Les 01 - Ethos, logos en pathos

Overtuigen: ethos, logos en pathos
Spreekvaardigheid §B2
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Overtuigen: ethos, logos en pathos
Spreekvaardigheid §B2

Slide 1 - Diapositive

Deze les

  1. Leerdoel
  2. Uitleg Ethos, logos en pathos
  3. zelfstandig werken
  4. Afsluiting

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
Als het goed is, weet je aan het eind van deze les: 
- welke middelen je hebt om iemand verbaal te overtuigen; 
- wat de overtuigingsmiddelen ethos, logos en pathos inhouden; 
- hoe je Aristoteles' overtuigingsmiddelen herkent. 

Slide 3 - Diapositive

Overtuigen
Op dagelijkse basis willen mensen graag anderen overtuigen: je wilt een nieuwe laptop, je wilt later naar bed of je wilt dat iemand je met de auto naar school brengt.

In de afgelopen weken hebben we gezien wat er nodig is om iemand te overtuigen: een standpunt en argumenten. 

Slide 4 - Diapositive

Aristoteles
De Griekse wijsgeer Aristoteles merkte op dat mensen over het algemeen drie middelen inzetten om anderen over de streep te trekken: ethos, logos en pathos.  

Slide 5 - Diapositive

Ethos
Aristoteles' eerste overtuigingsmiddel is 'ethos'; dit woord komt uit het Grieks en betekent 'karakter'. Hierbij gaat het om de indruk die je wekt. 

- Wek de indruk verstand te hebben van waarover je praat; 
- Wek de indruk eerlijk en betrouwbaar te zijn; 
- Wek de indruk betrokken te zijn bij je publiek en oog voor ze te hebben

Slide 6 - Diapositive

Logos
Ook 'logos' komt uit het Grieks en betekent 'woord', 'gedachte' of 'rede'. 

Hierbij gaat het om de inhoud van je speech of betoog. 

Je gebruikt argumenten, feiten en bewijzen om je standpunt te ondersteunen. Deze hoeven niet per se waar te zijn, maar je brengt ze wel overtuigend. 

Slide 7 - Diapositive

Pathos
Het laatste overtuigingsmiddel is pathos, oftewel emotie. 

Hierbij probeer je bepaalde gevoelens bij je publiek op te wekken. 

Ben je boos? Probeer je woede op je publiek over te brengen. Dit kan ook met andere emoties, zoals angst, verdriet, optimisme enzovoorts. 


Slide 8 - Diapositive

Overige tips
- Kleding kan bijdragen aan je geloofwaardigheid. Wat wil je uitstralen? Een uniform kan je geloofwaardigheid vergroten. 
- Bepaalde kleuren zijn aan bepaalde emoties gekoppeld. Probeer hiermee te spelen. 
- Dit geldt ook voor muziek; ook hierdoor kunnen emoties worden opgeroepen. 
- Versterk je boodschap met beelden: kijkers zien het nu voor zich.

Slide 9 - Diapositive

Opdracht 
Lees de theorie op pagina 344 nog eens goed door. 

We bekijken een TedTalk en jullie geven aan op welke manier jullie de overtuigingsmiddelen ethos, logos en pathos erin terug zien komen. 

Een TED-talk is geen gewone, saaie presentatie, maar een sprankelend en inspirerend betoog. Het doel is het verspreiden van goede ideeën.

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Vidéo

Aan de slag
Afmaken opdracht 1 t/m 8 op pagina 342.
Werk nu aan de opdrachten 1 tot en met 4 op pagina 345.

Klaar? Ga dan stillezen of huiswerk ander vak maken. 

Slide 12 - Diapositive