hst 4 paragraaf 1 "Batterijen"

hst 4.1 "Batterijen"



Hoofdstuk 4
terijen
1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NatuurkundeMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

hst 4.1 "Batterijen"



Hoofdstuk 4
terijen

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen
  • Kun je apparaten noemen die werken op batterijen
  • Kun je uit de plus en de min van een batterij aanwijzen
  • Kun je de spanning van een verschillende soorten batterijen benoemen 
  • Je kunt uitleggen waar de naam "Volt" vandaan komt.
  • Je kunt de spanning berekenen als je batterijen in serie schakelt.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Diapositive


A
Platte batterij
B
Penlite batterij
C
Staaf batterij
D
Platte batterij

Slide 4 - Quiz

Welke soort batterij zie je hier ?
A
oplaadbare batterij
B
penlite batterij
C
knoopbatterij
D
accu batterij

Slide 5 - Quiz

Noem zoveel mogelijk apparaten die op batterijen werken

Slide 6 - Carte mentale

Samen lezen
blz 200 t/m blz 203 en 207

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Vidéo

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Lien

+ en -
De plus is de bolle kant


De min is de platte kant

Slide 12 - Diapositive

Spanningen optellen
Vaak heb je meer dan één batterij nodig om aan de juiste spanning te komen. Voor de afstandsbediening op de volgende slide heb je bijvoorbeeld twee staafbatterijen van 1,5 volt nodig. Je moet die batterijen in serie schakelen. 

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Wanneer ik 9 Volt wil hebben.
Hoeveel batterijen van 1,5 Volt moet ik dan in serie schakelen
A
5
B
6
C
7
D
8

Slide 15 - Quiz

Platte batterij
Een platte batterij bestaat uit 3 staafbatterijen

Slide 16 - Diapositive

Apart innemen

Slide 17 - Diapositive

Wat moet je doen met een lege niet-oplaadbare batterij
A
Inleveren bij het klein chemisch afval
B
In de grijze bak
C
toch opladen
D
niets

Slide 18 - Quiz

Slide 19 - Diapositive

De batterij in je mobiele telefoon raakt langzaam leeg. Je moet de batterij regelmatig opladen. Is een opgeladen batterij zwaarder dan een lege batterij?
A
Ja, want de batterij is vol
B
Ze zijn even zwaar, want elektriciteit heeft geen massa
C
Nee, de lege batterij is juist zwaarder

Slide 20 - Quiz

Wat weet je nu wat je voor deze les nog niet wist?

Slide 21 - Carte mentale