Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 45 min
Éléments de cette leçon
26 mei
Boekverslag
Uitleg formuleren
Opdrachten formuleren
Slide 1 - Diapositive
2 juni
Lezen (20 min.)
Opdrachten formuleren afmaken
Opdrachten nakijken
Klaar? trainen spelling en formuleren
Slide 2 - Diapositive
Lezen
timer
15:00
Slide 3 - Diapositive
Boekverslag
Boek eigen keuze
Zie jaarbijlage in Som
Verslag inleveren: uiterlijk 10 juni
Slide 4 - Diapositive
Formuleren §4, §6, §7
Zelf uitlegfilmpjes kijken en theorie lezen
Slide 5 - Diapositive
Wat is formuleren?
De manier waarop je iets onder woorden brengt.
Daar zijn regels en trucjes voor, die bespreken we in het hoofdstuk 'formuleren'.
We behandelen nu:
- het gebruik van voorbeelden (§4)
- variëren in zinslengte (§6)
- verbanden aanbrengen tussen zinnen (§7)
Slide 6 - Diapositive
§4 voorbeelden gebruiken (240)
Een tekst wordt leuker en duidelijker als je zo nu en dan een voorbeeld gebruikt:
-> moeilijk woord uitleggen
-> situatie duidelijk maken
Slide 7 - Diapositive
voorbeelden gebruiken
In veel teksten worden voorbeelden gebruikt. Voorbeelden lichten een begrip toe. Soms gebruiken schrijvers daarvoor maar een paar woorden, maar later zul je leren dat een schrijver soms één of meerdere alinea's gebruikt om voorbeelden te geven.
Slide 8 - Diapositive
voorbeelden gebruiken
De oudste voorbeelden van massamedia zijn de krant, de radio en de televisie.
Ik houd niet van individuele sporten zoals tennis en gymnastiek, maar teamsporten als voetbal en hockey vind ik wel leuk.
Slide 9 - Diapositive
signaalwoorden
Een voorbeeld kun je aankondigen met een signaalwoord:
bijvoorbeeld, zoals, denk maar aan, zo, neem nou, ...
Gebruik je getallen, wees dan zo concreet mogelijk.
Slide 10 - Diapositive
In onderstaande zinnen staan voorbeelden. Noteer ze.
1. Aan de Dakar Rally doen vervoermiddelen mee als auto’s, vrachtwagens en motoren.
2. In de schuur staat een heleboel tuingereedschap: een schop, een hark en een schoffel, en ook een grasmaaier en een bladblazer.
3. Er zijn steeds meer middelen voor minder mobiele ouderen. Denk maar aan rollators, trapliften en scootmobielen.
4. Als je je trekkerstentje ontgroeid bent, zijn er andere mogelijkheden om te ‘kamperen’, bijvoorbeeld een chalet of een glampingtent.
Opdrachtje
Slide 11 - Diapositive
§6 Variëren in zinslengte (244)
Je maakt teksten prettiger leesbaar door verbindingswoorden/ signaalwoorden.
Maak zinnen interessanter door ze samen te voegen:
Ties schrijft een tekst over skateboarden. Valentijn schrijft een tekst over pizza.
Ties schrijft een tekst over skateboarden en Valentijn een tekst over pizza.
Slide 12 - Diapositive
Variëren in zinslengte
Wissel af tussen enkelvoudige en samengestelde zinnen.
Enkelvoudige zin: zonder signaalwoord, 1 persoonsvorm