Professionele omgangsvormen bij agressie en agitatie bij NAH

Professionele omgangsvormen bij agressie en agitatie bij NAH

Leerdoel

Aan het eind van de les kun je professionele omgangsvormen benoemen en toepassen bij agressie en agitatie bij NAH.

Vertel de leerlingen wat ze zullen leren in deze les.

Wat weet jij al over professionele omgangsvormen bij agressie en agitatie bij NAH?

Wat is NAH?

NAH staat voor niet-aangeboren hersenletsel. Dit kan bijvoorbeeld ontstaan door een ongeluk of een beroerte.

Leg kort uit wat NAH betekent en hoe dit kan ontstaan.

Agressie en agitatie

Mensen met NAH kunnen last hebben van agressie en agitatie. Hierbij kunnen ze bijvoorbeeld schelden, slaan of spullen kapot maken.

Leg uit wat agressie en agitatie inhoudt bij mensen met NAH.

Waarom is professionele omgang belangrijk?

Professionele omgang kan helpen om agressie en agitatie te voorkomen of te verminderen. Het kan ook helpen om de persoon met NAH gerust te stellen.

Leg uit waarom het belangrijk is om professionele omgangsvormen toe te passen bij agressie en agitatie.

Luisteren en begrip tonen

Luister naar de persoon met NAH en toon begrip voor zijn of haar situatie.

Vertel de leerlingen hoe ze kunnen luisteren en begrip kunnen tonen.

Rustig blijven

Blijf zelf rustig en praat op een rustige toon.

Leg uit waarom het belangrijk is om zelf rustig te blijven en hoe je rustig kunt praten.

Duidelijk communiceren

Communiceer duidelijk en gebruik eenvoudige taal.

Leg uit waarom duidelijke communicatie belangrijk is en hoe je dit kunt doen.

Afleiding bieden

Bied afleiding door bijvoorbeeld over iets anders te praten of iets te laten zien.

Vertel de leerlingen hoe ze afleiding kunnen bieden en waarom dit kan helpen.

Grenzen stellen

Stel duidelijke grenzen en geef aan wat wel en niet acceptabel gedrag is.

Leg uit waarom het belangrijk is om grenzen te stellen en geef voorbeelden van grenzen die je kunt stellen.

Veiligheid

Zorg voor een veilige omgeving en houd voldoende afstand.

Vertel de leerlingen waarom een veilige omgeving belangrijk is en hoe je voldoende afstand kunt houden.

Oefenen

Oefen met professionele omgangsvormen door middel van rollenspellen of andere oefeningen.

Geef de leerlingen de opdracht om te oefenen met professionele omgangsvormen.

Vragen stellen

Stel vragen aan de persoon met NAH om meer te weten te komen over zijn of haar situatie.

Vertel de leerlingen welke vragen ze kunnen stellen en waarom dit belangrijk is.

Feedback geven

Geef feedback aan de persoon met NAH over zijn of haar gedrag en geef aan wat er goed ging en wat beter kan.

Leg uit waarom feedback geven belangrijk is en hoe je dit kunt doen.

Samenwerken

Werk samen met andere zorgverleners en stem af op elkaars werkwijze.

Leg uit waarom samenwerken belangrijk is en hoe je kunt afstemmen op elkaars werkwijze.

Conclusie

Het toepassen van professionele omgangsvormen kan helpen bij agressie en agitatie bij NAH. Door te luisteren, rustig te blijven, duidelijk te communiceren, afleiding te bieden, grenzen te stellen, te zorgen voor veiligheid, te oefenen, vragen te stellen, feedback te geven en samen te werken kun je professionele omgangsvormen toepassen.

Vat samen wat de leerlingen hebben geleerd in deze les.

Quiz

Test je kennis met de quiz!

Maak een quiz om te testen wat de leerlingen hebben geleerd.

Voorbeeldsituaties

Bespreking van voorbeeldsituaties en hoe je hierop kunt reageren.

Geef voorbeelden van situaties en vraag de leerlingen hoe ze hierop zouden reageren.

Reflectie

Reflecteer op wat je hebt geleerd en bedenk hoe je professionele omgangsvormen kunt toepassen bij agressie en agitatie bij NAH.

Laat de leerlingen reflecteren op wat ze hebben geleerd en bedenken hoe ze dit kunnen toepassen.

Evaluatie

Evalueer de les en geef feedback.

Evalueer de les en vraag om feedback van de leerlingen.

Bronnen

Bronnen en aanvullende informatie.

Geef bronnen en aanvullende informatie voor de leerlingen die meer willen weten.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.