13/5/2025 - Unité 5 Grammaire I (faire)

Bonjour B1B!
Assieds-toi et prends tes affaires: ton livre, ta trousse et ta pochette.





Et ton sac par terre!
1 / 13
suivant
Slide 1: Diapositive
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Cette leçon contient 13 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Bonjour B1B!
Assieds-toi et prends tes affaires: ton livre, ta trousse et ta pochette.





Et ton sac par terre!

Slide 1 - Diapositive

Le planning
Aan het einde van de les:
  1. heb je een aantal Franse vragen beantwoord als opwarmer.
  2. heb je het huiswerk van vandaag nagekeken.
  3. kan je een tekst over mode en kleding begrijpen.
Pauze... 🎉🎉
  1. weet je de betekenis van het werkwoord faire en kun je het werkwoord herkennen en vervoegen.

Slide 2 - Diapositive

Wat kan je na dit hoofdstuk?
  1. Een vlog begrijpen over het kopen van een outfit.
  2. Een tekst begrijpen over kleding en mode.
  3. Werkwoord faire herkennen en vervoegen.
  4. Gesprekken over het kopen van kleding en aanbiedingen begrijpen
  5. In het Frans praten over de kleding die je wilt kopen.
  6. Je kent de woordjes die hierbij horen F-N.

Slide 3 - Diapositive

Grammaire (faire)
  • Faire is het Franse werkwoord voor maken of doen.
  • Pak je snelhechter erbij en kijk waar je ruimte hebt voor een plek waar je het werkwoord faire kan vervoegen, net zoals met être en avoir.

Slide 4 - Diapositive

avoir
=
 hebben




Sleep de juiste vorm van avoir naar het bijbehorende persoonlijk voornaamwoord
il/elle/on
nous
vous
ils/elles
tu
je/j'
fais
font
fait
faites
faisons
fais

Slide 5 - Question de remorquage

Wat betekent "tu fais" in het Nederlands?
A
jij doet
B
jij maakt
C
ik ga
D
wij zijn

Slide 6 - Quiz

Wat betekent "vous faites" in het Nederlands?
A
jullie maken
B
u doet
C
jullie doen
D
u maakt

Slide 7 - Quiz

Wat betekent "ils font" in het Nederlands?
A
zij maken
B
ik ga
C
wij gaan
D
zij doen

Slide 8 - Quiz

Wat betekent "ik doe" in het Frans?
A
je vas
B
tu vas
C
je fais
D
tu vais

Slide 9 - Quiz

Wat betekent "wij maken" in het Frans?
A
nous faisons
B
on fait
C
nous avons
D
on a

Slide 10 - Quiz

Wat betekent "zij doet" in het Frans?
A
elles a
B
elle a
C
elles va
D
elle fait

Slide 11 - Quiz

Grammaire
  • Maak opdracht 8C, 8D en 8F op pagina 51-52
  • Individueel of met degene naast je.
  • Praten mag op fluisterniveau.

  • Help elkaar eerst voordat je de docent vraagt om hulp.
  • Eerder klaar? Begin met het doornemen van de woordenlijst "Apprendre 4 & 6 - Écouter & Parler" op pagina 71.
timer
10:00

Slide 12 - Diapositive

Les devoirs (=het huiswerk)
Voor vrijdag 16 mei 2025, 3e & 4e uur:
  • Lr: Apprendre 1 en 2, p, 35.
  • Mk: Opdr. 8A, 8C p 13-15.



Lr = Leren, Mk = maken








Slide 13 - Diapositive