Spel de onderstaande woorden en leg uit waarom je voor een bepaalde spelling kiest.
- ... (Worden) jij ook altijd nerveus, als je koffer op Schiphol wordt ... (checken)?
Hulp nodig? Zieblz. 246.
1 / 28
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2
Cette leçon contient 28 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
Lees de theorie op blz. 246.
Maak de startvraag.
Klaar? Begin alvast aan paragraaf 7.13.
7.13 Persoonsvorm in samengestelde zinnen
Startopdracht:
2T
CURSUS 7
SPELLING
timer
5:00
Spel de onderstaande woorden en leg uit waarom je voor een bepaalde spelling kiest.
- ... (Worden) jij ook altijd nerveus, als je koffer op Schiphol wordt ... (checken)?
Hulp nodig? Zieblz. 246.
Slide 1 - Diapositive
1.Herhaling 7.12.
2. Huiswerkopdrachten bespreken.
3. Verder werken aan 7.13.
4. Oefenen voor de toetsweek.
5.Terugblikken en afronden.
Wat gaan wevandaag doen?
Slide 2 - Diapositive
Je kunt pv en vd die hetzelfde klinken correct spellen.
Je kunt de persoonsvormen in een samengestelde zin vinden.
Je kunt de persoonsvormen in een samengesteldezin bewust goed spellen.
Lesdoelen
Slide 3 - Diapositive
Slide 4 - Diapositive
§12 Werkwoordalarm
Werkwoorden kun je in drie werkwoordsvormen schrijven: de tegenwoordige tijd (tt), de verleden tijd (vt) en het voltooid deelwoord (vd). Bij sommige werkwoorden moet je extra goed opletten. De tegenwoordige tijd en het voltooid deelwoord klinken dan hetzelfde, maar je schrijft ze anders. Het is dus belangrijk dat je kunt bepalen of een werkwoord persoonsvorm tt of voltooid deelwoord is.
Slide 5 - Diapositive
Tegenwoordige tijd
Voltooid deelwoord
Deze trui verkleurt nu al.
Sam verstuikt zijn enkel.
Micky verkleedt zich.
In de film gebeurt wel.
Jij belooft altijd van alles.
Deze trui is verkleurd.
Sam heeft zijn enkel verstuikt.
Micky heeft zich verkleed.
In de film is veel gebeurd.
Jij hebt alles beloofd.
Slide 6 - Diapositive
Jip ... (worden) steeds enthousiaster, terwijl ze over haar vakantie vertelt.
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
Slide 7 - Quiz
Jip ... (worden, t.t.) steeds enthousiaster, terwijl ze over haar vakantie vertelt.
A
word
B
wordt
C
wordt
D
worden
Slide 8 - Quiz
Betaalt Malou de schoenen die ze heeft ... (bestellen) van haar kleedgeld?
A
persoonsvorm
B
voltooid deelwoord
Slide 9 - Quiz
Betaalt Malou de schoenen die ze heeft ... (bestellen) van haar kleedgeld?
A
besteld
B
bestelt
C
besteldt
Slide 10 - Quiz
Huiswerk bespreken
Opdracht 2 en 3 op blz. 244-245.
Slide 11 - Diapositive
§13 De persoonsvorm in samengestelde zinnen
blz. 246-247
Slide 12 - Diapositive
Samengestelde zinnen
Er zijn zinnen met één persoonsvorm (enkelvoudige zinnen) en zinnen met meerdere persoonsvormen (samengestelde zinnen).
Terwijl ik op de bus wachtte, luisterde ik naar muziek op mijn telefoon.
Slide 13 - Diapositive
Slide 14 - Vidéo
Samengestelde zinnen
Stap 1: Stel vast hoe veel werkwoorden er in de zin staan.
Stap 2: Verander de zin van tijd.
Stap 3: De werkwoorden die van tijd kunnen veranderen, zijn de persoonsvormen. De andere werkwoorden zijn inf, od of vd.
De Big-Bazar heeft besloten de strijdoptegeven, omdat de winkelketen geen extra tijdkrijgt.
De Big-Bazar had besloten de strijd op te geven, omdat de winkelketen geen extra tijdkreeg.
Zo vind je de persoonsvorm in
Slide 15 - Diapositive
Wat zijn de persoonsvormen?
Hoewel Eran nooit sportte, heeft hij zich nu ingeschreven bij de sportschool.
A
hoewel
B
sportte
C
heeft
D
ingeschreven
Slide 16 - Quiz
Wat zijn de persoonsvormen?
Mijn ouders hadden besloten dat we om tien uur thuis moesten zijn.
A
hadden
B
besloten
C
moesten
D
zijn
Slide 17 - Quiz
Je ... (raden) nooit hoeveel doelpunten Donny vanmiddag heeft ... (scoren).
Slide 18 - Question ouverte
Terwijl Hannah haar brood ... (smeren), ... (luisteren) ze naar muziek.
Slide 19 - Question ouverte
... (Worden) jij ook altijd een beetje nerveus, als je rugzak op Schiphol wordt ... (checken).