6.4 vruchten en zaden

1 / 24
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 24 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we vandaag doen? 
  • Nakijken basisstof 3 
  • Uitleg basisstof 4 
  • Huiswerk
6.4 - Vruchten en zaden

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoel
Je kunt de verandering in het vruchtbeginsel na bevruchting beschrijven

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen stuifmeelkorrels en een zaden

Slide 4 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het verschil tussen bestuiving en bevruchting?

Slide 5 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

1. Hoeveel stuifmeelkorrels
   zitten op de stempel?

2. Hoeveel stuifmeelbuisjes          groeien uit elke
    stuifmeelkorrel?

3. Waar groeien de
    stuifmeelbuisjes naar toe?

4. Wat zit er in een
     stuifmeelbuisje?

Slide 6 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.

1. Hoeveel stuifmeelkorrels
   zitten op de stempel?
3
2. Hoeveel stuifmeelbuisjes          groeien uit elke
    stuifmeelkorrel?
1
3. Waar groeien de
    stuifmeelbuisjes naar toe?
 
  naar de eicellen in het zaadbeginsel (dat in het vruchtbeginsel ligt)
4. Wat zit er in een
     stuifmeelbuisje?
     
een celkern van de stuifmeelkorrel

Slide 7 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.
Vruchten en zaden 
  • Na de bevruchting groeit vanuit een bloem een vrucht 
  • Dit gebeurd als er minimaal 1 eicel in 1 zaadbeginsel is bevrucht 
  • Alle zaadbeginsels met bevruchte eicellen veranderen in zaadjes 
  • De andere zaadbeginsels verschrompelen 
  • Het vruchtbeginsel veranderd in een vrucht 

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Hoeveel eicellen worden in één pruimenbloem bevrucht?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Peulvrucht 
  1. De bevruchting 
  2. Vruchtbeginsel en zaadbeginsel groeien 
  3. Kroonbladeren en meeldraden vallen eraf  en het vruchtbeginsel verlengt 
  4. De bloemkelk en stempel verschrompelen. Er blijven alleen restanten van beide over. De zaadbeginsels worden groter 
  5. Als de vrucht rijp is wordt hij donkerder of veranderd hij van kleur. Dan barst of de vrucht open, of hij kan gegeten worden

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk onderdeel van de bloem is het groene kroontje van de aardbei?

Slide 11 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Vruchtvlees

  • Sommige vruchten bevatten vruchtvlees
  • Dit ontstaat vaak uit het vruchtbeginsel en soms uit de bloembodem

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • De vrucht kan ook ontstaan uit de bloembodem
  • Dit gebeurt bij de appel
  • Het klokhuis bevat het vruchtbeginsel en de zaden

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uit welk onderdeel van de bloem ontstaat de vrucht?

Slide 14 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Eetbare vruchten

Appel
Kers
Meloen
Tomaat
Peul
Courgette

Eetbare zaden

Bonen
Erwten
Pompoenpitten
Zonnebloempitten
Pinda's
Linzen



Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waarom maakt een plant zaadjes?

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Verspreiding van zaden
  • De plant verspreid zelf de zaden
  • De wind verspreid de zaden
  • Dieren verspreiden de zaden

Slide 17 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verspreiding van zaden
  • De plant verspreid zelf de zaden
  • De wind verspreid de zaden
  • Dieren verspreiden de zaden

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Verspreiding van zaden
  • De plant verspreid zelf de zaden
  • De wind verspreid de zaden
  • Dieren verspreiden de zaden

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Huiswerk maken
Wat? Maak basisstof 4 opdracht 1, 2 en 4 t/m 8
Hoe? Je mag op fluisterniveau overleggen met de buur naast je
Tijd? 10 min
Hulp? Vraag het eerst aan je buur, steek daarna je hand op 
Klaar? Lezen en maken basisstof 5 opdracht 1 t/m 3                                        of leren voor SO T6 BS 1 t/m 3

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

maak 3 tekeningen:
  • Start met een open bloem met de volgende onderdelen:
bloemsteel, kelkbladeren, stamper, meeldraden, kroonbladeren
  • Laat dan na de bevruchting delen verschrompelen en het vruchtbeginsel groeien
  • Teken de vrucht aan de steel met de overblijfselen van de bloem.
  • Benoem alle dikgedrukte onderdelen

timer
5:00

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk onderdeel van de plant is het steeltje van de appel?
A
Bloemkelk
B
Stengel
C
Meeldraden
D
Stamper

Slide 22 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Uit welk onderdeel ontwikkelt een kers?
A
Zaadbeginsel
B
Stamper
C
Vruchtbeginsel
D
Stijl

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat eet je bij doperwtjes?
A
wortels
B
vruchten
C
zaden
D
bloemen

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions