persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden

Welkom
Ga rustig zitten
Leg je spullen vast klaar: reader en leesboek
1 / 15
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

Cette leçon contient 15 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Welkom
Ga rustig zitten
Leg je spullen vast klaar: reader en leesboek

Slide 1 - Diapositive

Programma
* 10 minuten lezen
* opdracht 7 nakijken: bijwoord
* uitleg pers. vnw en bez. vnw
* opdracht maken

Slide 2 - Diapositive

Persoonlijke en bezittelijke voornaamwoorden

Slide 3 - Diapositive

Slide 4 - Vidéo

Persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord?
Ga je ook naar zijn feestje? 
A
persoonlijk
B
bezittelijk

Slide 5 - Quiz

Is ‘ik’ een persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord?
A
persoonlijk
B
bezittelijk

Slide 6 - Quiz

Persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord?
Je hebt ons niets verteld.
  
A
persoonlijk
B
bezittelijk

Slide 7 - Quiz

Is 'ons' persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord:
Die hond is van ons
A
pers.vnw
B
bez.vnw
C
geen van beide
D
allebei

Slide 8 - Quiz

persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord?

Dit boek is van haar.
haar =
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord

Slide 9 - Quiz

Is ‘uw’ een persoonlijk of bezittelijk voornaamwoord?
A
persoonlijk
B
bezittelijk

Slide 10 - Quiz

Persoonlijk voornaamwoord
Bezittelijk voornaamwoord
Ik
Zijn
Haar
Hij
Mijn
Uw
Jij

Slide 11 - Question de remorquage

Is het onderstreepte woord een persoonlijk of een bezittelijk voornaamwoord?
14. We overhandigen hun het cadeau

15. Jullie mogen meedoen met de show.

16. Het is zijn beurt om het antwoord te geven.

17. Zij hebben ons nieuwe huis nog niet gezien.

persoonlijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
hun
Jullie
zijn
ons

Slide 12 - Question de remorquage

Zijn dit persoonlijke of bezittelijke voornaamwoorden?
Heb je hem gisteren in onze auto zien rijden?
persoonlijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
je
hem
onze

Slide 13 - Question de remorquage

persoonlijk voornaamwoord
bezittelijk voornaamwoord
Hij 
heeft 
jouw
telefoon
niet gepakt.
Zij
geeft
zijn
rugtas
aan
ons.
Heb
jij
hem
gezien
op
ons
schoolfeest.

Slide 14 - Question de remorquage

Aan de slag

Lees de theorie op bladzijde 32
Maak opdracht 8 uit de reader: bladzijde 33 en 34

Slide 15 - Diapositive