Gastles slang stellingen 3-5
1 / 11
Éléments de cette leçon
Slide 1 - Diapositive
Slangen hebben een staart.
A
waar
B
niet waar
Slide 2 - Quiz
Slangen leggen eieren.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 3 - Quiz
Alle slangen zijn giftig.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 4 - Quiz
Slangen kunnen zwemmen.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 5 - Quiz
Slangen zorgen goed voor hun jongen
A
Waar
B
Niet waar
Slide 6 - Quiz
De huid van de slang bestaat uit schubben.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quiz
De schubben van een slang vallen er één voor één af. Zo krijgt hij een mooie nieuwe vel.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 8 - Quiz
Een slang kan 'ruiken' met zijn tong.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 9 - Quiz
Een slang hoeft maar 1 keer in de week te eten.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 10 - Quiz
Een slang is doof.
A
Waar
B
Niet waar
