TAAK B: IK HEB EEN VRAAG

1 / 45
suivant
Slide 1: Diapositive
GesMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 45 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 50 min

Éléments de cette leçon

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

TAAK B
ik heb een vraag

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Icoontjes:
Sla deze slide op in je favorieten of klik op het oog om de slide te verbergen.

Kleurcodes:
De kleurcodes in deze les verschillen per lesfase:

informatie
doen
Voorkennis activeren
#EBE7F7
#9C89D7
Theorie/Instructie
#F8DACF 
#FE8F6B
Verwerking
#C4E5C9
#38A84A
Afsluiting
#EBE7F7
#9C89D7

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

JdW-kijkwijzer
Lesopbouw:

  1. Vooraf:
    Startklaar, Voorkennis activeren, Formatief Handelen

  2. Instructie:
    Leerdoelgericht werken, Inclusieve didactiek, Concrete en herkenbare voorbeelden, Formatief Handelen

  3. Toepassing:
    Actieve verwerking, Formatief handelen 

  4. Evaluatie:
    Afsluiting

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

              Startklaar
  • Op je plek zitten 
  • Telefoon in het Zakkie 
  • Jas over de stoel, oortjes in de tas, tas op de grond
  • Schoolspullen op tafel: Boek, Chromebook, JdW-map, etui 
timer
3:00

Slide 6 - Diapositive

1. Startklaar
Bij de start van iedere les verwelkomt de docent de leerlingen bij de ingang van de deur, noemt leerlingen bij naam, maakt oogcontact en besteedt aandacht aan hun welbevinden. De docent geeft het goede voorbeeld en spreekt hoge verwachtingen uit voor het verloop van de les door succescriteria op gewenst gedrag, schooltaal en effectief leren te benoemen. De leerlingen zijn startklaar: ingelogd in LessonUp, telefoons opgeborgen in het Zakkie, en JdW-map op tafel.
              Voorkennis activeren
Met een Inleiding op de les kun je de voorkennis van leerlingen activeren.

Verschillende tools die je kunt inzetten bij het activeren van de voorkennis:
  • Quizlet
  • Woordweb (in LessonUp)
  • Open vragen of Quiz-vragen in LessonUp (multiple choice)
  • Placemat (in groepjes)
  • Etc...
Checklist:
  • Bepaal welke voorkennis relevant is voor de nieuwe lesstof.
  • Ontwerp een terugblik-opdracht die deze voorkennis activeert.
  • Overweeg of en hoe thuistalen ingezet kunnen worden om de voorkennis te activeren.

Slide 7 - Diapositive

Voorkennis activeren:
In iedere les wordt relevante voorkennis geactiveerd aan de hand van een terugblik-opdracht om zo de mate van stofbeheersing te bepalen en richting te geven aan de rest van de les.

Enkele werkvormen die zich hier mooi voor lenen zijn:

Aan wie kun je op school om hulp vragen
als je iets moet kopiëren,
maar je niet weet hoe dat moet?

Slide 8 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions


Als je iets moet kopiëren maar je weet niet
hoe dat moet, welke vraag kun je dan stellen?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Waar heb jij op school, stage
of werk weleens hulp bij nodig?

Slide 10 - Carte mentale

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen. 

Hoe vind jij het om vragen te stellen als je iets niet begrijpt?
Dat vind ik makkelijk, dus ik stel veel vragen.
Dat vind ik makkelijk, maar ik wacht wel lang voordat ik een vraag stel.
Dat vind ik moeilijk, dus ik stel geen vragen.
Iets anders, namelijk...

