week 3 les 2
Welk woord zoek ik?
1 / 29
La durée de la leçon est: 15 minÉléments de cette leçon
Welk woord zoek ik?
Slide 1 - Question ouverte
Welk woord zoek ik?
Slide 2 - Question ouverte
Welk woord zoek ik?
Slide 3 - Question ouverte
Welk woord zoek ik?
Slide 4 - Question ouverte
Welk woord zoek ik?
Slide 5 - Question ouverte
Typ het woord dat je hoort
Slide 6 - Question ouverte
Typ het woord dat je hoort
Slide 7 - Question ouverte
bekleden
t.t ik..........
t.t ik..........
Slide 8 - Question ouverte
bekleden
t.t Max..........
t.t Max..........
Slide 9 - Question ouverte
bekleden
t.t.........jij?
t.t.........jij?
Slide 10 - Question ouverte
bekleden
gebiedende wijs
gebiedende wijs
Slide 11 - Question ouverte
verslinden
t.t. ik............
t.t. ik............
Slide 12 - Question ouverte
verslinden
t.t. Max............
t.t. Max............
Slide 13 - Question ouverte
verslinden
t.t. ............jij?
t.t. ............jij?
Slide 14 - Question ouverte
verslinden
gebiedende wijs
gebiedende wijs
Slide 15 - Question ouverte
landen
t.t. ik..........
t.t. ik..........
Slide 16 - Question ouverte
landen
t.t. Max.........
t.t. Max.........
Slide 17 - Question ouverte
landen
t.t. .........jij?
t.t. .........jij?
Slide 18 - Question ouverte
landen
gebiedende wijs
gebiedende wijs
Slide 19 - Question ouverte
spelden
t.t ik............
t.t ik............
Slide 20 - Question ouverte
spelden
t.t Max............
t.t Max............
Slide 21 - Question ouverte
spelden
t.t ............jij?
t.t ............jij?
Slide 22 - Question ouverte
spelden
gebiedende wijs
gebiedende wijs
Slide 23 - Question ouverte
lopen
Hij........elke dag.(t.t.)
Hij........elke dag.(t.t.)
Slide 24 - Question ouverte
opruimen
Zoey..............elke dag haar kamer.....
Zoey..............elke dag haar kamer.....
Slide 25 - Question ouverte
duiken
v.t. In Turkije...........hij naar de bodem van de zee.
v.t. In Turkije...........hij naar de bodem van de zee.
Slide 26 - Question ouverte
genezen
v.t. Door het gips..............het been snel.
v.t. Door het gips..............het been snel.
Slide 27 - Question ouverte
beslissen
v.d. Ik heb..........
v.d. Ik heb..........
Slide 28 - Question ouverte
besluiten
v.d. ik heb.............
v.d. ik heb.............
