spreekwoorden en uitdrukkingen

1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 30 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Les 1
Wat is het verschil tussen een spreekwoord, gezegde en uitdrukking? 

Welke kennen jullie al?

Slide 2 - Diapositive

Welk spreekwoord is er afgebeeld op de volgende foto's?

Slide 3 - Diapositive

Voorbeeld 1

Slide 4 - Diapositive

Voorbeeld 2

Slide 5 - Diapositive

Voorbeeld 3

Slide 6 - Diapositive

Antwoorden
1. Tijd is geld = als je ergens lang over doet, kost dat geld
2. Groene vingers hebben = je kunt goed met planten omgaan, weet wat ze wanneer nodig hebben
3. Appels met peren vergelijken = je kunt niet twee totaal verschillende dingen met elkaar vergelijken

Slide 7 - Diapositive

Letterlijke herkomst
  • steenrijk
  • kant en klaar
  • door de beugel kunnen
  • iemand de duimschroeven aandraaien (iemand in het nauw brengen met lastige vragen)
  • peperduur


Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Vidéo

Slide 10 - Vidéo

Slide 11 - Diapositive

Zoek de spreekwoorden
op de zoekplaat!

Slide 12 - Diapositive

Wat dacht je van deze?
Of...

Slide 13 - Diapositive

Verschil spreekwoorden en uitdrukkingen
  • Een spreekwoord
    ... is een vaste zin.
    ... onveranderlijk.
    ... is meestal een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld.

    Bijvoorbeeld:
    Je moet een gegeven paard niet in de bek kijken.
    Oost west, thuis best.



Slide 14 - Diapositive

Verschil spreekwoorden en uitdrukkingen
  • Een uitdrukking
    ... is een woord of groepje woorden.
    ... kun je in zinnen gebruiken.
    ... kun je veranderen van woordvolgorde.

    Bijvoorbeeld:
    vlinders in je buik hebben.  -> Hij heeft vlinders in zijn buik.

Slide 15 - Diapositive

 Spreekwoorden 

Een spreekwoord is onveranderlijk
Je gebruikt dus altijd dezelfde woorden in dezelfde volgorde
Een spreekwoord is bovendien altijd een mededeling, geen vraag. 
Het werkwoord (de persoonsvorm) staat in de tegenwoordige tijd (als er een persoonsvorm aanwezig is). Meestal is een spreekwoord een algemene levenswijsheid: zo gaat het nu eenmaal in de wereld. 
Voorbeelden van spreekwoorden zijn: ‘Na regen komt zonneschijn’, ‘Boontje komt om zijn loontje’ en ‘Oost west, thuis best.’


Slide 16 - Diapositive

Uitdrukking 
Het is een overkoepelend begrip voor alle vaste verbindingen met een figuurlijke betekenis
Je kan een uitdrukking veranderen van woordvolgorde.

Voorbeeld:
 'Er als de kippen bij zijn', kun je veranderen in; 'Zij zijn er altijd als de kippen bij als het gratis is'.

Slide 17 - Diapositive

Gezegde
Vaste reeks woorden met een vaste betekenis.

Voorbeeld:  'met hart en ziel' en 'door dik en dun'.

Slide 18 - Diapositive

Verschil spreekwoord & uitdrukking & gezegde

Slide 19 - Diapositive

Les 2 
Weten we nog wat het verschil is tussen een spreekwoord en een uitdrukking? 

Test je kennis in de quiz!

Slide 20 - Diapositive

Klopt dit?
Een spreekwoord kun je niet veranderen, maar een uitdrukking wel.
A
Klopt wel
B
Klopt niet

Slide 21 - Quiz

Is dit een spreekwoord of uitdrukking?

Beter één vogel in de hand dan tien in de lucht.
A
spreekwoord
B
gezegde

Slide 22 - Quiz

Spreekwoord of uitdrukking?

Vele wegen leiden naar Rome
A
spreekwoord
B
gezegde

Slide 23 - Quiz

Spreekwoord of uitdrukking?