Slide 11 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions


Voorkennis
Voorkennis
Voorkennis
Voorkennis
A
B
C
D

Slide 12 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

timer
5:00
Voorkennis
Vraag 1
Vraag 2
Vraag 3
Vraag 4

Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

           Leerdoelen
Aan het einde van deze taak...
  1. kun je het stellen van een vraag voorbereiden (T1)
  2. kun je je houden aan gespreksregels voor het stellen van een vraag (T2)
  3. kun je een controlevraag stellen als je meer over een antwoord wilt weten (T2)
  4. kun je een vervolgvraag stellen als je meer over een antwoord wilt weten (T2)
  5. kun je een gesprek voeren waarin je vragen stelt en je daarbij aan de gespreksregels houden (T2)

Slide 14 - Diapositive

3. Leerdoelgericht werken
De docent geeft het onderwerp, RTTI geformuleerde leerdoelen en de lesopbouw aan. De docent weet de leerdoelen goed te laten aansluiten bij de voorkennis en het (taal)niveau van de leerlingen. Gedurende de les wordt continu een terugkoppeling naar de leerdoelen gemaakt om de mate van beheersing te controleren.   
              Inleiding
Als je op je stage of werk iets niet weet of begrijpt, kun je hierover een vraag stellen aan je stagebegeleider, leidinggevende of collega. Zij kunnen jou dan verder helpen door jou iets uit te leggen of door iets te laten zien.

Bijvoorbeeld:
  • Je vraagt aan een collega op je nieuwe werk: 'Kun je me uitleggen waar de kantine is?'
  • Je vraagt aan je stagebegeleider: 'Kunt u nog een keer voordoen hoe de machine werkt?'
  • Je vraagt aan een collega in de keuken: 'Weet jij waar de kaas ligt voor de tosti's?'

Slide 15 - Diapositive

Inleiding
Door een goede inleiding voelen leerlingen zich betrokken en begrijpen ze het belang van wat ze gaan leren. Dit vergroot hun motivatie en leerresultaten. 

Kun je een voorbeeld geven van een vraag
die jij een keer op stage of werk hebt gesteld?

Slide 16 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

              Inleiding
In deze taak leer je meer over:
  • gespreksregels
  • controlevragen
  • vervolgvragen

Slide 17 - Diapositive

Inleiding
Door een goede inleiding voelen leerlingen zich betrokken en begrijpen ze het belang van wat ze gaan leren. Dit vergroot hun motivatie en leerresultaten. 
              Aan de slag!
Fragment koffiemachine 1

Slide 18 - Diapositive

Inleiding
Door een goede inleiding voelen leerlingen zich betrokken en begrijpen ze het belang van wat ze gaan leren. Dit vergroot hun motivatie en leerresultaten. 
              Aan de slag!
Fragmenten koffiemachine 2 en 3

Slide 19 - Diapositive

Inleiding
Door een goede inleiding voelen leerlingen zich betrokken en begrijpen ze het belang van wat ze gaan leren. Dit vergroot hun motivatie en leerresultaten. 
           Theorie

Slide 20 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


           Theorie

Slide 21 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


         Aan de slag!
Bekijk en lees de strip. Geef antwoord op de vragen:

  1. Wat wil de jongen weten?

Slide 22 - Diapositive

Inleiding
Door een goede inleiding voelen leerlingen zich betrokken en begrijpen ze het belang van wat ze gaan leren. Dit vergroot hun motivatie en leerresultaten. 

           Aan wie kan de jongen
           zijn vraag het beste stellen?
A
Aan de bezoeker aan de balie
B
Aan een klasgenoot
C
Aan zijn stagebegeleider

Slide 23 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


           Welke vraag kan de jongen
           het beste stellen?
A
Meneer, mag ik wat anders doen dan de telefoon opnemen?
B
Meneer, wat moet ik ook alweer zeggen bij het opnemen van de telefoon?
C
Meneer, wil jij de telefoon opnemen?

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

         Aan de slag!
Bekijk en lees de strip. Geef antwoord op de vragen:

  1. Wat wil het meisje weten?

Slide 25 - Diapositive

Inleiding
Door een goede inleiding voelen leerlingen zich betrokken en begrijpen ze het belang van wat ze gaan leren. Dit vergroot hun motivatie en leerresultaten. 

           Aan wie kan het meisje
           haar vraag het beste stellen?
A
Aan een klant in de winkel
B
Aan een klasgenoot
C
Aan haar collega

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions


Welke vraag zou het meisje
het beste kunnen stellen?

