2KTLB Hoofdstuk 6 Wie is de overheid?

2KTLB Hoofdstuk 6 Wie is de overheid?
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
EconomieMiddelbare schoolvmbo k, tLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

Éléments de cette leçon

2KTLB Hoofdstuk 6 Wie is de overheid?

Slide 1 - Diapositive

De overheid
  • De overheid regelt veel zaken om ons land te laten functioneren
  • Ambtenaren = werknemers van de overheid


Slide 2 - Diapositive

Wat doet de overheid dan allemaal?
Politie
Leger
Sportparken
Drinkwater
Gezondheidszorg
Snelwegen
enz.

Slide 3 - Diapositive

Gemeenten
Je gaat naar de gemeente voor het aanvragen van je rijbewijs, paspoort/ID-kaart, verhuizing doorgeven. 

De gemeente is ook verantwoordelijk voor jeugd- en ouderenzorg, ophalen van huisvuil, nieuwbouw en riolering

Bestuur van de gemeente:
  • Burgemeesters & Wethouders
  • Goedkeuring door de gemeenteraad

Slide 4 - Diapositive



Een gemeente wordt bestuurd door een burgemeester en wethouders (B en W).





De gemeenteraad die door de inwoners van de gemeente wordt gekozen moet de plannen van B en W goedkeuren en controleren.
In Eemsdelta zijn er 19 raadsleden.
 

Slide 5 - Diapositive

Wie is wie
Politici worden geholpen door ambtenaren
Ambtenaar: persoon die werkt voor de overheid

Overheid = politici en ambtenaren

Slide 6 - Diapositive

Aan de slag!
2, 3, 4 en 5. (pag. 179-180)

Slide 7 - Diapositive

Opdracht 2
2.a. Werknemers in dienst van de overheid
2.b. Omdat de overheid veel verschillende taken uitvoert en omdat er meerdere overheden zijn.
2.c. 1. Geen ambtenaar
2. Wel ambtenaar
3. Wel ambtenaar
4. Geen ambtenaar

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Opdracht 3
Jouw gemeente


Slide 10 - Diapositive

Opdracht 4
a. Burgemeester - hoogste bestuurder van een gemeente
Gemeenteraad - controleert het college van B en W
wethouder - bestuurder van een gemeente

b. 4. Door te stemmen bepalen burgers wie lid worden van de nieuwe gemeenteraad
1. De partij die de verkiezingen heeft gewonnen overlegt met andere partijen  of ze samen de gemeente kunnen besturen
3. De partijen die het college van B en W gaan vormen, kiezen de wethouders
2. De nieuwe wethouders worden door de gemeenteraad benoemd

Slide 11 - Diapositive

Opdracht 5

Slide 12 - Diapositive

De provincie
Openbaar vervoer
Drinkwatervoorziening
Infrastructuur(Wegen en spoorlijnen)

Slide 13 - Diapositive

Rijksoverheid
Regering - koning en ministers

De regering wordt gecontroleerd door de leden van de eerste en tweede kamer. 

Slide 14 - Diapositive

Aan de slag!
Maken opdrachten 6, 9 en 13(pag. 181- 183)

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Collectieve voorzieningen
  • Een collectieve voorziening is
     een voorziening die deels of
     geheel wordt betaald door
     belastinggeld.
  • Soms moet je ook betalen voor
     het gebruik van een collectieve
     voorziening bijvoorbeeld:
     parkeergeld of wegenbelasting.

Collectieve voorziening

Slide 17 - Diapositive

  • Een uitkering is een voorbeeld van sociale zekerheid

  • Deze sociale zekerheid zorgt ervoor dat iedereen in Nederland rond kan komen. 
  • Voorbeelden WW en AOW 
Sociale zekerheid

Slide 18 - Diapositive

Hoe wordt dat betaald?

Slide 19 - Diapositive

Aan de slag!

KGT-Boek? Maken opdrachten 1, 4, 5, 7 en 10 (p. 184-187)

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

1.
a. collectief betekent gezamenlijk

b. Iedereen mag er gebruik van maken
Het wordt betaald door de overheid

c. Collectieve voorzieningen: middelbare school & gemeentehuis

Slide 22 - Diapositive

4.
Het college van B&W wil een nieuw zwembad, de gemeente beslist of het er komt

Slide 23 - Diapositive

5
a. Als het niet lukt om zelf een inkomen te verdienen

b. 1. WW = WerkloosheidsWet bedoeld voor werklozen
2. AOW = Algemene OuderdomsWet bedoeld voor ouderen

c. Werknemers/Mensen met een inkomen

Slide 24 - Diapositive

7
a. Ontwikkeling van uitkeringen

b. Drenthe en Flevoland

c. daalt - minder

Slide 25 - Diapositive

10

Slide 26 - Diapositive

Slide 27 - Diapositive

Slide 28 - Vidéo

Miljard en miljoen
1 miljoen is een 1 met zes nullen. 1.000.000
1 miljard is een 1 met 9 nullen 1.000.000.000

1 miljard is dus 1.000 miljoen

Slide 29 - Diapositive

Aan de slag!
Maken opdrachten 1 t/m 9(pag. 196-200)

Slide 30 - Diapositive