Geneesmiddelen huidaandoeningen

Huidaandoeningen
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
GeneesmiddelenkennisMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Huidaandoeningen

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De huid is opgebouwd uit 3 lagen. Hoe heet het middelste deel ?
A
Lederhuid
B
Opperhuid
C
Onderhuids bindweefsel
D
Steunweefsel

Slide 2 - Quiz

De huid (cutis)
opperhuid (epidermis);
lederhuid (dermis);
onderhuids bindweefsel (hypodermis, subcutis).
Waar bevinden zich de zweetklieren, talgklieren en haarwortels+ zenuwuiteinden
A
lederhuid (dermis)
B
opperhuid (epidermis)
C
Onderhuids bindweefsel (subcutis)
D
A en C (lederhuid en onderhuids bindweefsel)

Slide 3 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Inhoud

  • Oorzaak huidaandoeningen
  • Soorten huidaandoeningen
  • Behandeling
  • Eczeem
  • Psoriasis
  • Bacteriële huidinfectie
  • Schimmelinfectie
  • Acne
  • Rosacea


Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij crèmes of zalf wordt er gebruik gemaakt van de eenheid VTE, wat is dit?
A
verband tegen enkel
B
vingertopeenheid
C
voor toxische enzymen
D
voor of tegen eczeem

Slide 6 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Verschil zalf, crème en lotion

● Een zalf is een vet smeersel, hierin zit weinig water, afsluitend van karakter
● Een crème is een samenstelling van vet en water
● Een lotion is een vloeistof waarin een niet-oplosbare stof, in kleine druppeltjes blijft zweven. bevat veel water

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Op een droge huidaandoening gebruiken we een nat preparaat zoals een gel.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 8 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke klachten zie je bij eczeem?

Slide 9 - Question ouverte

roodheid, schilfering, warmte, zwelling, rode bultjes, vochtblaasjes, vochtafscheiding (“natten”), korstjes en krabeffecten. Deze verschijnselen kunnen naast en na elkaar aanwezig zijn.
antwoord
roodheid, schilfering, warmte, zwelling, rode bultjes, vochtblaasjes, vochtafscheiding (“natten”), korstjes en krabeffecten.

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Eczeem

Slide 11 - Diapositive

Eczeem is een ontstekingsreactie van de huid. 
Uw huid is rood en schilferig en kan hevig jeuken als u eczeem heeft. Bij nat eczeem zitten er ook kleine bultjes en vochtblaasjes op uw huid; als deze kapot gaan, komt er vocht uit. Uiteindelijk kan uw huid ruw worden op de aangedane plek.

roodheid, schilfering, warmte, zwelling, rode bultjes, vochtblaasjes, vochtafscheiding (“natten”), korstjes en krabeffecten. Deze verschijnselen kunnen naast en na elkaar aanwezig zijn.
uitbraak eczeem voorkomen door te smeren met indifferent smeersel.
Wat is indifferent?
A
Bevat geen werkzame stoffen (geneesmiddel)
B
ontstekingsremmend
C
bevat zink
D
droogt de huid in

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Behandeling eczeem
  • Indifferente middelen zijn crèmes of zalven die geen werkzame stoffen (geneesmiddelen) bevatten, maar die wel gebruikt worden om de huid te verzorgen en te beschermen. Ze hydrateren de huid, herstellen de huidbarrière en verminderen droogheid, jeuk en irritatie. Droge huid of jeuk zonder huidafwijkingen: dagelijks smeren met vette crèmes of zalven is vaak voldoende.
  • Voorbeelden: 
  • vaselinecetomacrogol-/vaselinelanettecrème 


Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

4 klassen
Bij actief eczeem lokaal behandelen met corticosteroïden
I zwak hydrocortisonacetaat (eerste keus kinderen)
II matig sterk triamcinolon (eerste keus)
III sterk betamethason
IV zeer sterk  clobetasol

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

gebruik
kortdurend en consequent, 2 keer p/d
tussendoor indifferente middelen
daarna afbouwschema

Bijwerkingen:  dunner worden van de huid, groeiremming bij kinderen

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat weet je al van psoriasis?

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Psoriasis

Griekse woord “psore”, dat “schub” betekent. 
Rode vaak samenvloeiende plekken die bedekt zijn met dikke schubachtige schilfers
Emotionele stress, griep, keelontsteking (met streptokokken) en sommige medicijnen (lithium en zogenaamde beta-blokkers) kunnen psoriasis verergeren.
auto-immuunziekte

Slide 17 - Diapositive

Onze huid vernieuwt voortdurend en oude huidcellen worden vervangen door nieuwe. De opperhuid bestaat uit hele kleine huidcellen die langzaam afsterven en afschilferen. Dit is normaal gesproken een proces waar niemand iets van merkt. Maar bij psoriasis is dit vervangingsproces verstoord en gaat het abnormaal snel. Zo ontstaan teveel huidcellen en deze krijgen niet de kans om volledig uit te groeien. De huid gaat daardoor zichtbaar afschilferen. In de psoriasis-huid is er sprake van ontsteking; de huid is namelijk dik en rood. 

