Cette leçon contient 21 diapositives, avec diapositives de texte.
La durée de la leçon est: 60 min
Éléments de cette leçon
naam
nummer
naam
nummer
Evelien Abbink
1
Marwa Mahhouti
15
Abdelrahmane Ahrouch
2
Yaro Nagelhout
16
Shihab Abdullah
3
Chanel Poel
17
Aïsha Batawangge
4
Pip Rusman
18
Menessa Bdair
5
Jarno Spaans
19
Arif Bourhan
6
May Titi
20
Emre Cikrikciglu
7
Lilly van der Valk
21
Max Dekker
8
Robin Visscher
22
Milo van Enkhuijzen
9
Silje Visser
23
Medya Hasan
10
Lise van Wilgen
24
Storm Jansen
11
Misha Wilson
25
Oscar de Jong
12
Rinaysha van Loon
26
Kacper Krupa
13
27
Bjorn Lith
14
28
Slide 1 - Diapositive
Wat gaan we doen?
Herhalen vorige les..
Uitleg 5.1AB
Werken.
Uitleg 5.1C
Slide 2 - Diapositive
Slide 3 - Diapositive
WO II strijdende partijen:
Welke twee landen mis je?
Geallieerden
As-mogendheden
Duitsland
Groot Brittannië
Japan
Canada
Italië
Frankrijk
Slide 4 - Diapositive
Wat heeft de bron te maken met het einde van WWII
Slide 5 - Diapositive
Slide 6 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt verschillen noemen tussen de Sovjet Unie en de Verenigde Staten, op politiek-bestuurlijk en economisch gebied.
Je kunt uitleggen hoe de VS en de SU bondgenoten werden tijden WO II en welke afspraken zij in 1945 maakten.
Je kunt beschrijven hoe Europa verdeeld raakte in twee machtsblokken.
Slide 7 - Diapositive
Kapitalistisch
Communistisch
Veel verschillende politieke partijen.
Eén partij, de communistische partij.
Grondrechten zoals vrijheid van meningsuiting en stemrecht.
Weinig rechten.
Vrije economie, iedereen mag een bedrijf starten.
Bedrijven zijn eigendom van de staat.
Verschil tussen arm en rijk.
Bijna iedereen is gelijk
Slide 8 - Diapositive
5.1 B Samen tegen Hitler.
Geallieerden (bondgenoten/vrienden)= SU, VS en Groot-Britannië tijdens WOII.
SU communistisch, wantrouwen in Westen op SU.
Westen kapitalistisch, wantrouwen van SU op het Westen.
1939 Hitler en Stalin verdrag gesloten om elkaar niet aan te vallen. Hitler hield zich niet aan het verdrag. Viel in 1941 SU aan. SU met wapens vanuit het Westen geholpen tegen nazi-Dld.
Slide 9 - Diapositive
1945
Afspraken in Jalta:
In alle Europese gebieden zouden vrije verkiezingen worden gehouden.
Duitsland zou opgedeeld worden in vier stukken (zones). De VS, SU, Groot Brittanië en Frankrijk krijgen allemaal een stuk.
De Verenigde Naties moet worden opgericht.
Slide 10 - Diapositive
Verenigde Naties
Opgericht in 1945.
Doelen:
Zorgen dat landen in gesprek blijven en geen militair conflict aangaan.
Geven van noodhulp bij rampen en oorlogen.
Slide 11 - Diapositive
Aan het werk.
10 minuten.
Werk in tweetallen of met z'n drieën.
5.1 A en B Lees blz 54 t/m 56.
5.1 A en B Maak vraag 55 t/m 57.
Slide 12 - Diapositive
Wat gaan we doen?
Herhalen 5.1AB.
Huiswerk nakijken.
Uitleg 5.1C.
Werken.
Uitleg 5.2A.
Slide 13 - Diapositive
Bekijk de bron.
Wat zie je?
Wie zijn dit?
Welk land horen deze mannen?
Is deze bron uit het begin of het eind van WOII?
Slide 14 - Diapositive
Nakijken.
Blz 55 en 57.
Eén persoon leest de vraag voor.
Heb je iets anders? Steek je vinger op en zeg het, soms is meer dan één antwoord goed.
Zorg ervoor dat je de juiste antwoorden overneemt.
Slide 15 - Diapositive
Leerdoelen
Je kunt verschillen noemen tussen de Sovjet Unie en de Verenigde Staten, op politiek-bestuurlijk en economisch gebied.
Je kunt uitleggen hoe de VS en de SU bondgenoten werden tijden WO II en welke afspraken zij in 1945 maakten.
Je kunt beschrijven hoe Europa verdeeld raakte in twee machtsblokken.
Slide 16 - Diapositive
5.1 C
Twee machtsblokken:
Oostblok = SU en Oost-Europese landen (rood).
Westblok= VS en West-Europese landen (blauw).
Slide 17 - Diapositive
Westblok
Om het communisme te stoppen Containmentpolitiek:
Een deel van het leger van de VS bleef in West Europa.
De VS gaf landen in West Europa Marshalhulp.
"het communisme mag niet uitbereiden."
President Truman.
Slide 18 - Diapositive
Marshalhulp
Economische steun voor West-Europa.
De hulp was een gift.
Stalin (SU) weigerde de hulp voor Oost-Europa.
Slide 19 - Diapositive
Ondanks de afspraken ging de SU meer zijn eigen gang. De rest gong juist meer samenwerken.