Cette leçon contient 20 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.
La durée de la leçon est: 50 min
Éléments de cette leçon
Welcome to class!
Slide 1 - Diapositive
Today:
Movie
Movie review
Time left: worksheet questions
Slide 2 - Diapositive
Movies
Kies 3 van je favoriets films / series.
Omschrijf in 2 zinnen waar het over gaat.
Omschrijf in 3 zinnen wat je ervan vind.
Gebruik woorden uit de woordenlijst!
Slide 3 - Diapositive
Review
Nu je hebt geoefend met het geven van je mening, ga je een echte movie-review schrijven!
Slide 4 - Diapositive
Review
Lees het voorbeeld.
Slide 5 - Diapositive
Review
Een review bestaat uit 3 delen:
- inleiding
- paragraph
- conclusie
Op de volgende pagina's krijg je uitleg over de delen.
Klik op het plusje om meer te lezen.
Slide 6 - Diapositive
Inleiding:
Inleiding
De inleiding bestaat uit:
Een titel, genre en het verhaal.
Hier vertel je dus waar de film over gaat, maar je verklapt het einde niet! (No spoilers!)
Slide 7 - Diapositive
Paragraaf
Paragraaf
De paragraaf:
In dit gedeelte geef je jouw mening. Dit kan gaan over het verhaal, de acteurs / het acteren / het camerawerk, de muziek, de special effects etc. Het gaat erom dat jij verteld wat je van de film van vindt en waarom. Onderbouw je mening.
Slide 8 - Diapositive
Conclusie
Conclusie
Hier geef je je uiteindelijke mening. Je kan de film juist aanraden aan andere mensen. Of afraden.
Als je paragraaf positief is, dan is de conclusie ook positief.
Als je paragraaf negatief is, dan is de conclusie dus negatief.
Slide 9 - Diapositive
Review
Vul tijdens het kijken dit in.
Dit gaat je helpen bij je review.
Na afloop schrijf je je review.
Schrijf minimaal 100 woorden.
Slide 10 - Diapositive
Review
Kijk de film.
Schrijf je review.
Gebruik de indeling: introduction, paragraph, conclusion.
Slide 11 - Diapositive
Slide 12 - Vidéo
Review
Kijk de film.
Schrijf je review.
Gebruik de indeling: introduction, paragraph, conclusion.
Slide 13 - Diapositive
Questions?
QUESTIONS
Slide 14 - Diapositive
Questions
Step 1: do / does
Step 2: subject
Step 3: verb (altijd hele werkwoord!)
Step 4: rest of the sentence.
Slide 15 - Diapositive
My sisterloves pizza.
1. Do or does? Kijk naar het onderwerp. My sister. Is dit she/he/it? Ja, dus does.
2. Het onderwerp: my sister.
3. Hele werkwoord. Dus loves --> love
Want, maar 1 keer SHIT-rule.
4. Rest van de zin.
1.
2.
3.
4.
Does
my sister
love
pizza?
Slide 16 - Diapositive
My sisterloves pizza with olives and lots of cheese.
1. Do or does? Kijk naar het onderwerp. My sister. Is dit she/he/it? Ja, dus does.