Eindelijk komt de aap uit de mouw.
A
spreekwoord
B
gezegde

Slide 24 - Quiz

De beurskoers van de Amerikaanse videogames-webwinkel GameStop gaat na een actie van Reddit-gebruikers door het dak.

Wat is de uitdrukking?
A
gaat
B
door het dak
C
gaat door het dak
D
De beurskoers

Slide 25 - Quiz

Wat is dit?
''Iemand het gras voor de voeten wegmaaien''
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking

Slide 26 - Quiz

Spreekwoorden en uitdrukkingen hebben een...
A
letterlijke betekenis
B
figuurlijke betekenis

Slide 27 - Quiz

Spreekwoord of uitdrukking?

een wolf in schaapskleren
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking

Slide 28 - Quiz

Is er in onderstaande zin een spreekwoord of uitdrukking te vinden?

Ik zei nog zo tegen Abel: 'Wie een kuil graaft voor een ander, valt er zelf in. '
A
spreekwoord
B
uitdrukking

Slide 29 - Quiz

Is er in onderstaande zin een spreekwoord of uitdrukking te vinden?

Jan zit met heel veel problemen. Hij moet nu echt aan de bel trekken.

A
spreekwoord
B
uitdrukking

Slide 30 - Quiz

Is er in onderstaande zin een spreekwoord of uitdrukking te vinden?

Sophie zegt troostend tegen Piet: "Houd moed. Achter de wolken schijnt de zon."

A
spreekwoord
B
uitdrukking

Slide 31 - Quiz

Met de noorderzon vertrekken
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking

Slide 32 - Quiz

Een nieuwsgierig Aagje:
spreekwoord, gezegde of uitdrukking?
A
Spreekwoord
B
uitdrukking
C
gezegde

Slide 33 - Quiz

Gaat het hier om een spreekwoord of een uitdrukking?
"Jong geleerd, is oud gedaan."
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking

Slide 34 - Quiz

Gaat het hier om een spreekwoord of een uitdrukking?
"Het loont de moeite."
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking

Slide 35 - Quiz

Gaat het hier om een spreekwoord, een uitdrukking of een gezegde?
"Met man en macht"
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Gezegde

Slide 36 - Quiz

Gaat het hier om een spreekwoord, een uitdrukking of een gezegde?
"van jetje geven"
A
Spreekwoord
B
Uitdrukking
C
Gezegde

Slide 37 - Quiz

Gaat het hier om een spreekwoord of een uitdrukking?
"Joost mag het weten."
A
Spreekwoord
B
uitdrukking

Slide 38 - Quiz

Aan het werk!
  1. spreekwoord/gezegde/uitdrukking uitbeelden
  2. spreekwoord/gezegde/uitdrukking in emoticons noteren

Ik maak groepjes via Magister.

Slide 39 - Diapositive

opdracht 1 - spreekwoord/gezegde/uitdrukking uitbeelden
  • Kies een spreekwoord, een gezegde of een uitdrukking.
  • Beeld dit uit. Dit kan met materialen of met selfies of ...
  • Maak er een foto van.
  • Stuur de foto naar mij via Magister

=> Kan de rest van de klas raden wat er wordt uitgebeeld?

Slide 40 - Diapositive

opdracht 2 - spreekwoord/gezegde/uitdrukking in emoticons noteren
  • Kies een spreekwoord, een gezegde of een uitdrukking.
  • Zet dit om in emoticons.
  • Stuur de 'opgave' naar mij via Magister

=> Kan de rest van de klas ontcijferen wat er staat?

Slide 41 - Diapositive

Slide 42 - Diapositive

Slide 43 - Diapositive

Aandachtspunten
Je mag kiezen voor de uitbeeld-opdracht of de emotie-opdracht.
Houd je werk geheim voor de overige klasgenoten. 
Je zorgt niet voor overlast binnen de school.
Half uur voor einde van de les ben je terug in het lokaal.

Slide 44 - Diapositive