D5 Les 2

E


Vak: Rekenen mbo niveau 4
Blok 3 les 6
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
RekenenMBOStudiejaar 1-4

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 120 min

Éléments de cette leçon

E


Vak: Rekenen mbo niveau 4
Blok 3 les 6

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions



Hoofdstuk 5 Omgaan met kwantitatieve informatie
Examentraining


Domein 1
Toets 1
Domein 2
Toets 2
Domein 3
Toets 3
Domein 4
   Toets 4
 Domein 5
Examen

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Lezen H1


Groep: PBSD 

Vak: Nederlands blok 1

Docent: mevrouw K. van Zaalen

Wat gaan we doen?
Starten
Opstarten van de les
Kennis toetsen
Start en uitleg online examentraining
Afronden
Beantwoorden van individuele vragen
Les 1
Les 2
Les 3
Les 4
Les 5
Les 6
Les 7
Les 8
Les 9
Les 10
P4.1 + 4.2
P4.3 + 4.4
P4.5 + GO
OEFEN-
EXAMEN I
EXAMEN
TRAINING
EXAMEN
TRAINING
EXAMEN
TRAINING
OEFEN-
EXAMEN II
EXAMEN
 EXAMEN
Het examen is op 9 en 10 juli!

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Wat doen we bij de online examentraining?
Bij de examentraining behandelen we de lesstof van domein 5
én oefenen we drie weken intensief met examenopdrachten.
We bereiden de opdrachten stap voor stap voor en we 
kijken ze als een examinator na.


Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

              
Opdracht 1 
Dana eet iedere dag een kom magere yoghurt
met een kiwi. Die leveren samen 120 kcal.
Ze voegt aan haar ontbijt ook 130 gram
cruesli toe.

Wat is de voedingswaarde van 130 gram 
cruesli?
timer
3:00

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions






Wat is de voedingswaarde van 130 gram cruesli?
A
284,7 kcal
B
438 kcal
C
520 kcal
D
569,4 kcal

Slide 6 - Quiz

D [1p]

Lees aantal kcal van cruesli af
50 gram cruesli = 219 kcal

Bereken aantal kcal bij 1 gram
219 : 50 = 4,38 kcal

Bereken aantal kcal bij 130 gram
4,38 x 130 = 569,4 

Opdracht 2
Nordin eet ook iedere dag een kom magere
yoghurt met een kiwi. Die leveren 120 kcal.
Hij voegt aan zijn ontbijt 130 gram muesli toe. 

Bereken het verschil in calorieën tussen het
ontbijt van Dana en dat van Nordin. Rond
je antwoord af op een heel getal.
timer
5:00

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions




Bereken het verschil in calorieën tussen het ontbijt van
Dana en dat van Nordin. Rond af op een heel getal.

Slide 8 - Question ouverte

Bereken de kcal van Dana´s ontbijt
219 : 50 x 130 = 569,4 kcal
569,4 + 120 = 689,4 kcal [1p]

Bereken de kcal van Nordins ontbijt
128,5 : 50 x 130 = 334,1 kcal
334,1 + 120 = 454,1 kcal [1p]

Bereken het verschil
689,4 - 454,1 = 235,3 kcal [1p]

Rond af op een heel getal
235,3 kcal = 235 kcal [1p]
timer
5:00
Pauze

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Opdracht 3
Bij de versnelde opleiding tot sociaal werker is een onderzoek
gedaan naar de studenttevredenheid. Op de opleiding zitten in
totaal 400 studenten verdeeld over vier gebouwen. Een deel
van die studenten heeft een vragenlijst ingevuld.

Hoeveel studenten uit gebouw B hebben de vragenlijst
ingevuld? 
timer
5:00

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions






Hoeveel studenten uit gebouw B hebben de vragenlijst ingevuld?
A
42 studenten
B
44 studenten
C
46 studenten
D
48 studenten

Slide 11 - Quiz

A [1p]

Bereken aantal studenten gebouw B
400 : 100 x 12 = 48 studenten

Bereken aantal studenten dat de vragenlijst heeft ingevuld
48 : 8 x 7 = 42 studenten 

Opdracht 4
Op de opleiding zitten in totaal 400 studenten verdeeld over
vier gebouwen. De onderwijsmanager van gebouw A heeft
als doel dat 75% van haar studenten de vragenlijst invult.

Bereken hoeveel studenten de vragenlijst nog moeten
invullen om dat doel te bereiken.
timer
5:00

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions




Bereken hoeveel studenten de vragenlijst nog moeten invullen om dat doel te bereiken.

Slide 13 - Question ouverte

Bepaal totaal aantal studenten
400 : 100 x 30 = 120 studenten [1p]

Bereken 75% van totaal aantal
120 : 100 x 75 = 90 studenten [1p]

Bereken huidig aantal invullers
120 : 5 x 3 = 72 studenten [1p]

Bereken benodigd aantal
90 - 72 = 18 studenten [1p]
timer
5:00
Pauze

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Opdracht 5
Tijdens een reis door Amerika gaat Mo bungeejumpen.
De afstand van zijn val wordt berekend in feet. Een foot
is 0,3048 meter.

