15-05-2025 les D1B/D1C gram H bijv nw

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Telefoon in de telefoontas

Laptop blijft in de tas

Boek op tafel

Prenez vos livres

10 minutes d'apprentissage

- Voca A + B + E + F (F-NL / NL-F) → p.40-41

- Les phrases-clés (zinnen) C + G (F-NL / NL-F) → p.42

- Grammaire D + H → p.43

Bonjour à tous!

Vrijdag 23 mei

PROEFWERK CHAPITRE 5

Wat moet je leren?

- Voca A + B + E + F  (F-NL / NL-F) → p.40-41

- Les phrases-clés (zinnen) C + G  (F-NL / NL-F) → p.42

- Grammaire D + H → p.43

Woensdag 28 mei

PROEFWERK CHAPITRE 5

Wat moet je leren?

- Voca A + B + E + F  (F-NL / NL-F) → p.40-41

- Les phrases-clés (zinnen) C + G  (F-NL / NL-F) → p.42

- Grammaire D + H → p.43

Aujourd'hui:

- Grammaire

- Au travail!

Prends le livre à la page 36-37

Lis la grammaire 

en silence

In het Nederlands

Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord

Wat is het bijvoeglijk naamwoord in deze zinnen? 

-> Ik heb een rode auto.

-> De kat is zwart.

In het Frans

In het Frans past het bijvoeglijk naamwoord zich aan 

aan het zelfstandig naamwoord waar het bijhoort.

  

	m	v
enk	-	+e
mv	+s	+es

Exemples

le sac à dos (rouge) -> le sac à dos rouge

ma soeur est (petit) -> ma soeur est petite

les garçons (intelligent) -> les garçons intelligents

mes amies sont (grand) -> mes amies sont grandes

	m	v
enk	-	+e
mv	+s	+es

Als het bijvoeglijk naamwoord al eindigt op een 'e' of 's' ..... 

La voiture rouge. 

Les sacs à dos gris.

	m	v
enk	-	+e
mv	+s	+es

Uitzonderingen

Exercice

               

  Ma copine est (grand) ____________.

  Les chiens sont (mignon) __________.

  Mes soeurs sont (beau) __________.

  Mon frère est (petit)  ___________.

  Ma soeur est (jeune) ____________.

    

    

Vul de juiste vorm in van het bijvoeglijk naamwoord.

Je mag overleggen. We bespreken de opdracht over 2,5 minuut.

	m	v
enk	-	+e
mv	+s	+es

Au travail!

Fais exercices 30a, 30d, 31c et 32b

Fini? -> continuez à apprendre

- Voca A + B + E + F (F-NL / NL-F) → p.40-41

- Les phrases-clés (zinnen) C + G (F-NL / NL-F) → p.42

- Grammaire D + H → p.43