Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
aiToolsTab
Beta
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
Molecuul en celniveau
Molecuul en celniveau
1 / 32
suivant
Slide 1:
Diapositive
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Cette leçon contient
32 diapositives
, avec
diapositives de texte
et
1 vidéo
.
La durée de la leçon est:
80 min
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
Molecuul en celniveau
Slide 1 - Diapositive
BINAS 78
Slide 2 - Diapositive
BINAS 79C
Slide 3 - Diapositive
BINAS 79B
Slide 4 - Diapositive
Slide 5 - Vidéo
Slide 6 - Diapositive
Slide 7 - Diapositive
Osmose in dierlijke cellen
Slide 8 - Diapositive
Osmose bij planten.
Slide 9 - Diapositive
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Diapositive
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Diapositive
Fotosynthese
Slide 16 - Diapositive
Huidmondjes
Planten ademen via hun huidmondjes
Overdag verbruikt de plant veel CO2 voor
fotosynthese
, dus is de concentratie CO2 in de plant laag --> CO2 komt door de huidmondjes het blad in
Overdag produceert de plant veel zuurstof uit
fotosynthese
, dus de concentratie O2 in de plant is hoog --> O2
gaat door de huidmondjes het blad uit.
Slide 17 - Diapositive
Haploïd/ diploïd
Geslachtscellen: van elk chromosoom één exemplaar (
haploïd
)
Na bevruchting (dus in elke lichaamscel): van elk chromosoom 2 exemplaren (
diploïd
)
Slide 18 - Diapositive
Homoloog
Je hebt 2 versies van elk chromosoom. Eén van je vader en één van je moeder.
Dit zijn
homologe chromosomen
.
Er zitten dezelfde
genen
op, maar niet altijd dezelfde
allelen
.
Slide 19 - Diapositive
Allel
Van genen kunnen verschillende versies bestaan.
Een versie van een gen heet een
allel
.
Een diploïde cel heeft dus altijd twee allelen van elk gen, op elke chromosoom één.
De allelen op twee homologe chromosomen kunnen hetzelfde zijn (
homozygoot
) of verschillende (
heterozygoot
)
Slide 20 - Diapositive
Autosomen/ geslachtschromosomen
Geslachtschromosomen
: het chromosomenpaar dat het geslacht bepaalt XX, XY bij mensen.
Autosomen
: alle andere chromosomen.
Slide 21 - Diapositive
Genotype
Combinatie van de allelen van een individu.
Je
genotype
bepaalt je
erfelijke eigenschappen
- dat wat
aangeboren
is.
Slide 22 - Diapositive
Fenotype
De uiteindelijke,
waarneembare
eigenschappen van een individu: wordt bepaald door het genotype in combinatie met het
milieu
.
Bijvoorbeeld: krullend haar/ suikerziekte/ bloedgroep A/ intelligentie.
Slide 23 - Diapositive
Dominant/ recessief
Een
dominant
allel zie je altijd terug in het fenotype (ook als er maar één dominant allel is).
Een dominant allel noteer je met een
HOOFDLETTER
.
Slide 24 - Diapositive
Dominant/ recessief
Een
recessief
allel zie je alleen terug in het fenotype als er geen dominante allelen aanwezig zijn.
Een recessief allel noteer je met een
kleine letter
.
Slide 25 - Diapositive
Homozygoot
Een individu met twee
dezelfde
allelen is
homozygoot
.
Twee dominante allelen of twee recessieve allelen.
Genotype is
AA
(homozygoot dominant) of
aa
(homozygoot recessief).
Kan alleen A of a doorgeven.
Slide 26 - Diapositive
Heterozygoot
Een individu met twee
verschillende
a
llelen is
heterozygoot
.
Een dominant en een recessief allel.
Genotype is
Aa
.
Dit individu kan allel A of allel a doorgeven aan volgende generatie.
Slide 27 - Diapositive
Stamboom
In een stamboom let je goed op de legenda.
Man
Vrouw
Slide 28 - Diapositive
X-chromosomle overerving
Allelen op het X chromosoom erven anders over omdat een man maar één X-chromosoom heeft. Daarom geldt:
Mannen met 1 recessief allel hebben meteen de recessieve eigenschap
Mannen erven X-chromosomale eigenschappen altijd
alleen
van hun moeder over (van vader krijgen zij een Y-chromosoom)
Vrouwen erven het X chromosoom van hun vader (+ een van moeder), met de allelen die daar op liggen.
Notatie: X
A
en X
a
Slide 29 - Diapositive
Stamboom X-chromosomaal
Een jongen erft altijd het X chromosoom van moeder én bij hem geldt fenotype = genotype
Een meisje erft altijd het X chromosoom van vader. Heeft de vader het dominante fenotype dan alle dochters ook.
Slide 30 - Diapositive
Slide 31 - Diapositive
Multipele en Co-dominant overerving
I
A
I
A
Bloedgroep A
I
A
i
Bloedgroep A
I
B
I
B
Bloedgroep B
I
B
i
Bloedgroep B
I
A
I
B
Bloedgroep AB
ii
Bloedgroep nul
Belangrijk voorbeeld: bloedgroepen.
Notatie:
IA, IB, i
IA en IB zijn
co-dominant
i is recessief
Slide 32 - Diapositive
Plus de leçons comme celle-ci
5.3 Stamboomonderzoek dl1
May 2023
- Leçon avec
44 diapositives
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
9.2 Stamboomonderzoek
June 2022
- Leçon avec
35 diapositives
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
9.2 Stamboomonderzoek
May 2023
- Leçon avec
36 diapositives
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
9.1 Jouw waarneembare eigenschappen
May 2023
- Leçon avec
25 diapositives
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
9.1 Jouw waarneembare eigenschappen
June 2022
- Leçon avec
29 diapositives
Biologie
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
5.1 Verschillen tussen mensen
May 2023
- Leçon avec
30 diapositives
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
5.3: Stamboomonderzoek dl2
May 2023
- Leçon avec
33 diapositives
Biologie
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
3.1 en 3.2
November 2024
- Leçon avec
21 diapositives
Biologie
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 4