Scheidbare Werkwoorden: Hoe Werkt Dat?

Scheidbare Werkwoorden: 
Hoe Werkt Dat?
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
NT2Middelbare schoolvmbo lwooLeerjaar 3

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 90 min

Éléments de cette leçon

Scheidbare Werkwoorden: 
Hoe Werkt Dat?

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Aan het eind van de les ken je scheidbare werkwoorden. 

Dat betekent dat je scheidbare werkwoorden kunt herkennen.
Dat betekent dat je het voorzetsel kunt benoemen. 
Dat betekent dat je zelfstandig zinnen met scheidbare werkwoorden kunt schrijven (in tegenwoordige tijd). 






 identificeren en correct vervoegen in de tegenwoordige tijd op niveau A2.

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al over scheidbare werkwoorden?
Welke werkwoorden heb je al gehoord?
Noteer 6 scheidbare werkwoorden.

Slide 3 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al van voorzetsels?
Hoeveel voorzetsels ken je?
Schrijf minstens 9 voorzetsels op.
Schrijf de voorzetsels op in je schrift!

Slide 4 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Klik op deze link voor een test.

https://ace.easy-lms.com/index.php?r=exam/quiz&language=nl&PHPSESSID=new

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Pak je schrift voor Nederlands bij mw Drenthe
Schrijf de voorzetsels die je net hebt opgeschreven in Lesson-up, op in je schrift!

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions



aan           + trekken
terug        + geven
En in een zin...

Ik trek de jas aan.          Wij geven het boek terug.

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Stap 1: Wat is het hele (scheidbaar) werkwoord? 
In deze ronde moeten de leerlingen tien zinnen lezen en het hele werkwoord in elke zin identificeren.

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het hele scheidbaar werkwoord in deze zin? Ik stap de auto in.

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het hele scheidbaar werkwoord in deze zin?
Hij komt morgen langs.

Slide 10 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het hele scheidbaar werkwoord in deze zin?Waar vul ik het formulier in?

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Stap 1: Wat is het voorzetsel van het scheidbaar werkwoord? 

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het voorzetsel in deze zin? Hij belt zijn vrienden op.

Slide 13 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het Wat is het voorzetsel in deze zin?
Ik haal de boodschappen op.

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het hele scheidbaar werkwoord in deze zin?Jazeker, morgen komen wij mee!

Slide 15 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Stap 3: Schrijf een eigen zin met de volgende werkwoorden. 

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze zinnen schrijf je ook op in je schrift.

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een zin met "opbellen".

Slide 18 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een zin met "terugkomen".

Slide 19 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak een zin met "meekomen".

Slide 20 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Stap 4 (BONUS!): 
Kan je twee zinnen opschrijven met hetzelfde werkwoord, waarin eentje door een voorzetsel een andere betekenis krijgt

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Deze zin schrijf je ook op in je schrift.

Slide 22 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf twee zinnen met hetzelfde werkwoord waarbij door een voorzetsel in een zin de betekenis verandert.
Bijvoorbeeld:
(1) Ik kom later. (2) Ik kom later terug.

Slide 23 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het hele scheidbaar werkwoord in deze zin? Ik stap in de auto.

Slide 24 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het hele scheidbaar werkwoord in deze zin?
Hij komt morgen langs.

Slide 25 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het hele scheidbaar werkwoord in deze zin?Waar vul ik het formulier in?

Slide 26 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 1
Wat is het voorzetsel in: 'Ik stap in de auto'?

Slide 27 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 2
Wat is het voorzetsel in: 'Hij komt morgen langs'?

Slide 28 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3
Wat is het voorzetsel in: 'We kijken naar een film'?

Slide 29 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4
Wat is het voorzetsel in: 'Zij staan op het podium'?

Slide 30 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 5
Wat is het voorzetsel in: 'We vullen het formulier in'?

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 6
Wat is het voorzetsel in: 'Hij belt zijn vrienden op'?

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 7
Wat is het voorzetsel in: 'Zij logeren bij hun grootouders'?

Slide 33 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 8
Wat is het voorzetsel in: 'Ik haal de boodschappen op'?

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 35 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 36 - Question ouverte

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 37 - Question ouverte

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.
1. Wat is het voorzetsel bij
"teruggeven"?

Slide 38 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions


Kan je zelf een zin met een scheidbaar werkwoord opschrijven?

Slide 39 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn scheidbare werkwoorden?
Scheidbare werkwoorden zijn werkwoorden die uit twee delen bestaan en uit elkaar kunnen worden gehaald. Het werkwoord verandert van betekenis wanneer het uit elkaar wordt gehaald.
(terugbrengen, opkomen, meegaan etc.)

Slide 40 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Vervoeging in de tegenwoordige tijd
In de tegenwoordige tijd plaatst men het voorvoegsel achter het onderwerp. Bijvoorbeeld:
opstaan
 Ik sta op
aankomen
Jij komt aan
uitgaan
Wij gaan uit.

Slide 41 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Maak ik je schrift 5 zinnen in de tegenwoordige tijd met de volgende samengestelde woorden
instappen
voorlezen
uitschrijven
uitstappen
opmaken

Slide 42 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions