49. Thema 6, week 2 Les 9 homoniemen

• Taal
• Basisschool
• Groep 7,8

Doel: we gaan leren wat homoniemen zijn.

Homoniemen

Homoniemen zijn woorden die

meerdere betekenissen hebben.

Je schrijft de woorden hetzelfde.

Je kunt aan de zin zien welke

betekenis wordt bedoeld:

-  Pim draagt een bril.

-  De wc heeft een bril.

Ken jij een woord dat meerdere betekenissen heeft?
Een voorbeeld: vorst (kou-koning)

Maak een zin met het woord:

knoop

Ik heb last van mijn kies.
Ik kies voor jou.
Wat is het homoniem?

Welk woord in de volgende zin is een homoniem?

Wat is de prijs van deze gamecomputer?
We hebben een prijs gewonnen.

Welk woord in de volgende zin is een homoniem?

Hij heeft zijn arm gebroken.
In Pakistan zijn veel mensen arm.

1. hij
2. heeft
3. arm
4. gebroken

Bedenk voor dit woord een zin waaruit de andere betekenis blijkt.

Bedenk voor dit woord een zin waaruit de andere betekenis blijkt.

Bedenk voor dit woord een zin waaruit de andere betekenis blijkt.

Wat is het homoniem?

Wat is het homoniem?

Wat is het homoniem?

Wat is het homoniem?