Slide 27 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

           Theorie

Slide 28 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


         Aan de slag!
Werk met je schoudermaatje.
Je bekijkt zo twee videofragmenten
Lees eerst de vragen door:
  1. Houdt de stagiair zich aan de gespreksregels?
  2. Vraagt de stagiair of de ander tijd heeft? Zo ja: hoe vraagt hij dat?
  3. Wat vind je van de manier waarop de stagiair de vraag stelt?
Fragmenten aandacht vragen 1 en 2

Slide 29 - Diapositive

Inleiding
Door een goede inleiding voelen leerlingen zich betrokken en begrijpen ze het belang van wat ze gaan leren. Dit vergroot hun motivatie en leerresultaten. 
           Theorie

Slide 30 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


           Theorie

Slide 31 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


         Aan de slag!
Bekijk en lees de strip. Geef antwoord op de vragen:

  1. Welke controlevraag kan Annemarie stellen om te weten of ze het antwoord goed heeft begrepen?

Slide 32 - Diapositive

Inleiding
Door een goede inleiding voelen leerlingen zich betrokken en begrijpen ze het belang van wat ze gaan leren. Dit vergroot hun motivatie en leerresultaten. 

          Welke vervolgvraag kan 
           Annemarie het beste stellen?
A
Waarom kan een collega het niet doen?
B
Wat kan ik doen als ik daar geen zin in heb?
C
Wat moet ik doen als ik het inpakpapier niet kan vinden?

Slide 33 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

         Aan de slag!
Bekijk en lees de strip. Geef antwoord op de vragen:

  1. Welke controlevraag kan de jongen stellen om te weten of hij het antwoord goed heeft begrepen?

Slide 34 - Diapositive

Inleiding
Door een goede inleiding voelen leerlingen zich betrokken en begrijpen ze het belang van wat ze gaan leren. Dit vergroot hun motivatie en leerresultaten. 

          Welke vervolgvraag kan de
           jongen het beste stellen?
A
Waarom mag ik de vetplanten niet ook twee keer per week water geven?
B
Waar staan de vetplanten ook alweer?
C
Wat ga jij doen dan?

Slide 35 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

           Instructie
Je gaat samen met je schoudermaatje een gesprek voeren.
  1. Lees de situatie.
  2. Bereid het gesprek voor. Geef samen antwoord op de vragen.

  3. Voer het gesprek. Eén begint met vragen stellen, de ander geeft antwoord. 
    Stel een controlevraag als je zeker wil weten dat je het goed begrijpt. Stel een vervolgvraag als je meer wilt weten.

Vragen
  1. Aan wie kun je op school vragen stellen over wat je hebt gemist?
  2. Welke vraag kun je stellen om erachter te komen wat je hebt gemist?
  3. Wat zou je nog meer willen weten of bespreken? Schrijf dit als vraag op.
  4. Welke antwoorden zou je kunnen krijgen op vraag 2 en 3
    Schrijf deze antwoorden in je werkboek, zodat je het gesprek straks makkelijker kunt voeren.
  5. Hoe kun je het gesprek afsluiten? Schrijf dit op.
Denk aan de gespreksregels!

Slide 36 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


           Voorbeelden
De docent doet het gesprek eerst met één leerling voor. 

Slide 37 - Diapositive

5. Concrete en herkenbare voorbeelden
De docent maakt gebruik van praktische en concrete voorbeelden die voor leerlingen herkenbaar zijn in hun eigen leefwereld om tot beter begrip van de lesstof te komen. De docent doet hierbij een beroep op dual coding. Door het visuele en het verbale te combineren vergroot de docent de kans dat lesstof beter bij de leerlingen blijft beklijven. 
           Aan de slag
Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
Checklist: (verwijder dit na het ontwerpen van je les!)
  • Expliciete instructie voor toepassingsopdracht: wat, hoe, hoe lang, klaar?
  • Afwisseling in oefentypes (herkneden van de lesstof)
  • Eerst voordoen, daarna begeleidt inoefenen, vervolgens zelfstanding en weer samen (ik--wij-jij/jullie-wij)
  • Het leren zichtbaar maken (zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode )
  • Differentiëren waar nodig: heterogeen en flexibel.
timer
1:00

