Hoofdstuk 8: Het hart

Hoofdstuk 8.2: Het hart
1 / 44
suivant
Slide 1: Diapositive
BiologieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

Cette leçon contient 44 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 5 vidéos.

time-iconLa durée de la leçon est: 60 min

Éléments de cette leçon

Hoofdstuk 8.2: Het hart

Slide 1 - Diapositive

Deze les leer je:
  • Uit welke onderdelen het hart is opgebouwd.
  • Hoe het hartritme tot stand komt.
  • Hoe de bloeddruk geregeld wordt.

Slide 2 - Diapositive

Slide 3 - Vidéo

Slide 4 - Vidéo

Slide 5 - Diapositive

Slide 6 - Diapositive

Slide 7 - Diapositive

Slide 8 - Diapositive

Slide 9 - Diapositive

Slide 10 - Diapositive

Slide 11 - Diapositive

Slide 12 - Diapositive

Slide 13 - Diapositive

De werking van het hart 1
Boezems trekken samen:
  • Het bloed wordt vanuit de boezems naar de kamers gepompt.
  • De hartkleppen gaan open.
  • De slagaderkleppen gaan dicht.

Slide 14 - Diapositive

De werking van het hart 2:
Kamers trekken samen:
  • Het bloed wordt in de longslagader en in de aorta gepompt.
  • De slagaderkleppen gaan open.
  • Het hartkleppen gaan dicht.

Slide 15 - Diapositive

De werking van het hart 3:
Hartpauze
  • De hartspier is ontspannen
  • De hartkleppen gaan open.
  • De slagaderkleppen gaan dicht.
  • Bloed stroomt uit de holle aders en longaders in de boezems.

Slide 16 - Diapositive

Slide 17 - Diapositive

Slide 18 - Vidéo

De route van het bloed
1. Bloed komt binnen in de grote aders die het bloed terugbrengen naar het hart.
2. Het bloed komt eerst in de rechterboezem van het hart.
3. Van de rechterboezem gaat het bloed naar de rechterkamer. 4. De rechterkamer duwt het bloed naar de longslagader, die naar de longen gaat.
5. In de longen neemt het bloed zuurstof op en laat het koolstofdioxide achter. Dat is wat we uitademen.
6. Het bloed met zuurstof komt terug naar het hart via de longaders, en gaat in de linkerboezem.
7. Van de linkerboezem gaat het bloed naar de linkerkamer.
8. De linkerkamer duwt het bloed in de aorta. De aorta is de grootste bloedvat en het bloed gaat nu naar het hele lichaam om de organen van zuurstof te voorzien.










Slide 19 - Diapositive

Kleppen:
Dankzij kleppen in je hart en in de longslagader en de aorta, stroomt je bloed altijd de goede kant op.

 

Tussen de boezems en de kamers zitten de hartkleppen. Die zorgen dat het bloed niet van de kamers terug naar de boezems kan stromen.

In de aorta en longslagader zitten slagaderkleppen. Die zorgen ervoor dat het bloed niet terug je hart in kan stromen. 


Slide 20 - Diapositive

Slide 21 - Vidéo

Slide 22 - Vidéo

Zijn er nog vragen

Slide 23 - Diapositive

Het mensen hart lijkt het meeste op een hart van:
A
kip
B
koe
C
varken
D
mier

Slide 24 - Quiz


Het hart is:
A
een organenstelsel
B
een cel
C
een orgaan
D
een organisme

Slide 25 - Quiz

Hart
A
Zuurstofrijk bloed komt binnen via de aorta
B
Zuurstofrijk bloed komt binnen via de longader
C
Zuurstofrijk bloed komt binnen via de holle ader
D
Zuurstofrijk bloed komt binnen via de longslagader

Slide 26 - Quiz

Gaan aderen van het hart af of naar het hart toe?
A
Van het hart af
B
Naar het hart toe

Slide 27 - Quiz

Wat is het hart?
A
Een holle spier die die hele dag door bloed pompt
B
Een zakje bloed waarin geknepen wordt door de kransslagader

Slide 28 - Quiz


Hart
A
Verteringsstelsel
B
Bloedvatenstelsel
C
Ademhalingsstelsel
D
Bottenstelsel

Slide 29 - Quiz

In welk deel van het hart komt de longader het hart binnen?
A
in de rechterboezem
B
In de linkerboezem
C
in de rechterkamer
D
in de linkerkamer

Slide 30 - Quiz

Je hart is een...
A
spier
B
orgaan
C
orgaanstelsel
D
weefsel

Slide 31 - Quiz

Gaan slagaders van het hart af of naar het hart toe?
A
Van het hart af
B
Naar het hart toe

Slide 32 - Quiz

Bij veel hartoperaties moet het hart worden stilgelegd. De functies van het hart en van de longen worden dan overgenomen door een zogenoemde hart-longmachine.

Tijdens een operatie is een patiënt aangesloten op een hart-longmachine.

Welke bloedsomloop wordt door de hart-longmachine geheel vervangen?

A
Alleen de grote bloedsomloop
B
Alleen de kleine bloedsomloop
C
Zowel de grote als de kleine bloedsomloop

Slide 33 - Quiz

Het hart pompt bloed door ons lichaam. Toch heeft het hart zelf ook bloed nodig. Hoe heten de bloedvaten die het hart van zuurstofrijk bloed voorzien?
A
Holle aders
B
Kransaders
C
Kransslagaders
D
Longaders

Slide 34 - Quiz

ADERS GAAN NAAR HET HART TOE EN SLAGADERS VERLATEN HET HART
A
JA
B
NEE

Slide 35 - Quiz


Bekijk de afbeelding van het hart.
Welke helft bevat zuurstofrijk bloed?
A
Linkerharthelft
B
Rechterharthelft

Slide 36 - Quiz


Bekijk de afbeelding van het hart.
Welke helft pompt het bloed naar de 
aorta?
A
Linkerharthelft
B
Rechterharthelft

Slide 37 - Quiz

Hart-longen-hart is de.............?
A
Kleine bloedsomloop
B
Grote bloedsomloop
C
Geen van beiden

Slide 38 - Quiz

In welk onderdeel van het hart gaat bloed het hart uit?
A
Boezems
B
Kamers

Slide 39 - Quiz

Het hart is
A
een organenstelsel
B
een cel
C
een orgaan
D
een organisme

Slide 40 - Quiz


Bekijk de afbeelding van het hart.
Welke helft bevat koolstofdioxide
rijk bloed?
A
Linkerharthelft
B
Rechterharthelft

Slide 41 - Quiz

Het hart heeft .........?
A
3 kamers en 3 boezems
B
4 kamers
C
2 boezems en 2 kamers
D
4 boezems

Slide 42 - Quiz

Het hart heeft...
A
1 klep
B
2 kleppen
C
3 kleppen
D
4 kleppen

Slide 43 - Quiz

Aan de slag:
Optie 1: Lees hoofdstuk 8.2 en werk aan de bijbehorende leerdoelen.

Optie 2: Begin met leren met de PowerPoint-presentatie met examenvragen voor de toetsweek.

Slide 44 - Diapositive