#MIJ EEN ZORG

Les 8 – Sociale brein in ontwikkeling
Nederlands
Les 1 - #MIJ EEN ZORG
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
MentorlesMBOStudiejaar 1

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Les 8 – Sociale brein in ontwikkeling
Nederlands
Les 1 - #MIJ EEN ZORG

Slide 1 - Diapositive

Vandaag ...
Introductie vak Nederlands + Taalregels
Inloggen Code Name Future
Zelfstandig werken opdracht

Slide 2 - Diapositive

Welk spreekwoord zie je hier?

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Waarom het vak Nederlands???

Slide 5 - Question ouverte

Welke herinneringen heb je aan het vak Nederlands?

Slide 6 - Question ouverte

Waar ben je goed in op het gebied van de Nederlandse taal?

Slide 7 - Question ouverte

Welke onderdelen moeten er nog verbeterd worden?

Slide 8 - Question ouverte

Onderdelen:
  • Lezen
  • Schrijven
  • Luisteren
  • Spreken
  • Gesprekken

Slide 9 - Diapositive

Codename Future
  • Online methode (licentie)
  • Klassikale instructie
  • Les zelfstandig werken
  • Challenge 
  • Aftekenen studiewijzer

Slide 10 - Diapositive

Examinering
  • Examens aan het einde van module 1 en module 2
  • Spreken/ gesprekken
  • Schrijven
  • Centraal examen 
     Nederlands 2F
     lezen/ luisteren

Slide 11 - Diapositive

Les 8 – Sociale brein in ontwikkeling
Taalregels
Woensdag 11 september 2024

Slide 12 - Diapositive

Jolien _______ niet hard genoeg.
Daardoor kreeg ze een slechte beoordeling
A
Werkte
B
Werkde
C
Werkten
D
Werkden

Slide 13 - Quiz

Fatima heeft krullen, maar haar zus heeft _______ haar.
A
Steil
B
Stijl
C
Style
D
Styl

Slide 14 - Quiz

Ik heb minder werkervaring dan ______
A
Jou
B
Jouw
C
Jij
D
Jouwe

Slide 15 - Quiz

Je ______ niets te betalen voor de drankjes. Alles wat gratis is.
A
Hoefte
B
Hoefde
C
Hoevde
D
Hoevte

Slide 16 - Quiz

Toen we met de motor door de tunnel reden, _______ het heel hard.
A
Galmdde
B
Galmden
C
Galmdden
D
Galmde

Slide 17 - Quiz

De opa van Tess ______ vroeger dikke sigaren. Daardoor is hij nu zo ziek.
A
Rookte
B
Rookde
C
Rooktte
D
Rookdde

Slide 18 - Quiz

Codename Future
Inloggen! 

Slide 19 - Diapositive