HV2B verwijswoorden 3/2 les 1

Welkom
- Leg je lesboeken, schrift, etui en leesboek op tafel en ga rustig op je plaats zitten.
Leg je boekopdracht klaar op de rand van je tafel.
- Ga 10 minuten lezen uit je leesboek.
1 / 12
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

Cette leçon contient 12 diapositives, avec diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Welkom
- Leg je lesboeken, schrift, etui en leesboek op tafel en ga rustig op je plaats zitten.
Leg je boekopdracht klaar op de rand van je tafel.
- Ga 10 minuten lezen uit je leesboek.

Slide 1 - Diapositive

Verwijswoorden les 1

Slide 2 - Diapositive

Lesdoelen
- Je weet wat verwijswoorden zijn.
- Je kunt verwijswoorden en de woorden of zinsdelen waarnaar ze verwijzen, herkennen in een tekst.

Slide 3 - Diapositive

Programma van vandaag
- Uitleg en voorbeelden
- Oefenen/zelfstandig werken 
- Check-out

Slide 4 - Diapositive

Slide 5 - Vidéo

Verwijswoorden
Toen zag ik haar daar langsscheuren op haar scooter.
Wanneer was toen? Waar was daar? Wie zat er op de scooter?
Je weet het antwoord op deze vragen pas als je de rest van de tekst leest. 
In deze zin zijn: toen, haar en daar verwijswoorden. 
Verwijswoorden: 
- Voornaamwoorden 
- Bijwoorden 
- Synoniemen

Slide 6 - Diapositive

Voornaamwoord als verwijswoord
-  Aanwijzende en persoonlijke
  • De politie zoekt een ballonvaarder. Die veroorzaakte een gek ongeluk, waarbij een vrouw gewond raakte. Zij ligt nog altijd in het ziekenhuis.
- Bezittelijke
  • Bij het ongeluk liep de vrouw zware verwondingen op aan haar ribben.
- Vragende
  • Het is nog onduidelijk van wie de ballon is en waar het ding gebleven is.

Slide 7 - Diapositive

Bijwoord als verwijswoord
Woorden als daar, daarvan, erover, hier, hoe, toen, waar, wanneer en zo.
  • Voorbeeld: Amsterdam wordt steeds drukker. Daar willen alle toeristen naartoe.
  • Ik kijk nooit horrorfilms, want daar krijg ik slapeloze nachten van het bijwoord daarvan wordt hier opgesplitst.


Slide 8 - Diapositive

Synoniemen als verwijswoord
Verschillende woorden om hetzelfde te beschrijven. Verwijzen terug naar een persoon of voorwerp uit een vorig zin.
  • Jannie Janssen is een populaire docent. De lerares maakt van elke les een feest.


Slide 9 - Diapositive

Aan de slag
Wat? Maak opdracht 1 t/m 5 op bladzijde 46-47 van je OB.
Hoe? Zelfstandig
Tijd? Tot 5 minuten voor het einde van de les (huiswerk voor  6/2)
Vragen? Steek je hand op en ik kom bij je langs
Klaar?  Kom een antwoordblad bij mij halen en kijk je antwoorden na.

Slide 10 - Diapositive

Check-out

Kies het juiste verwijswoord:
Mijn zussen zijn boos, omdat ik ... jouw geheim niet wil vertellen. 

Slide 11 - Diapositive

Huiswerk donderdag 6 februari 4e uur
-Lezen: blz. 54-55 HB.
- Maken: opdracht 1 t/m 5 op blz. 46-47 van je OB.

Slide 12 - Diapositive