4.1 geslachtsorganen

• Biologie
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 2

bs 1.3 metamorfose

Welkom

• Ga rustig zitten volgens de plattegrond
• Op je tafel: Biologie boeken
• Wanneer de les start ben je stil

Planning

Planning en leerdoelen bespreken.

Geslachtskenmerken.

Mannen en vrouwen.

Doelen voor vandaag

• Je kunt uitleggen welke organen tot het voortplantingsstelsel behoren.
  
• Je kunt de delen van de geslachtsorganen van een man en een vrouw noemen, inclusief de overeenkomsten en verschillen.
  
• Je kunt de primaire geslachtskenmerken noemen.

bs 1.3 metamorfose

Regels

• Respect voor elkaar 
• Luisteren naar elkaar
• Geen persoonlijke vragen
• Grapjes en respectloos gedrag zijn niet toegestaan 
• Gebruik correcte termen 
• Stel vragen, maar met respect
• Je mag altijd iets niet willen delen

4.1 geslachtsorganen

Leerdoelen: 

• Je kunt uitleggen welke organen tot het voortplantingsstelsel behoren.
• Je kunt de delen van de geslachtsorganen van een man en een vrouw noemen, inclusief de overeenkomsten en verschillen.
• Je kunt de primaire geslachtskenmerken noemen.

Primaire geslachtskenmerken

•  Geslachtskenmerken zichtbaar vanaf de geboorte
• Zowel uitwendig als inwendig

Meisje > Vulva

Jongen > penis, balzak

intersekse

- geboren worden met meerdere geslachtskenmerken

- mogelijk 3 geslachtschromosomen > XXY

- intersekse komt in verschillende vormen voor

De voortplantingsstelsels

Benoem zoveel mogelijk inwendige geslachtsorganen 

schrijf ze in je schrift

Man

Vrouw

Het voortplantingsstelsel van een man

Uitwendig:

• Voorhuid
• Eikel
• Balzak

Inwendig:

• zwellichaam
• Teelbal: productie zaadcellen
• Bijbal: opslag zaadcellen
• Zaadleiders
• Zaadblaasjes 
• Prostaat
• Urinebuis

Het voortplantingsstelsel van een vrouw

Uitwendige voortplantingsorganen van een vrouw

Vulva

• Binnenste vulvalippen
• Buitenste vulvalippen
• Clitoris:
• - Clitoriseikel (glans)
• - Clitorishoed
• Vagina ingang
• Urinebuis

Inwendige voortplantingsorganen van een vrouw

• Zwellichamen clitoris
• Vagina
• - Maagdenvlies
• Baarmoeder
• Eierstok met onrijpe eicellen
• Eileider: transport eicel naar baarmoeder

Aan de slag

KGT

Wat? 

Hoe? 

Hulp? 

Klaar? 

Havo

Wat? Lees 4.1 en maak 1 tot en met 8.

Hoe? Je mag zachtjes overleggen met de persoon naast je.

Hulp? Kijk in het boek, vraag aan je buur en kom daarna pas bij BRO

Klaar?

Nakijken!

Doelen:

Je kunt uitleggen welke organen tot het voortplantingsstelsel behoren.

Je kunt de delen van de geslachtsorganen van een man en een vrouw noemen, inclusief de overeenkomsten en verschillen.

Je kunt de primaire geslachtskenmerken noemen.

KGT

Wat? Lees 4.1 en maak 1 tot en met 8.

Hoe? Je mag zachtjes overleggen met de persoon naast je.

Hulp? Kijk in het boek, vraag aan je buur en kom daarna pas bij BRO

Klaar?

Nakijken!

Aan de slag

Basisstof 4.1 

Opdrachten 1 t/m 3 en 5 t/m 8