5.1 Nieuwe steden OOW

Programma

  • Uitleg 5.1
  • Zelfstandig werken
  • Wat heb je geleerd? 
1 / 42
suivant
Slide 1: Diapositive
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

Cette leçon contient 42 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Programma

  • Uitleg 5.1
  • Zelfstandig werken
  • Wat heb je geleerd? 

Slide 1 - Diapositive

Tijdvak 4: steden en staten
1000-1500

Slide 2 - Diapositive

5.1 Nieuwe steden 

Slide 3 - Diapositive

Deze les leer je:
Waarom er meer handel kwam in de late middeleeuwen

Waarom steden bijna altijd op dezelfde soort plekken ontstonden

Wat stadsrechten zijn en hoe een stad deze kon krijgen.

Slide 4 - Diapositive

Denk na over de volgende vraag:
Wat is een stad eigenlijk?

Slide 5 - Diapositive

Woordweb
Maak samen met je buur een woordweb over de middeleeuwse stad

Waar denk je aan bij een middeleeuwse stad?

Slide 6 - Diapositive

De handel neemt toe 
Door betere landbouwtechnieken werden oogsten groter

Boeren konden een deel ervan verkopen (op markten)

Na het jaar 1000 nam de handel toe 

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Een goede plek
De reizende handelaren moesten ook ergens wonen.

Zij gaan wonen op een plek die;
  • Gemakkelijk te bereiken is.
  • Veilig is (bij een kasteel of klooster!)

Hier ontstaan nieuwe steden!

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Vidéo

Eigen baas zijn 
De steden lagen in het gebied van een heer. 

De burgers (inwoners van de stad) wilden de stad zelf besturen 

De stad krijgt stadsrechten in ruil voor belasting

De stad mag zichzelf besturen!

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Vidéo

Welke uitvinding in de landbouw zorgde voor grotere oogsten?
A
Kunstmest
B
Tweeslagstelsel
C
Drieslagstelsel
D
De ploeg

Slide 14 - Quiz

Wat is geen verbetering in de landbouw tijdens de middeleeuwen?
A
Halsjuk
B
Houten ploeg
C
Drieslagstelsel
D
Bemesten

Slide 15 - Quiz

Welk gevolg hadden de verbeteringen in de landbouw?
A
Meer voedsel, meer mensen nodig in de landbouw
B
Minder voedsel, minder mensen nodig in de landbouw.
C
Meer voedsel, minder mensen nodig in de landbouw
D
Geen gevolgen

Slide 16 - Quiz

Waardoor ontstond er meer handel tijdens de Middeleeuwen?
A
De boeren verkochten een deel van hun oogst en verdienden zo geld
B
Als ze niet gingen handelen werden mensen gestraft
C
Er waren meer steden waar handelaren hun spullen verkochten
D
Het werd veiliger in Europa

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Diapositive

Welk woord past het best bij de afbeelding?
A
Stad
B
Stadsrechten
C
Markt
D
Burgers

Slide 19 - Quiz

Noem een reden voor het ontstaan van nieuwe steden in de late middeleeuwen

Slide 20 - Question ouverte

Wat was een geschikte plek voor handelaren om te wonen?
A
Bij een rivier
B
Bij een kruispunt van wegen
C
Bij een kasteel
D
Bij een klooster

Slide 21 - Quiz

Wat is geen stadsrecht?
A
Een markt organiseren
B
Een stadsmuur bouwen
C
Rechtspreken
D
Belasting betalen aan de heer

Slide 22 - Quiz

Aan de slag
  • Maken 5.2              vraag 1 t/m 6

bladzijde 110+111

Slide 23 - Diapositive

Programma
  • Terugblik
  • Uitleg 5.1
  • Zelfstandig werken
  • Wat heb je geleerd? 

Slide 24 - Diapositive

Wat is geen verbetering in de landbouw tijdens de middeleeuwen?
A
Bemesten
B
Houten ploeg

Slide 25 - Quiz

Welk gevolg hadden de verbeteringen in de landbouw?
A
Meer voedsel, minder mensen nodig in de landbouw
B
Meer voedsel, meer mensen nodig in de landbouw

Slide 26 - Quiz

Waardoor ontstond er meer handel tijdens de Middeleeuwen?
A
De boeren verkochten een deel van hun oogst en verdienden zo geld
B
Er waren meer steden waar handelaren hun spullen verkochten

Slide 27 - Quiz

Wat was een geschikte plek voor handelaren om te wonen?
A
Bij een bos
B
Bij een klooster

Slide 28 - Quiz

Wat is geen stadsrecht?
A
Belasting innen bij de heer
B
Een stadsmuur bouwen

Slide 29 - Quiz

5.1 Nieuwe steden 

Slide 30 - Diapositive

Tijdvak 4: steden en staten
1000-1500

Slide 31 - Diapositive

Deze les leer je:
Hoe een middeleeuwse stad bestuurd werd

Slide 32 - Diapositive

Eigen baas zijn 
De steden lagen in het gebied van een heer. 

De burgers (inwoners van de stad) wilden de stad zelf besturen 

De stad krijgt stadsrechten in ruil voor belasting

De stad mag zichzelf besturen!

Slide 33 - Diapositive

Wie is de baas?
Door de stadsrechten kreeg de stad een eigen bestuur: 

  • De schout is de baas van de rakkers (een soort politie) en de schepenen.

  • Samen met de schepenen (rechters) bepaalde hij de straf.

  • Ze kregen advies van een raad.

  • De burgemeester (soms meer dan één) was de baas van de raad.

Slide 34 - Diapositive

Hoe gaat dat nu?
In een stad is de gemeenteraad de baas. De mensen van de gemeenteraad zijn gekozen. Zij beslissen over de plannen. Wethouders voeren de plannen uit. 
De gemeenteraad wil bijvoorbeeld een nieuwe sporthal. De wethouder moet dan zorgen dat die sporthal er komt. 
De regering van het land benoemt de burgemeester
De burgemeester is de voorzitter van de gemeenteraad.

Slide 35 - Diapositive

Slide 36 - Vidéo

Waarom gaf de heer soms stadsrechten aan een stad?

A
Omdat hem dat veel geld opleverde.
B
Omdat hij dan meer macht zou krijgen in de stad.
C
Omdat hij dan niet zelf de stad hoefde te besturen.
D
Omdat hij dan ook de baas zou zijn over het stadsleger.

Slide 37 - Quiz

Wat was de rol van een schout in de middeleeuwse stad
A
Hij gaf leiding aan de rakkers en ging over de veiligheid in de stad
B
Hij was de baas over de markt.
C
Hij was de baas over de kerk of kathedraal
D
Hij gaf leiding aan het stadsbestuur en de burgermeester

Slide 38 - Quiz

Wie was de hoogste baas in een stad met stadsrechten?
A
Schout
B
Schepenen
C
Koning
D
Boeren

Slide 39 - Quiz

Schout
Rakkers
Schepenen
Burgemeester
Bepalen de straffen van een misdaad
Hoofd van de politie
Politie
Baas van de stadsraad

Slide 40 - Question de remorquage

Aan de slag
  • Maken 5.1              vraag 7 t/m 11

bladzijde 112+113

Slide 41 - Diapositive

Deze les heb je geleerd:
Hoe een middeleeuwse stad bestuurd werd

Slide 42 - Diapositive