Cette leçon contient 17 diapositives, avec diapositives de texte.
Éléments de cette leçon
Lunes 26 de mayo
Slide 1 - Diapositive
¿Qué vamos a hacer hoy?
Vamos a practicar con los verbos regulares terminados en -ER
Oefenen met de regelmatige werkwoorden eindigend op -ER
Ik leer in deze les: - de regelmatige werkwoorden eindigend op -ER
te vervoegen in de tegenwoordige tijd
Slide 2 - Diapositive
¿Qué vamos a hacer?
Uitleg over de vervoeging van de werkwoorden eindigend op -ER
Welke werkwoorden kennen jullie nog?
Oefening 1: werkblad met werkwoorden eindigend op -ER Oefening 2: werkwoorden vervoegen en zinnen completeren Oefening 3: BINGO
Slide 3 - Diapositive
Los verbos regulares - ER
Welke Spaanse werkwoorden eindigend op -ER kennen jullie nog?
Schrijf er minimaal 3 op een Post-It, inclusief de Nederlandse vertaling, en plak deze op het bord.
Tijd: 3 minuten
timer
5:00
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Diapositive
Stappenplan
Hoe vervoeg je een regelmatig werkwoord
eindigend op -ER?
Slide 6 - Diapositive
STAP 1: start met de STAM
Ejemplo /voorbeeld: COMER (eten):
je haalt de laatste 2 letters van het werkwoord weg: -ER
Je houdt dan de STAM van het werkwoord over: COM
Slide 7 - Diapositive
STAP 2: plak de uitgang erachter
COMER
yo
como
tú
comes
él/ella/usted
come
nosotros/nosotras
comemos
vosotros/vosotras
coméis
ellos/ellas/ustedes
comen
Slide 8 - Diapositive
Wat is de STAM van deze werkwoorden?
Beber
Vender
Aprender
Leer
Correr
Slide 9 - Diapositive
¡Vamos a practicar!
Vertaal de 25 werkwoorden op het werkblad: 1) begin met de werkwoorden die je al kent 2) zoek de rest op met Google, vertaalapp (bijv. DeepL)
Zelfstandig, in stilte Tijd: 10 minuten
timer
10:00
Slide 10 - Diapositive
1. Aprender – leren
2. Beber – drinken
3. Comer – eten
4. Correr – rennen
5. Creer – geloven
6. Deber – moeten / verschuldigd zijn
7. Leer – lezen
8. Prometer – beloven
9. Romper – breken
10. Vender – verkopen
11. Comprender – begrijpen
12. Nacer – geboren worden
13. Poseer – bezitten
14. Temer – vrezen
15. Barrer – vegen
16. Responder – antwoorden
17. Meter – stoppen (in iets)
18. Encender – aansteken
19. Morder – bijten
20. Ofrecer – aanbieden
21. Perder – verliezen
22. Saber – weten
23. Sorprender – verrassen
24. Escoger - kiezen
25. Volver – terugkeren
Slide 11 - Diapositive
timer
10:00
Slide 12 - Diapositive
¡Jugamos BINGO!
Uitleg: op de bingokaarten staan 20 vervoegingen van 9 werkwoorden eindigend op -er: Leer / Comer / Correr / Vender / Beber / Aprender
Prometer / Comprender / Romper
15 minuten
Slide 13 - Diapositive
¡Jugamos BINGO!
Uitleg: Docent leest het hele werkwoord en
de persoonsvorm op. Bijv.: comer - ella
Je vervoegt volgens het stappenplan: 1) Stam = COM + 2) vervoeging ella = E Het antwoord = COME.
Als deze op je bingokaart staat: markeer/omcirkel Heb je een rijtje horizontaal vol: roep BINGO
COMER
yo
como
tú
comes
él/ella
come
nosotros
comemos
vosotros
coméis
ellos/ellas
comen
timer
15:00
Slide 14 - Diapositive
Evaluación
¿Qué has aprendido hoy?
Wat heb je geleerd vandaag?
Slide 15 - Diapositive
¿Preguntas? Vragen?
Vervoeging van de regelmatige werkwoorden eindigend op -ER: Stappenplan. Stap 1: maak de stam en stap 2: plak vervoeging erachter como comes come comemos coméis