B&F, Staal, Spelling, Blok 4 week 2 les 1 verkleinwoord met -etje

• Spelling
• Basisschool
• Groep 5

Blok 4 week 2 les 1

Verkleinwoord met -etje

Even opfrissen.. welke woorden van het uw-rijtje
weet jij nog? Schrijf ze maar op.

Verkleinwoord met -etje

het pannetje

het slangetje

1

2

3

Welke verkleinwoorden met -etje ken jij nog meer?

Welke antwoorden heb je bij de vorige opdracht?
Je geeft hier dus acht antwoorden.

Twee dikke kartonnetjes
Een ...

1. dikke karton
2. dikke kartonnetje
3. dik kartonnetje
4. dik karton

Een wit lintje.
Twee...

Een nieuw huis
Twee ...

Een kind rijmt
Twee...

Twee beelden staan
Een ...

Een jongen speelt
Twee ...

Het is klein en je tennist ermee.

1. de bal
2. het balletje
3. de voetbal
4. de racket

Het is helemaal donker en je slaapt.

1. overdag
2. 's nachts
3. 's morgens
4. in de middag

Het is een trekvogel en hij heeft een staart met twee punten.

1. de zwaluw
2. het koolmeesje
3. het musje
4. de raaf

Het is een dier en het heeft twee bulten

1. de kameel
2. de hond
3. de giraffe
4. de zebra

Het is een gevoel en je bent het als je bang bent voor een optreden.

1. jaloers
2. blij
3. zenuwachtig
4. boos

Goed gewerkt.

Nu mag je naar Gynzy. Je maakt daar de les die klaar staat (Blok 4 week 2 les 1)