20250519 betoog/beschouwing/schrijven

Deze les ga je leren...
...hoe een beschouwende tekst wordt opgebouwd (inhoud in grote lijnen).
...hoe een overtuigende tekst wordt opgebouwd (inhoud in grote lijnen).
...hoe een informatieve tekst wordt opgebouwd 
...hoe amuserende of activerende teksten eruit kunnen zien.
...welke verplichte onderdelen je verwerkt bij deze verschillende tekstsoorten.


1 / 21
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 21 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

Deze les ga je leren...
...hoe een beschouwende tekst wordt opgebouwd (inhoud in grote lijnen).
...hoe een overtuigende tekst wordt opgebouwd (inhoud in grote lijnen).
...hoe een informatieve tekst wordt opgebouwd 
...hoe amuserende of activerende teksten eruit kunnen zien.
...welke verplichte onderdelen je verwerkt bij deze verschillende tekstsoorten.


Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Uit welke onderdelen moeten alle verschillende tekstsoorten bestaan?

Slide 2 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Informeren
Tekstdoel                       Tekstsoort                          Tekstvorm
informerende/uiteenzettende tekst
nieuwsbericht, werkstuk,schoolboektekst,achtergrondartikel in krant/tijdschrift

ingezonden brief, column,weblog
beschouwende tekst
Opiniëren
overtuigen
betogende tekst
recensie,commentaar, meningtekst in krant/tijdschrift, column
activeren
amuseren
activerende tekst
reclametekst,advertentie,sollicitatiebrief
amuserende tekst
strip, verhaaltje, mop

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een blik op de inhoud van:

1. een beschouwende tekst
2. een overtuigende tekst

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Beschouwende tekst
  • De schrijver of spreker bespreekt meerdere standpunten.
  • De bedoeling is dat de lezer of luisteraar nadenkt over het onderwerp.
  • Een beschouwende tekst heeft niet tot doel te overtuigen.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een beschouwing?
  • In een beschouwing kan de  lezer zijn eigen mening bepalen over een onderwerp. De schrijver geeft NIET zijn/haar mening.
  • Een beschouwing kan bijvoorbeeld de voor- en nadelen van een verschijnsel beschrijven;
  • of een beschouwing laat verschillende meningen van deskundigen of betrokkenen zien.
  • Vaak worden de oorzaken, gevolgen en mogelijke oplossingen behandeld. 

Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Beschouwende tekst
Aan de ene kant + aan de andere kant zijn goede manieren om mensen te laten nadenken (beschouwen).

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Over welk onderwerp kun je een tekst schrijven waarin meerdere kanten van de zaak beschreven worden? (voor/tegen, voordeel/nadeel, probleem/oplossing)

Slide 8 - Carte mentale

Cet élément n'a pas d'instructions

Stel, je neemt als onderwerp 'een telefoonverbod op school'. Welke onderdelen kun je dan bespreken?

Slide 9 - Question ouverte

Cet élément n'a pas d'instructions

Welke van de volgende teksten is geen beschouwing?
A
artikel over keuzes rondom dure geneesmiddelen
B
artikel waarin wordt gezegd dat vaccineren voor iedereen verplicht is.
C
artikel waarin verschillende soorten duurzame energie kritisch besproken worden
D
artikel waarin oplossingen voor wapenbezit onder jongeren worden gegeven

Slide 10 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is het doel van een beschouwing?
A
informeren
B
overtuigen
C
opiniëren
D
amuseren

Slide 11 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Bekijk filmpje: link staat in Teams

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

 Betoog
Opbouw van een betoog:

  • Inleiding: aandacht trekken lezer + stelling/standpunt.
  • Kern: drie argumenten voor (eventueel twee tegen met weerlegging.
  • Slot: conclusie + uitsmijter.


Slide 13 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Een informatieve tekst schrijven

5W1H-vragen:
wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe?

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Nieuwsbericht schrijven (informatieve tekst)
Hoe schrijf je een nieuwsbericht? Gebruik de antwoorden op de 5W1H-vragen.
  1. Bedenk een titel voor het nieuwsbericht.
  2. Schrijf het nieuwsbericht:
  • voeg de antwoorden op de 5W1H-vragen samen.
  • zet de zinnen in een goede volgorde.
  • pas je zinnen aan als dat nodig is.
  • zorg dat iemand anders het verhaal kan begrijpen.

Slide 15 - Diapositive

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

 Hoe ziet een informatieve tekst eruit?
Titel
Inleiding: stel vragen, begin met een anekdote, noem de aanleiding voor het schrijven, introduceer het onderwerp
meerdere alinea's met informatie (verschillende deelonderwerpen in het middenstuk)
Vaak een foto
Witregels tussen de alinea's.

Slide 16 - Diapositive

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Schrijfproduct controleren?
  1. Beginnen alle zinnen met een hoofdletter?
  2. Eindigen alle zinnen met een punt of een vraagteken?
  3. Staan er geen spelfouten in?
  4. Ziet het eruit als een nieuwsbericht? (inleiding, alinea's, afbeelding)?
  5. Heb ik passende titels en tussenkopjes?
  6. Heb ik verder alle eisen van de opdracht verwerkt (spellingsregels, beeldspraak/stijlfiguren)

Slide 17 - Diapositive

Hier beschrijf je de leerdoelen van deze les.

Amuserende teksten (voorbeelden)
Activerende teksten (voorbeeld)

Slide 18 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Gebruik van stijlfiguren
  • Alliteratie (Zon, zee en zand, Liesje leerde Lotje lopen)
  • tautologie (vast en zeker, pracht en praal, eenzaam en alleen)
  • pleonasme (de witte sneeuw, het groene gras)

Slide 19 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

  • retorische vraag (we willen toch allemaal....?)
  • eufemisme (tussen twee banen zitten)
  • hyperbool (ik schrik me dood, ik sterf van verveling)
  • paradox (kalm aan en rap een beetje/schrijven is de kunst van het schrappen)
  • metafoor 

Slide 20 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Metafoor: hij is een beer van een vent/jij bent net een kleuter / je bent zo koppig als een ezel

Slide 21 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions