06

• Latijn
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 1

welk woord staat niet in de ablativus

1. agricola agricola – puero – dono – servi agricola
2. pueris
3. servi
4. dono

welk woord staat niet in de ablativus

1. silvis
2. silvae
3. silva
4. dubio

welk woord staat niet in de ablativus

1. gladium
2. gladio
3. mensa
4. mensis

welk woord staat niet in de ablativus

1. nuntiis
2. Romano
3. verbi
4. Roma

Vertalen van de Ablativus

Tota silva equi currunt.
Paarden rennen ...

1. ablativus van middel (met)
2. ablativus van plaats (in/op)
3. ablativus van reden(door/ vanwege)

Servus verbis respondet.
De slaaf antwoordt ...

1. ablativus van middel (met)
2. ablativus van plaats (in/op)
3. ablativus van reden (door/vanwege)
4. ablativus van tijd (wanneer)

Dono laetus est.

Hij is blij ...

1. ablativus van middel (met)
2. ablativus van plaats (in/op)
3. ablativus van reden (door/vanwege)
4. ablativus van tijd (wanneer)

Deel 2

Amicus filium Romanis liberat

1. De vriend bevrijdt de zoon van de Romeinen
2. De vriend bevrijdt de zoon met de Romeinen
3. De vriend bevrijdt de zoon op de Romeinen
4. De vriend bevrijdt de zoon door de Romeinen

Voorzetsels met ablativus

De ablativus is achter deze voorzetsels een verplichte aanvulling.

Welk voorzetsel gaat niet met de ablativus?

1. a(b)
2. e(x)
3. ad
4. pro

welk voorzetsel gaat niet met de ablativus

1. cum
2. de
3. sine
4. per

In regia currit.

In regiam currit.