Hoeveel meter valt Mo in een minuut?

timer
5:00

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions






Hoeveel meter valt Mo in een minuut?
Rekenkaart
https://view.publitas.com/bureau-ice/toa-rekenkaart/page/1
A
70 meter per minuut
B
21,336 meter per minuut
C
1280,16 meter per minuut
D
76809,6 meter per minuut

Slide 16 - Quiz

C [1p]

Bereken het aantal feet/sec.
350 : 5 = 70 ft/sec.

Reken om naar meter/sec.
70 x 0,3048 = 21,336 m/sec.

Reken om naar meter/min.
21,336 x 60 = 1280,16 m/min.


Opdracht 6
Tijdens een reis door Amerika gaat Mo bungeejumpen.
De afstand van zijn val wordt berekend in feet. Een foot
is 0,3048 meter.

Bereken de snelheid in kilometer per uur waarmee
Mo naar beneden valt. Rond je antwoord af op
een heel getal.
timer
5:00

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions




Bereken de snelheid in kilometer per uur waarmee Mo naar beneden valt. Rond je antwoord af op een heel getal.


Rekenkaart
https://view.publitas.com/bureau-ice/toa-rekenkaart/page/1

Slide 18 - Question ouverte

Bereken de snelheid in ft/sec
350 : 5 = 70 feet/sec

Bereken de snelheid in ft/u
70 × 3600 252000 ft/u [1p]

Reken om naar naar m/u 
252000 x 0,3048 = 76809,6 m/u [1p]

Reken om naar km/u
76809,6 : 1000 = 76,8096 [1p] 

Rond af op een heel getal
76,8096 = 77 km per uur [1p]
timer
5:00
Pauze

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Opdracht 7
Bij de supermarkt kan je kiezen uit drie merken
antikalk. Mural is een geconcentreerd middel. Je
hebt er per schoonmaakbeurt 12 ml van nodig.
Bij Slim en Wegkal is dat 16 ml.

Bereken met welk merk je per verpakking de
meeste schoonmaakbeurten kan geven.
Rond je antwoord af op een heel getal.
timer
5:00

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions



Bereken met welk merk je per verpakking de meeste
schoonmaakbeurten kan geven. Rond je antwoord af
op een heel getal.

Slide 21 - Question ouverte

Bereken aantal beurten Mural
500 : 12 = 41,6... = 42 beurten [1p]

Bereken aantal beurten Slim
650 : 16 = 40,6... = 41 beurten [1p]

Bereken aantal beurten Wegkal
750 : 16 = 46,8... = 47 beurten [1p]

Trek een conclusie
Met Wegkal kan je de meeste beurten geven. [1p] 

Opdracht 8
Bij de supermarkt kan je kiezen uit drie merken
antikalk. 

Welk antikalkmiddel is het goedkoopste per 
schoonmaakbeurt? Rond je antwoord af
op twee decimalen.
timer
5:00

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions



Welk antikalkmiddel is het goedkoopste per
schoonmaakbeurt? Rond je antwoord af
op twee decimalen.

Slide 23 - Question ouverte

Bereken kosten per beurt Mural
2,19 : 42 = 0,052... = 0,05 per beurt [1p]

Bereken kosten per beurt Slim
2,78 : 41 = 0,067... = 0,07 per beurt [1p]

Bereken kosten per beurt Wegkal
2,99 : 47 =0,063... = 0,06 per beurt [1p]

Beantwoord de vraag
Mural is het goedkoopste. [1p]
timer
5:00
Pauze

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Opdracht 9
Lisa rijdt momenteel in een benzineauto die
gemiddeld 7,5 liter brandstof per 100 km verbruikt.
Ze overweegt de aanschaf van een hybride auto.

Met hoeveel procent daalt het brandstofverbruik
als Lisa overstapt van haar huidige auto naar
de hybride auto?

timer
5:00

Slide 25 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions





Met hoeveel procent daalt het brandstofverbruik als Lisa overstapt van haar huidige auto naar de hybride auto?
A
30%
B
33%
C
40%
D
43%

Slide 26 - Quiz

C [1p]

Bereken de daling in gebruik
7,5 - 4,5 = 3 liter

Bereken 1% van het huidige gebruik
7,5 : 100 = 0,075

Bereken de daling in procenten
3 : 0,075 = 40%

Opdracht 10
Lisa rijdt per jaar 15.000 kilometer rijdt.

Bereken hoeveel liter brandstof ze jaarlijks bespaart 
als ze zou overstappen naar de hybride auto.

timer
5:00

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions




Bereken hoeveel liter brandstof ze jaarlijks bespaart als ze zou overstappen naar de hybride auto.

Slide 28 - Question ouverte

Bereken 1% van jaarlijks verbruik
15000 ÷ 100 = 150 liter [1p]

Bereken jaarlijks verbruik oude auto
150 × 7,5 1125 liter [1p]

Bereken jaarlijks verbruik nieuwe auto
150 × 4,5 675 liter [1p]

Bereken besparing
1125 − 675 450 liter [1p]
timer
5:00
Pauze

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions


Heb je nog vragen of opmerkingen?
Stel die dan NU!

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions