5: het kunsthart refereert aan het beeld Zadkine

  •  Strofe 6: Rotterdam is niet achtergebleven maar gaat met z’n tijd mee, voor het bombardement was Rotterdam dat ook, de harde kern, de echte Rotterdammer is een harde werker die krijg je niet omver.


Slide 25 - Diapositive