Duits: die Uhr lesen

• Duits
• MBO
• Studiejaar 1

Die Uhr lesen

Ziel:

Na deze instructie...

- weet je belangrijke Duitse woorden die te maken hebben met klokkijken,

- kun je digitale kloktijden in het Duits verwoorden,

- kun je kloktijden verstaan,

- kun je kloktijden opschrijven

Opdracht:

Zoek op internet belangrijke Duitse woorden die te maken hebben met klokkijken.

Noteer deze in de volgende slide.

Duitse woorden omtrent klokkijken.

Gut!

Uur= Uhr 

   Uur (duur)= Stunde

Half= Halb

Kwart= Viertel

Over= nach

Voor= Vor

Kwartier= ein Viertel

Om= um

Ook...

Kun je op een digitale manier de kloktijden uitspreken.
Dit heeft weg van de Engelse manier.
Half 9 =                          8 uur 30 =      acht Uhr dreißig
Kwart voor 10=           9 uur 45 =      neun Uhr fünf und vierzig

Tien voor half 12=     11 uur 20=      elf Uhr zwanzig

Aan drie studenten voorbeelden vragen:
Hoelaat begon deze les?
Hoelaat begint je volgende les?
Hoelaat ben je vrij?
Hoelaat moet je werken?

Hoelaat is het nu precies?

Welke kloktijd wordt gezegd?

1. Tien voor drie
2. Tien over drie
3. Drie voor tien
4. Een over drie

Welke kloktijd wordt gezegd?

1. Tien voor half elf
2. Vijf voor half tien
3. Tien voor half vijf
4. Tien over half vijf

Welke kloktijd wordt gezegd?

1. Tien over half acht
2. Tien voor half acht
3. Tien over acht
4. Tien voor half negen

Wie spät ist es?

Wie spät ist es?

Wie spät ist es?

Extra taalmateriaal

Das Frühstückbuffet ist von halb 8 bis 10 Uhr. 
Die Hotelbar ist geöffnet von 21 bis 23 Uhr.
Die Hotelbar öffnet um 21 Uhr.

Die Rezeption ist rundum die Uhr geöffnet.

Die Öffnungszeit der Rezeption ist von 7 bis 21 Uhr.
Die Öffnungszeiten des Schwimbads sind von 8 bis 20 Uhr 30.

Das Buffet dauert 2 Stunden.
Das Buffet fängt um halb 7 an. 

Dit even doornemen.
Daarna de vellen met taalmateriaal uitdelen en de invulopdracht.
Instructie op geven.
Studenten kunnen aan het werk. 
Daarna het rad mailen en studenten in tweetallen aan het rad laten draaien en met behulp van het blad met taalmateriaal de brokjes tot een zin te vermaken. 

08.30

10.15

11.45

13.55

17.28

es ist fünf vor zwei

es ist Viertel nach zehn

es ist halb neun

es ist zwei vor halb sechs

es ist Viertel vor zwölf