Lezen

• Nederlands
• Praktijkonderwijs
• Leerjaar 4

WELKOM!

Nederlands

Blok 1
Maandag 19 mei 2025

- jas aan de kapstok

- telefoon in de bak

- kauwgom in de prullenbak

 

Ga lekker zitten!

- Wie is er wel en wie niet?

- Hoe gaat het met je?

- Verwachtingen

- Wat gaan we doen?

Verwachtingen 

Tijdens de les:

- luister je stil naar de instructie en elkaar

- hebben we respect voor elkaar

- doe je actief mee

- ben je verantwoordelijk voor je eigen gedrag

- mag je altijd om hulp vragen als het even niet lukt!

Wat gaan we doen?

- Terugblik

- Instructie 

- Aan de slag

- Afsluiting

Voorkennis

- Lees de tekst

* Waar gaat de tekst over?

* Wat is het belangrijkste onderwerp van deze tekst?

* Wat wordt er in deze tekst wel verteld, maar is minder belangrijk?

Doel van deze les

Ik weet

- wat er bedoeld wordt met hoofdonderwerp, deelonderwerp en hoofdgedachte

Ik kan

- het hoofdonderwerp van een tekst benoemen

- de deelonderwerpen van een tekst benoemen

- de hoofdgedachte van een tekst benoemen

INSTRUCTIE

Hoofdonderwerp= het belangrijkste onderwerp uit een tekst.

Bijvoorbeeld:

<-----------

Het hoofdonderwerp = bijzondere roofdieren

INSTRUCTIE

Deelonderwerp= onderwerpen die wel met het hoofdonderwerp te maken hebben, maar niet het hoofdonderwerp zijn.

Bijvoorbeeld:

<-----------

Deelonderwerp = Op jacht

                                      De olifant

                                       Afrika

Hoofdonderwerp: het dierenasiel

deelonderwerp: samenwerking met de dierenbescherming

deelonderwerp: Ikzoekbaas.nl

deelonderwerp: andere asieldieren

Instructie 

Hoofdgedachte= de belangrijkste boodschap van een schrijver.

Voorbeeld blz. 235 in je boek.

Aan de slag!

blz. 228 + 229 - opdr. 1

blz. 232 + 233 - opdr. 2

blz. 234 + 235 - opdr. 3

blz. 236 + 237 - opdr. 4

Studiemeter: VIA vooraf online

                             Op weg naar 1F

                             Thema 3

                             Lezen

Afsluiting

- Schrijf op wat jij vandaag geleerd hebt met Nederlands.

- Hoe heb jij gewerkt?

- Wat ging goed en wat kan beter de volgende les?