Corticosteroiden
Vitamine D
Combinatiepreparaat (Dovobet)
Teer
Behandeling
Behandeling: lichttherapie met ultraviolet B-licht of PUVA = met ultraviolet A-licht, corticosteroïden klasse 3 en 4, eventueel onder occlusie: huid afgesloten met plastic.
  calcitriol/calcipotriol: gaat schilfering van de huid tegen. Behaarde hoofdhuid: shampoo met koolteer met menthol, acitretine

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

In welke klasse valt hydrocortisonacetaat?
A
Klasse 1
B
Klasse 2
C
Klasse 3
D
Klasse 4

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het advies bij het gebruik van hydrocortison crème?
A
Kuur afmaken, tot de tube leeg is.
B
Ruim aanbrengen rond de aangedane plekken
C
Nadat de klachten verdwenen zijn nog 2 weken doorgebruiken en dan afbouwen
D
Gebruiken volgens afbouwschema en afwisselen met indifferente crème

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is de juiste volgorde van de hormoon zalven/crèmes? Van sterk naar minst sterk.
A
Hydrocortison-Triamcinolon-Betamethason-Clobetasol
B
Clobetasol-Betamethason-Triamcinolon-Hydrocortison
C
Hydrocortison-Betamethason-Triamcinolon-Clobetasol
D
Betamethason-Clobetasol-Triamcinolon-Hydrocortison

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoe kan de werkzaamheid van een corticosteroïd versterkt worden?
A
dik aanbrengen
B
een kuur van 3 maanden
C
Onder occlusie aanbrengen
D
Alle genoemde antwoorden zijn goed.

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een indicatie voor Calcitriol?
A
Acné
B
Constitutioneel eczeem
C
Psoriasis
D
Schimmelinfectie

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bacteriële huidinfecties

Slide 24 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Krentenbaard
Steenpuist
furunkel
impetigo

Slide 25 - Question de remorquage

Wanneer de huid beschadigd is, bijvoorbeeld bij eczeem of schaafwonden, kunnen bacteriën en schimmels makkelijker binnen dringen
Steenpuist: ontstoken talgkliertje: is pijnlijk en besmettelijk: gescheiden handdoeken gebruiken, komt vaak voor bij diabetes
Behandeling alleen om omliggende huid te beschermen
Waarom wordt een ernstig infectie behandeld met een orale ab? Omdat de ab cremes of zalven niet diep genoeg de huid binnendringen
Orale AB
Lokaal antibacteriële middelen
Bijwerkingen: huiduitslag, jeuk, eczeem
Contra indicatie: allergie voor bestanddeel

Welk geneesmiddel wordt gebruikt bij krentenbaard/impetigo?
A
Fusidinezuur
B
Miconazol
C
Hydrocortison
D
Zilversulfadiazine

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een furunkel is een ontsteking in de huid; wat is er precies ontstoken? En door welke bacterie komt dit?
A
Zweetklier; E-Coli
B
Talgklier; Campylobacter
C
Nagelriem; Streptokok
D
Haarzakje; Stafylokok

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke therapie hoort bij een furunkel/steenpuist?
A
uitknijpen
B
nat verband
C
trekzalf
D
geen behandeling

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De medische term voor een krentenbaard is impetigo
A
Juist
B
Onjuist

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Door welke ziekteverwekker wordt
zwemmerseczeem veroorzaakt?
A
bacteriën
B
schimmels
C
parasieten
D
virus

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Huidafwijkingen door schimmel
Dermatomycosen zijn huidschimmels en veroorzaken verschillende huidaandoeningen
Voetschimmel
Tinea Pedis 
Handschimmel
Tinea Manis
Gist 
Candida albicans
Schimmel op lichaam
Ringworm
Tinea Corporis

Slide 31 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

medicatie bij schimmel
Antimycotica:
Terbinafine
Miconazol

Ruim smeren, ook de gezonde huid er om heen. Bij verdwijnen klachten nog 7/14 dagen doorsmeren.
Bij schimmelnagel terbinafine oraal

Slide 32 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke antimycotica worden ook oraal gebruikt?
A
Miconazol
B
Terbinafine
C
Clotrimazol
D
hydrocortison

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Acne vulgaris
Jeugdpuistjes
-comedonen acne
-inflammatoire acne

Slide 34 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Acne
Medicatie bij acne:
-lokaal: gel met benzoylperoxide: bacteriedodend, verminderen van talgproductie,
- clindamycine: gel met een antibiotica
- systemisch: doxycycline (AB) of orale anticonceptie bij meisjes
Als niets werkt: Isotretinoïne

Slide 35 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Bij welk middel tegen acne is dubbele anticonceptie vereist?
A
Benzoylperoxide
B
Minocycline
C
Clindamycine
D
Isotretinoine

Slide 36 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar op het lichaam komen rosacea voor?
A
Armen
B
Borst
C
Benen
D
Gezicht

Slide 37 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Acne rosacea
Lijkt op acne en is het niet. 

Rosacea afwijking van het bloedvat en talgklier. 

Je ziet wel pustels en couperose 



Slide 38 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Behandeling Rosacea
uitlokkende factoren vermijden, warmte, zonlicht, alcohol, bepaalde geneesmiddelen, stress
Metronidazolgel : doodt bacteriën en parasieten.

Bij onvoldoende effect, lage doseringen doxycyline

Slide 39 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk middel wordt voorgeschreven bij rosacea?
A
miconazol
B
terbinafine
C
fucidine
D
metronidazol

Slide 40 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Rosacea kan behandeld worden met antibiotica
A
Juist
B
Onjuist

Slide 41 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Atopisch eczeem
Psoriasis
Quincke oedeem
Abces

Slide 42 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions