Cette leçon contient 22 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
6.2 Biotoop onder de loep
Slide 1 - Diapositive
Lesplanning
Welkom
Terugblik
Leerdoelen
Uitleg
Aan het werk
Nabespreken
Volgende les?
Slide 2 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt uitleggen hoe leefomstandigheden in een bepaald gebied kunnen verschillen.
Je kunt uitleggen hoe planten en dieren samenleven in een gebied.
Je kunt uitleggen hoe een gebied natuurlijker en soortenrijker wordt.
Slide 3 - Diapositive
Biotoop onder de loep
Waarom vind je een krab niet in het bos?
Slide 4 - Diapositive
Omstandigheden maken de biotoop
Die omstandigheden noem je ook wel invloeden of factoren.
Abiotische factoren = niet levend (bijvoorbeeld zon, regen en wind)
Biotische factoren = (bijv. bomen, gras, riet of koeien)
Slide 5 - Diapositive
Biotoop
Leefgebied van organisme met passende abiotischefactoren
Hier kunnen bepaalde organismen wel en bepaalde organismen niet leven
Slide 6 - Diapositive
Abiotische & Biotische factoren
Slide 7 - Diapositive
Biotoop onder de loep
Alle organismen die in een biotoop leven, noem je een levensgemeenschap.
Slide 8 - Diapositive
Concurrentie
"Competitie tussen organismen die op dezelfde manier gebruik maken van het biotoop."
Bijv. ruimte, voedingsstoffen, water of licht.
Slide 9 - Diapositive
Ook planten hebben een eigen plek...
Ze concurreren om licht.
Slide 10 - Diapositive
Concurrenten... (of niet?)
Slide 11 - Diapositive
Concurrenten... (of niet?)
Door verschillende habitats in een biotoop kunnen vele soorten naast elkaar leven...
Slide 12 - Diapositive
Habitat...
Slide 13 - Diapositive
"Biodiversiteit"
Bio = leven
Diversiteit = verscheidenheid / variatie
Slide 14 - Diapositive
Slide 15 - Vidéo
Waar is meer biodiversiteit?
Slide 16 - Diapositive
Welke abiotische factor(en) vind je in de woestijn?
A
Veel zon
B
Weinig zon
C
Cactussen
D
Gebrek aan water
Slide 17 - Quiz
Welke biotische factor(en) vind je in het tropisch regenwoud?
A
Regen
B
Gras
C
Zon
D
Bomen
Slide 18 - Quiz
Door welke biotische factor(en) zul je een eekhoorn vaak in het bos aantreffen?
A
Bomen om in te schuilen...
B
Een lekker zonnetje...
C
Goede temperatuur...
D
Voedsel zoals hazelnootjes...
Slide 19 - Quiz
Hoe noemen we competitie tussen organismen die op dezelfde manier gebruik maken van een biotoop?
A
Vijandigheid
B
Rivaliteit
C
Concurrentie
D
Competentie
Slide 20 - Quiz
In welke biotoop verwacht je de meeste habitats?
A
Boeren-akker
B
Tropisch regenwoud
C
Zand-woestijn
D
Duinen
Slide 21 - Quiz
Aan het werk
Wat: Maken 6.2
Hoe: eerste 10 min zelfstandig en in stilte
Hulp: eerste 10 min zelfstandig. Heb je een vraag schrijf deze op. Na 10 min mag je met je buurman/vrouw overleggen. Komen jullie er beide niet uit dan mag je het aan de docent vragen