Herhalen spelling

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t, havo
• Leerjaar 1

Spelling

Planning

• Terugblik
  
• Doelen
  
• Wat weet je nog?
• Oefenen
• Leren
• Afsluiten 
  

Terugblik

In de vorige les heb je werkwoordspelling herhaald.

Doelen van de les

• Je kent de verschillende regels voor spelling.
• Je weet hoe je de regels van spelling moet toepassen in een zin. 

Meervoudsvormen

1. Noteer het meervoud van:
Akkoord

2. Noteer het meervoud van:
Boerin

3. Noteer het meervoud van:
Laser

4. Noteer het meervoud van:
Orchidee

Hoofdletters

1. Schrijf de zin over en vul op de juiste plek hoofdletters in:
je bent vrij om te geloven in god, boeddha of allah.

2. Schrijf de zin over en vul op de juiste plek hoofdletters in:
albert heijn, jumbo en aldi zijn bekende supermarkten.

Bijvoeglijk naamwoord

1. Noteer de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes:
De ............. (karton) doos.

2. Noteer de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes:
Het ................. (doof) meisje.

3. Noteer de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes:
Een ............. (Italiaans) gerecht

4. Noteer de juiste spelling van het bijvoeglijk naamwoord tussen haakjes:
Het ................ (lekker) koekje

Trappen van vergelijking

1. Noteer de vergrotende en overtreffende trap van de volgende bijvoeglijke naamwoorden:
Verliefd

2. Noteer de vergrotende en overtreffende trap van de volgende bijvoeglijke naamwoorden:
Nerveus

3. Noteer de vergrotende en overtreffende trap van de volgende bijvoeglijke naamwoorden:
Weinig

4. Noteer de vergrotende en overtreffende trap van de volgende bijvoeglijke naamwoorden:
Paars

Samenstellingen

1. Kies de goede samenstelling:
De dag aanbieding / dagaanbieding is de vleeskroket met mosterd.

1. dag aanbieding
2. dagaanbieding

2. Kies de goede samenstelling:
Op de platte grond / plattegrond kun je zien waar je bent op het festivalterrein.

1. platte grond
2. plattegrond

3. Maak van de losse woorden een samenstelling:
Dorp + kern

4. Maak van de losse woorden een samenstelling:
Boek + kast

5. Maak van de losse woorden een samenstelling:
Ei + salade

6. Kies de goede samenstelling:
Hij maakt een video opname / video-opname van onze reis naar Disneyland Parijs.

1. video opname
2. video-opname

7. Kies de goede samenstelling:
De radio uitzending / radio-uitzending was een uur te vroeg gestopt.

1. radio uitzending
2. radio-uitzending

8. Kies de goede samenstelling:
Hij is algemeen directeur / algemeendirecteur van de Rabobank.

1. algemeen directeur
2. algemeendirecteur

Opdrachten maken

Wat: Je gaat leren voor de toets. 

Hoe: Je gaat naar Magister.learn en kijkt bij spelling. Kies een manier om te leren voor de toets.

Tijd: Je hebt tot het einde van de les de tijd om te leren.

Klaar: lezen.

Wat heb je geleerd?

Doelen van de les

• Je kent de verschillende regels voor spelling.
• Je weet hoe je de regels van spelling moet toepassen in een zin.