De vraagwoorden

• NT2
• Secundair onderwijs

De vraagwoorden

Welke vraagwoorden ken je?

Wie houdt van gamen?

1. Omdat het leuk is.
2. Maksym
3. Elke dag.
4. In zijn huis.

Wanneer kan je naar de OKAN-bibliotheek gaan?

1. In OKAN BLAUW.
2. Om boeken te lenen.
3. Op dinsdagmiddag.
4. Door naar okan blauw te gaan.

Hoeveel dagen les hebben jullie volgende week?

1. Les.
2. Door de vakantie.
3. Omdat het vakantie is.
4. 3.

Wat is er gebeurd?

1. Omdat ik jeuk heb.
2. Ik ben gevallen.
3. Gisteren.
4. Ik heb honger.

Hoe studeer jij nieuwe woorden?

Waarom leren we Nederlands?

Hoe laat gaat de bel?

Waar hebben we techniek?

Door veel te schrijven en te herhalen.

Omdat dat heel leuk is.

Om 12u55.

In de T-blok.

Kies het goede vraagwoord.

... kom jij naar school?

Met de fiets.

1. Waarom
2. Hoe
3. Wie
4. Wat

... krab jij aan je elleboog?

Omdat ik jeuk heb.

1. Wie
2. Wat
3. Waarom
4. Hoe

... geeft jullie ICT-les?

Mevrouw Chloë.

1. Hoe
2. Waarom
3. Wanneer
4. Wie

... gaan jullie naar huis?

Om 14u35.

1. Hoe
2. Wie
3. Welke
4. Wanneer

... les vind jij het leukst?

De les Nederlands.

1. Wie
2. Wanneer
3. Welke
4. Wat

... ga jij naartoe?

Naar huis.

1. Waar
2. Wanneer
3. Waarom
4. Hoe

Maak zelf een goede vraag.

Kijk naar DE WOORDEN om het antwoord te weten. 

Wij studeren ELKE DAG Nederlands.

Op vrijdag heeft okan ZES uur les.

Soms vergeet DE LEERLING zijn laptop.

In de pauze PRAAT Tasenim met Miné.

Wij herhalen de vraagwoorden OMDAT WE TOETS HEBBEN.

Charlie gaat 2 KEER PER DAG wandelen.

Maandag hebben de jongens GEVOETBALD.

Maak zelf een goede vraag.

Kijk naar DE WOORDEN om het antwoord te weten. 

Ik begrijp de vraagwoorden.
Ik ben klaar voor de toets.

0100