Hoofdstuk 2.2 Warmte en temperatuur

Hoofdstuk 2: Warmte
§ 2: Warmte en temperatuur
1 / 11
suivant
Slide 1: Diapositive
Natuurkunde / ScheikundeMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

Cette leçon contient 11 diapositives, avec diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 2: Warmte
§ 2: Warmte en temperatuur

Slide 1 - Diapositive

Vorige les
  • Verbrandingswarmte
  • Volledige en onvolledige verbranding
  • Gasbrander

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
  • Warmtebronnen
  • Rekenen met warmte en energie

Slide 3 - Diapositive

Warmtebronnen
Dompelaar

Elektrische kookplaat
Waterkoker

Slide 4 - Diapositive

Formule:
E=Pt
Elektrische energie berekenen
E = elektrische energie (in Joule)

P = vermogen (in Watt)

t = tijd (in seconde)

Slide 5 - Diapositive

Elektrische warmtebronnen
Elektrische energie (E) wordt volledig omgezet in warmte (Q)
X
E = Q
E=Q=Pt

Slide 6 - Diapositive

Rekenvoorbeeld
Een waterkoker (800 W) doet er 1,5 minuut over om  200 mL water aan de kook te brengen.
Bereken hoeveel warmte de waterkoker in die tijd heeft geleverd.
Bekend
Wat weten we?
P = 800 W
t = 1,5 min = 90 seconde
Q = E = P x t
Berekenen
Q = E = P x t
           = 800 Watt x 90 seconde
           = 72 000 J
Q = E = 72 kJ

Slide 7 - Diapositive

Oefenen
  • Maak opdracht  15 (blz. 36 van je werkboek)
  • 2 minuten 
  • Zachtjes overleggen met je buurman/buurvrouw
timer
2:00
7,5 minuut = 450 seconden
Q = P x t
Q = 2400 x 450
Q = 1 080 000 J
    = 1 080 kJ

Slide 8 - Diapositive

Vermogen berekenen

P = U x I

P = Vermogen in W
U = Spanning in V
I = Stroomsterkte in A

Slide 9 - Diapositive

Rekenvoorbeeld
Een waterkoker doet er 3 minuten over om 450 mL water aan de kook te brengen. De waterkoker is aangesloten op het lichtnet en er loopt een stroom van 3,5 A tijdens het verwarmen 

Bereken hoeveel warmte de waterkoker in die tijd heeft geleverd.
Bekend
Wat weten we?
P = U x I
Q = E = P x t
U = 230 V
I = 3,5 A
t = 3 min = 180 seconde
Berekenen
P = U x I
    = 230 V x 3,5 A
    = 805 W

Q = E = P x t
           = 805 W x 180 seconde
           = 144 900 J
           = 145 kJ

Slide 10 - Diapositive

Aan de slag 
  • Lees hoofdstuk 2.2 
  • Maak opdracht: 20 t/m 24,26,29,30

Slide 11 - Diapositive