4H: 5.5 Gaswisseling, opname en transport

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
4H 5.5 Gaswisseling, opname en transport bij planten
1 / 36
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

Cette leçon contient 36 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 2 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 80 min

Éléments de cette leçon

Paragraaf 1 Dierenwelzijn
4H 5.5 Gaswisseling, opname en transport bij planten

Slide 1 - Diapositive

Leerdoelen:

1. Gaswisseling en werking van huidmondjes kunnen uitleggen
2. Uitleggen hoe planten uitdroging voorkomen
3. Opname en Transport van water met mineralen kunnen uitleggen (wortel, stengel en blad)
4. Transport van organische stoffen kunnen uitleggen


Slide 2 - Diapositive

Even terugblikken

Slide 3 - Diapositive

huidmondjes in bladeren 
(en groene stengels)
uitwisseling: CO2 en O2
verdamping H2O
13.3 Gaswisseling Plant

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Bij te veel waterverlies
woestijnplant
Kleine bladeren, groene stengel, haren, overdag huidmondjes sluiten

   alle planten
huidmondjes sluiten
Gevolg?

Slide 6 - Diapositive

epidermis
dekweefsel: sluit af
cuticula: waterafstotend waslaagje

Slide 7 - Diapositive

Hoe kan een plant zich beschermen tegen uitdroging?
A
dikke waslaag, weinig huidmondjes,behaarde bladeren
B
verzonken huidmondjes behaarde bladeren, dikke waslaag
C
klein bladoppervlak huidmondjes onderkantblad,
D
zowel a,b als c

Slide 8 - Quiz

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Hoe groot is de O2 productie door fotosynthese bij verlichtingssterkte R ?

A
0,25
B
0,50
C
0,75

Slide 11 - Quiz

Transport water

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

Slide 14 - Diapositive

Antwoord
Houtvaten vervoeren water en mineralen= nr 2
Ze hebben dikke celwanden en ze zijn dood, waardoor ze een soort rietsjes in de stengel vormen.

Wanneer de bladeren water verdampen trekken ze water omhoog door de houtvaten

Slide 15 - Diapositive

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

Antwoord
Water verdampt vooral uit de cellen van laag 3 (sponsparenchym).
De waterdamp gaat dan via huidmondje naar buiten.

Water wordt weer aangevuld via de houtvaten.

Slide 19 - Diapositive

Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Diapositive

Antwoord
Wortels hebben wortelharen.
Hout-en bastvaten liggen in een soort stervorm.

Er is een laagje in wortel dat blad niet heeft: endodermis
Wortels hebben geen chloroplasten of huidmondjes.

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Diapositive

Slide 24 - Diapositive

Slide 25 - Diapositive

Slide 26 - Vidéo

Houtvaten
  •  vervoeren water en mineralen 
 van wortel naar blad 
  •  dikke celwanden
  • grote openingen 

water omhoog gepompt door: worteldruk, capillaire werking, verdamping

Slide 27 - Diapositive

transport in houtvaten

transport van water en mineralen vanaf wortels omhoog

stuwende kracht door:

  • verdamping via huidmondjes zorgt voor zuigkracht
  • capillaire werking, doordat het nauwe vaten zijn en het water als een 'draad' omhoog gaat via adhesie/cohesie
  • worteldruk: nitraat en fosfaat actief opgenomen, hierdoor hogere osmotische waarde, die water uit bodem trekt

Slide 28 - Diapositive

Wortelharen nemen mineralen uit de bodem op in de cel. De concentratie in de cel is hoger dan in de bodem. Dit is een voorbeeld van
A
diffusie
B
osmose
C
actief transport
D
passief transport

Slide 29 - Quiz

Osmose: (A) beweegt altijd naar de plek met de (B) opgeloste stoffen.

A
A:water B: meest
B
A:water B:minste
C
A:opgeloste stoffen B:meeste
D
A:opgeloste stoffen B:minste

Slide 30 - Quiz

Stroming in de houtvaten gaat altijd
A
meestal omhoog
B
meestal omlaag

Slide 31 - Quiz

Door welke 3 krachten wordt water in een plant omhoog getransporteerd?

Slide 32 - Question ouverte

Opdracht
Maak de opdrachten 
68 t/m 70 bij bladmondjes
73 t/m 75

Slide 33 - Diapositive

Bastvaten
  •  vervoeren water en organische stoffen (sacharose) 
 van blad naar de rest van de plant
  •  dunnere celwanden dan houtvaten
  • dikkere celwanden dan parenchym

waterdruk door osmose

Slide 34 - Diapositive

In de bastvaten is de richting van de sapstroom afhankelijk van de plaats waar de suikers nodig zijn. Noem een situatie waarbij de sapstroom omhoog gaat en een waarbij deze omlaag gaat.

Slide 35 - Question ouverte

Opdracht
Maak 5.5 af

Slide 36 - Diapositive