Slide 38 - Diapositive

6. Actieve verwerking
De docent maakt expliciet hoe de leerstof actief verwerkt dient te worden. De docent start met modelleren en laat leerlingen vervolgens actief inoefenen. Volgens het 'ik-wij-jullie/jij-wij' principe wordt de ondersteuning geleidelijk afgebouwd. Er wordt gevarieerd in oefentypes en het leerproces wordt zichtbaar gemaakt, bijvoorbeeld met hardop denken opdrachten. Effectieve leerstrategieën zoals zelftesten, gespreid leren, schema’s maken, en samenvatten volgens de Cornell-methode worden expliciet aangeleerd. Dit herkneden van de lesstof helpt bij het bewerken van het lange termijn geheugen
           Instructie
Werk samen met je schoudermaatje.
  1. Lees de situatie.
  2. Bereid het gesprek voor. Geef samen antwoord op de vragen.

  3. Voer het gesprek. Eén begint met vragen stellen, de ander geeft antwoord. 
    Stel een controlevraag als je zeker wil weten dat je het goed begrijpt. Stel een vervolgvraag als je meer wilt weten.
  4. Doe het daarna andersom!

Vragen
  1. Aan wie kun je op school vragen stellen over wat je hebt gemist?
  2. Welke vraag kun je stellen om erachter te komen wat je hebt gemist?
  3. Wat zou je nog meer willen weten of bespreken? Schrijf dit als vraag op.
  4. Welke antwoorden zou je kunnen krijgen op vraag 2 en 3
    Schrijf deze antwoorden in je werkboek, zodat je het gesprek straks makkelijker kunt voeren.
  5. Hoe kun je het gesprek afsluiten? Schrijf dit op.
Denk aan de gespreksregels!
timer
15:00

Slide 39 - Diapositive

4. Inclusieve didactiek
De docent past diverse strategieën toe om de betrokkenheid van alle leerlingen te garanderen. Door regelmatig het begrip van de lesstof te controleren en zo nodig de uitleg aan te passen, blijft de stof toegankelijk voor iedereen. Flexibele en heterogene differentiatie ondersteunt dit proces. Interactie in de klas wordt versterkt door het gebruik van thuistalen. Verder creëert de docent een contextrijke en inclusieve leeromgeving door (culturele) achtergronden in de lesstof te integreren. Door positief en proactief op leerlinggedrag te reageren, wordt het voor leerlingen makkelijker om gewenst gedrag te tonen en actief deel te nemen aan de les.


           Afsluiting
Jullie hebben geoefend met het voeren van een gesprek.
Je hebt je gehouden aan de gespreksregels.

We gaan nu bekijken hoe dit is gegaan.

Slide 40 - Diapositive

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 

Hoe ging het voeren van het gesprek?
😒🙁😐🙂😃

Slide 41 - Sondage

Cet élément n'a pas d'instructions

           Afsluiting
Bespreek samen hoe de gesprekken gingen.
Vul de beoordeling in het werkboek in.

Geef elkaar ook een tip voor de volgende keer.

Slide 42 - Diapositive

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 
Welke tip heb je gekregen?

Slide 43 - Carte mentale

2. Voorkennis activeren
De docent activeert relevante voorkennis aan de hand van een terugblik-opdracht, waarbij eventueel een beroep op de thuistalen wordt gedaan. Op deze manier biedt de docent een kapstok om nieuwe stof te verbinden aan de eerder geleerde stof en richting te geven aan het verdere verloop van de les. Tegelijkertijd worden hiermee misconcepties van leerlingen zichtbaar gemaakt, waar de docent vervolgens gericht op in kan spelen. 
           Afsluiting
Je hebt nu de opdrachten van taak B gemaakt. Hoe ging het?

Schrijf op bladzijde 129...
  • hoe de opdrachten gingen
  • of je het doel hebt behaald
Taak B - Ik heb een vraag
Leerdoelen taak B  - Ik heb een vraag                   Ja     Nee

Slide 44 - Diapositive

8. Afsluiting
De docent controleert in de slotfase van de les of de leerdoelen door alle leerlingen behaald zijn en plaatst de les in de context van de betreffende periode. De docent evalueert samen met de leerlingen het leren en het gedrag en blikt vooruit aan de hand van de JdW-planner. 
Eindslide

Ruimte voor een afsluitend woord.

Slide 45 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions