1.2. Wat verklapt je lichaam?

pg 14
Wat verklapt je lichaam?
1 / 23
suivant
Slide 1: Diapositive
Maatschappij & WelzijnSecundair onderwijs

Cette leçon contient 23 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 4 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 100 min

Éléments de cette leçon

pg 14
Wat verklapt je lichaam?

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Vidéo

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Communiceren
  • VERBAAL : woorden
  • NON-VERBAAL:
  •      gebaren
  •      gelaatsuitdrukkingen 

Slide 5 - Diapositive

Communiceren
woorden

Slide 6 - Carte mentale

Communiceren
gebaren

Slide 7 - Carte mentale

Communiceren
gelaatsuitdrukkingen

Slide 8 - Carte mentale

  • Bv. opgelet, we zijn te laat
  • bv. hoeveel kost dat?
  • bv euh? Ik weet het niet
  • bv. wat een lawaai! 

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

  • Stemtimbre
  • verbale communicatie
  • non-verbale communicatie
  • Communiceren gebeurt vooral via lichaamstaal

Slide 13 - Diapositive

  • goede lichaamshouding, actief luisteren, glimlachen, goede articulatie
  • Goede communicatie is belangrijk om overtuigend over te komen en om een correcte boodschap over te brengen.
  • Bv. rustig praten, niet roepen of schreeuwen, oogcontact,...

Slide 14 - Diapositive

Slide 15 - Vidéo

  • angst
  • boosheid
  • walging
  • verbazing
  • Blijdschap 
  • Verdriet 

Slide 16 - Diapositive

  • Dan weet je hoe anderen zich voelen en kan je daarop reageren.
  • Dan kunnen anderen zien wat er met je scheelt en kunnen ze jou helpen.

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Diapositive

  • Situaties komen niet geloofwaardig over:
    zender geeft de indruk te liegen = niet eerlijk te zijn.

Slide 19 - Diapositive

  • Lichaamstaal & gelaatsuitdrukkingen (non-verbale boodschap)
    stemmen niet overeen met de woorden (verbale boodschap)

Slide 20 - Diapositive

timer
7:30
Denk aan kleding, gelaatsuitdrukking, gebaren, emotie, lichaamshouding,...

Slide 21 - Diapositive

  • recht houden en rechtop staan, oogcontact maken, open lichaamstaal, gebruik je handen, let op je gezichtsuitdrukking, actief luisteren, rustig ademen,...
  • oprecht glimlachen, ontspan je ogen, niet fronsen, wenkbrauwen, ...
  • natuurlijk en ontspannen gebaren, handen gebruiken om te verduidelijken, rustig en langzaam gebaren, knikken,...

Slide 22 - Diapositive

Slide 23 - Vidéo