a3e 19-6-25

• Frans
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 3

Au programme

*Quiz: melange van vocabulaire, werkwoorden en leesvaardigheid.

* Oefenen: stel je vragen

Plaatjesrondes: open in tabblad

1: https://ciss-imagearticle.s3.fr-par.scw.cloud/13850/148538/big_5_1103722.jpg

2: https://tousensemblepourlesgares.org/wp-content/uploads/2017/08/17-08-18-146.jpg

3: https://www.habitat-groupe.be/odhg/wp-content/uploads/2024/10/annonce-petite-maison-pdf-900x1273.jpg

Twee dikke olifanten

1. Deux gros éléphants
2. Deux gross éléphants
3. Deux éléphants gros
4. Deux éléphants gross

Niet meer

1. Ne jamais
2. Ne pas
3. Ne plus
4. Ne rien

Jullie reageren

Jij hebt gehoord

Plaatje 1: Waar vind je de houdbaarheidsdatum?

1. Op de dop
2. Op de hals
3. Ergens anders op het etiket
4. Op de bodem

Plaatje 1: Wat betekent "le tri"?

1. de driehoek
2. de gezondheid
3. de garantie
4. de afvalscheiding

La cave est ... (onder) la maison

1. entre
2. sur
3. en dessus de
4. en dessous de

J'ai ... (soms) peur des voitures

1. parfois
2. souvent
3. toujours
4. maintenant

Zij heeft verteld

Ik verkoop

Plaatje 2: Welke trein vertrekt op tijd?

1. Brive la Gaillarde
2. Toulouse
3. Cahors
4. Montauban

Plaatje 2: Waarom heeft de trein naar Brive la Gaillarde vertraging?

1. Boom op het spoor
2. Slecht zicht door mist
3. Ongeluk
4. Demonstranten op het spoor

Je vais voyager pendant trois ... (weken)

1. jours
2. semaines
3. mois
4. ans

Un pull ... (bruin) est joli en automne.

1. marron
2. jaune
3. vert
4. noir

Jullie vergeten

Zij (Elles) hebben gekozen

Plaatje 3: Hoe wordt dit huis verhit?

1. Elektrisch
2. Warmtepomp
3. Houtkachel
4. Gaskachel

Plaatje 3: Dit huis is ...

1. Te huur als vakantiehuis
2. Te huur op de lange termijn
3. Te koop
4. Gratis als je werkt op de boerderij