12/3/2021 - Leestekst vaccinwantrouwen bespreken + start nieuwe tekst - 4H

• Nederlands
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 4

Lesplanning

*Antwoorden leestekst over vaccinwantrouwen bespreken.

*Start met nieuwe tekst. 

*Als je nog uitleg wil over stof (argumentatie of leesvaardigheid; geef het aan.

Was het beantwoorden van de vragen bij de tekst te doen?

Ja, de vragen waren allemaal goed te doen.

Ja, de meeste vragen waren te doen.

Nee, ik begreep de vragen niet.

Nee, de vragen waren te moeilijk.

Op welke manier wordt in de inleiding de aandacht van de lezer getrokken?

Het antwoord is A (een actuele gebeurtenis). 

Wat betekent het woord "fiducie" (alinea 5)?

Met toetsen mag je altijd een woordenboek NE-NE meenemen. Maar soms is het net zo snel om de betekenis in de tekst te zoeken. 

3. Aan het begin van de vijfde alinea staat "Vertrouwen is het sleutelwoord volgens Blume". Leg in je eigen woorden uit waarom vertrouwen het sleutelwoord is bij het wantrouwen van de vaccins Baseer je antwoord op alinea 5. 

3. Aan het begin van de vijfde alinea staat "Vertrouwen is het sleutelwoord volgens Blume". Leg in je eigen woorden uit waarom vertrouwen het sleutelwoord is bij het wantrouwen van de vaccins Baseer je antwoord op alinea 5. 

Vertrouwen is het sleutelwoord, omdat wanneer mensen geen vertrouwen hebben in de overheid, ze (waarschijnlijk) ook geen vertrouwen hebben in de farmaceutische industrie (die de vaccins maakt). Als er meer vertrouwen in de overheid is, zal er (waarschijnlijk) ook meer vertrouwen in de vaccins komen. 

4. Standpunt in alinea 5: "Niet overal in Europa is het even best gesteld met het vertrouwen in de farmaceutische industrie". De vraag was om de argumenten uit alinea 5, 6 en 7 te halen. Subargumenten hoef je niet te noteren. 

4. Standpunt in alinea 5: "Niet overal in Europa is het even best gesteld met het vertrouwen in de farmaceutische industrie". De vraag was om de argumenten uit alinea 5, 6 en 7 te halen. Subargumenten hoef je niet te noteren. 

4. Standpunt in alinea 5: "Niet overal in Europa is het even best gesteld met het vertrouwen in de farmaceutische industrie". De vraag was om de argumenten uit alinea 5, 6 en 7 te halen. Subargumenten hoef je niet te noteren. 

Argument uit alinea 5: De opkomst van grote internationale farmaceutische bedrijven heeft vaccinproductie ondoorzichtig gemaakt.

Argument uit alinea 6: De afspraken met de farmaceutische bedrijven rondom de coronavaccins zijn niet openbaar gemaakt.

Argument uit alinea 7: De farmaceutische industrie is de laatste tijd slecht in het nieuws geweest.

5. Wat voor een soort argumentatiestructuur heeft de argumentatie uit de vorige vraag? 

Het gaat hier om nevenschikkende argumentatie. De argumenten zijn onafhankelijk van elkaar. Je kunt dit ten eerste zien aan het feit dat de argumenten in verschillende alinea's staan. Daarnaast wijzen de signaalwoorden evenmin en bovendien op een opsomming van argumenten die sterk genoeg zijn om los van elkaar het standpunt te ondersteunen. 

6. Wat is het verband tussen alinea 8 en de vorige alinea? 

Kies uit: samenvattend/concluderend/oorzakelijk/ toelichtend/opsommend/toegevend

7. Waarom verbaast het Jonathan Kennedy in alinea 11 niet dat in Frankrijk de vaccinscepsis zegeviert? Baseer je antwoord op alinea 9 t/m 11.

8. 'Soms is een nieuw vaccin ook een kwestie van wennen, heeft [Stuart Blume] gemerkt. "De opkomst bij de HPV-prik tegen baarmoederhalskanker was bij de start in Nederland ook niet zo hoog, maar inmiddels is de vaccinatiegraad flink bijgetrokken".' (alinea 13). 

Welk argumentatieschema herken je hier? 

9. Welk argumentatieschema kom je het meeste tegen in deze tekst? Kies uit: 

10. Wat voor een soort slot heeft de tekst? Kies uit: 

Conclusie/afweging/aansporing/ toekomstverwachting/samenvatting

Oefentekst "Pak de tabakslobby keihard aan"

*Vandaag eerste vragen maken (5 t/m 10). 

*Maandag verder werken. 

"Pak de tabakslobby keihard aan"
1. Wat zou het onderwerp zijn?
2. Wat zou de hoofdgedachte zijn?
3. Wat zou het schrijfdoel zijn: amuseren, informeren, opiniëren, overtuigen of activeren?