Unit 3.1 Present continuous and question tags

Hoe vertaal je deze zin:
"Ik ben aan het lopen."
1 / 12
suivant
Slide 1: Question ouverte
EngelsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 1

Cette leçon contient 12 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

Éléments de cette leçon

Hoe vertaal je deze zin:
"Ik ben aan het lopen."

Slide 1 - Question ouverte

Aantekening maken
Pak jouw schrift van Engels

Slide 2 - Diapositive

Present Continuous
Als je iets op dit moment aan het doen bent dan vertaal je dat door een vorm van to be ww+ing 
Voorbeeld:     Ik ben aan het lopen.
                            I am walking.
Bij ontkenningen zet je not achter de vorm van to be
Bij vragen zet je de vorm van to be vooraan de zin. 

Slide 3 - Diapositive

Welke vorm van 'to be' hoort bij 'I' (ik)
A
am
B
are
C
is

Slide 4 - Quiz

Welke vorm van 'to be' hoort bij 'you' (jij)
A
am
B
are
C
is

Slide 5 - Quiz

welke vorm van 'to be' hoort bij 'she' (zij)
A
am
B
are
C
is

Slide 6 - Quiz

Hoe vertaal je de volgende zin?
'Zij zijn aan het praten'

Slide 7 - Question ouverte

Hoe vertaal je de volgende zin:
'Hij is voetbal aan het spelen'

Slide 8 - Question ouverte

Werk aan opdr 7

Slide 9 - Diapositive

Question Tags
Een question tag is een aangeplakte vraag
Voorbeeld:       Wij hebben Engels, toch?
                              We have got English, haven't we?
Wat doe je dus?
Je herhaalt het eerste werkwoord achter de komma, gevolgd door het onderwerp (in de vorm van een persoonlijk voornaamwoord. 

Slide 10 - Diapositive

Question Tags
Als de zin voor de komma positief is, dan is de tag negatief. 
Als de zin voor de komma negatief is, dan is de tag positief. 

Dus:
We are happy, aren't we?
He can't come today, can he?

Slide 11 - Diapositive

Werk aan opdr 8

Slide 12 - Diapositive