Week 14- woordsoorten

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 1

Pak je spullen en je leesboek en ga lezen.

Wat zijn lidwoorden?

1. de, het , een
2. slimme, mooie, rode
3. fiets, boek, volleybal
4. lopen, werken, denken

Wat is een lidwoord?

1. De
2. Geluk
3. Prijs
4. verkoper

Wat is een zelfstandig naamwoord?

1. mensen, planten, dieren, dingen
2. mensen, planten, dieren, lidwoorden
3. mensen en dieren
4. mensen, lidwoorden

Wat zijn zelfstandig naamwoorden?

1. de, het, een
2. rood, groen, geel
3. fiets, koe, paard

'mooi ' en 'lelijk' zijn bijvoeglijk naamwoorden. Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over

1. een zelfstandig naamwoord
2. een werkwoord

Wat zijn de bijvoeglijke naamwoorden?

1. zonnige
2. dag
3. zonnige , leren
4. leren

Actie!

Lees de theorie op bladzijde 1

Maak daarna opdracht 1

Klaar? Help je buur!

Opdracht 1

Actie!

Lees de theorie op bladzijde 2

Maak daarna opdracht 2

Klaar? Help je buur!

Opdracht 2

Actie!

Lees de theorie op bladzijde 3

Maak daarna opdracht 3, 4 en 5

Klaar? Help je buur!

Opdracht 3

Opdracht 4

Opdracht 5

Actie!

Lees de theorie op bladzijde 5

Maak daarna opdracht 6+7

Klaar? Help je buur!

Opdracht 6

Actie!

Lees de theorie op bladzijde 7

Maak daarna opdracht 9+10

Klaar? Help je buur!

Opdracht 9

Opdracht 10

Benoem het onderstreepte woord.

Het wil maar niet lukken.

_________

1. lidwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. werkwoord
4. geen van deze woordsoorten

Wat voor soort woord is de in:

In de zomer kan de temperatuur in Dubai oplopen tot 45 graden.

__

__

1. lidwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. werkwoord
4. andere woordsoort

Wat voor soort woord is dag in:

Op deze zonnige dag heb ik mijn regenpak niet nodig

___

___

1. lidwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. werkwoord
4. andere woordsoort

Wat voor soort woord is heb in:

Op deze zonnige dag heb ik mijn regenpak niet nodig

___

___

1. lidwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. werkwoord
4. andere woordsoort

Wat voor soort woord is regenpak in:

Op deze zonnige dag heb ik mijn regenpak niet nodig

_________

________

1. lidwoord
2. zelfstandig naamwoord
3. werkwoord
4. andere woordsoort

Wat zijn voorzetsels?

1. de, het, een
2. op, vanwege, met
3. mooi, klein, blauw
4. negen, twee derde, weinig

Een voorzetsel...

1. geeft plaats, tijd of reden/oorzaak aan
2. staat altijd aan het begin van de zin
3. zet je voor een zelfstandig naamwoord
4. wijst een werkwoord aan