1.3 Diensten

laptop
1 / 30
suivant
Slide 1: Diapositive
AardrijkskundeMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 2

Cette leçon contient 30 diapositives, avec quiz interactifs, diapositives de texte et 1 vidéo.

time-iconLa durée de la leçon est: 45 min

Éléments de cette leçon

laptop

Slide 1 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Terugblik op de vorige les
  • Wat is ook alweer het agglomeratie-effect?
  • Wat was ook alweer de arbeidsmarkt?
  • Waarom verdwijnen er veel fabrieken uit Nederland? 

Slide 2 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 3 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat gaan we vandaag leren?
De meeste mensen in Nederland werken in de dienstensector, Ze werken in winkels, restaurants, het transport, ziekenhuizen, scholen en vooral in kantoren. Hoe ziet de dienstensector in Nederland eruit?

Leerdoel: Hoe ziet de dienstensector in Nederland eruit?

Slide 4 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Leerdoelen voor deze les:
  • Je kunt uitleggen waarom er steeds meer mensen in de dienstensector werken.
  • Je kunt voorbeelden geven van diensten met en zonder een baliefunctie
  • Je kunt voorbeelden geven van dagelijkse en gespecialiseerde voorzieningen
  • Je kunt voorbeelden noemen van een commerciële en niet-commerciële diensten
  • Je kunt uitleggen wat de begrippen reikwijdte e verzorgingsgebied betekenen.

Slide 5 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Veel verschillen
De Nederlandse dienstensector 
(tertiaire sector)  is groot en heel verschillend.

 Grote sector door afname banen in andere sectoren.

  • Mechanisatie in de landbouw minder mensen die werken in de landbouw
  • Fabrieken die verplaatsen naar lage lonen landen.


Slide 6 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Waardoor groeit de diensten sector?
 De dienstensector groeit door:
  •  verandering van de bevolking meer ouderen = meer banen in de zorg
  • nieuwe diensten: websitebouwers, youtubers, ICT

Slide 7 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorzieningen

Slide 8 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Reikwijdte: De afstand die klanten bereid zijn om voor een dienst of een product af te leggen. 
Verzorgingsgebied: Het gebied waar de klanten van een bedrijf of een voorziening wonen. 

Slide 9 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De plaats van diensten
Dagelijkse voorzieningen met een baliefunctie:
  •  meer mensen = meer voorzieningen.
  • kleine reikwijdte
  • klein verzorgingsgebied
  • VB: school, supermarkt
  • Mensen willen niet ver reizen voor boodschappen

Slide 10 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

De plaats van diensten
Voor andere voorzieningen willen mensen  wel ver reizen.
  • Grotere reikwijdte
  • groter verzorgingsgebied
  • zijn vaak bij elkaar gevestigd
  • VB: schoenenwinkels, meubelzaken, Stadion, dierentuin

Slide 11 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Voorzieningen zonder baliefunctie
Geen baliefunctie, 
veel werknemers: goed bereikbare plekken.
  • langs snelwegen, bij stations
  • in een land met lagere lonen
  • VB: klantenservice

Slide 12 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Slide 13 - Vidéo

Cet élément n'a pas d'instructions

Begrippen
Baliefunctie:                              Kenmerk van een bedrijf waar klanten zelf naartoe moeten om gebruik te maken van de producten of 
                                                   diensten van dat bedrijf.
Dagelijkse voorziening:             Voorziening waarvan je de diensten of producten vrijwel dagelijks nodig hebt.
Gespecialiseerde voorziening:    Voorziening waarvan je de diensten of producten maar een enkele keer nodig hebt, of waarvan maar enkele mensen gebruikmaken.
Reikwijdte:                                  De afstand die klanten bereid zijn om voor een dienst of een product af te leggen.
Verzorgingsgebied:                      Het gebied waar de klanten van een bedrijf of een voorziening wonen.
Voorziening:                                Een bedrijf of instelling waar je naartoe gaat om een product of een dienst te halen, die je nodig hebt 
                                                     om prettig te kunnen leven.

Slide 14 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Succescriteria
Wat moet je kennen en kunnen?
  • Je kunt uitleggen waarom er steeds meer mensen in de dienstensector werken.
  • Je kunt voorbeelden geven van diensten met en zonder baliefunctie.
  • Je kunt voorbeelden geven van dagelijkse en gespecialiseerde voorzieningen.
  • Je kunt voorbeelden geven van commerciële diensten.
  • Je kunt uitleggen wat de begrippen reikwijdte en verzorgingsgebied betekenen.

Slide 15 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Aan de slag:
Wat?
§1.3 Opdrachten:  1 t/m 6
Hoe?
Eerste 10 minuten zelfstandig en in stilte.
Hierna mag je samenwerken en overleggen
Waar?
Learnbeat (via magister -> leermiddelen) 
Hulp?
- Theorie (                = bovenin links)
- Atlas 
- Docent 
Klaar?
 begrippen paragraaf 1.2 leren.
Niet af?
Huiswerk voor volgende les
Oefenen met de leerstof
timer
10:00

Slide 16 - Diapositive

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is geen voorziening?
A
Politiebureau
B
Openbaar vervoer
C
Kerk
D
Kantoorpand

Slide 17 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Welk antwoord hoort bij een voorziening zonder een baliefunctie
A
Ziekenhuis
B
Kapper
C
Verzekeringskantoor

Slide 18 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat zijn voorzieningen?
A
Activiteiten
B
Woningen
C
Iedereen maakt er gebruik van; school, het parkje, sportclub.
D
Straten

Slide 19 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie heeft er meer voorzieningen?
A
Stad
B
Dorp

Slide 20 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Een restaurant is een voorbeeld van een voorziening met baliefunctie.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 21 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Geef per voorziening aan of het een gespecialiseerde voorziening is of niet.  
Let op: er zijn evenveel gespecialiseerde als niet gespecialiseerde voorzieningen. (
wel een gespecialiseerde voorziening
geen gespecialiseerde voorziening
Bakker
pretpark
meubelwinkel (zoals ikea)
Supermarkt
basisschool
Ziekenhuis

Slide 22 - Question de remorquage

per fout 1p eraf.
Verzorgingsgebied
Reikwijdte

Slide 23 - Question de remorquage

Cet élément n'a pas d'instructions

De reikwijdte kan zijn
A
5 km
B
10.000 klanten
C
het kan beiden

Slide 24 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is 'reikwijdte'?
A
De afstand die klanten willen afleggen voor een bepaalde dienst.
B
De afstand die een dienst wilt afleggen om zichzelf aan te kunnen bieden.
C
Het verzorgingsgebied van een dienst.
D
Weet ik veel........

Slide 25 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is reikwijdte?
A
Afstand tot voorzieningen
B
Afstand die klanten willen afleggen voor de voorzieningen
C
Hoe ver weg de klanten wonen
D
Het gebied waar de voorziening verantwoordelijk voor is

Slide 26 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat heeft het grootste verzorgingsgebied
A
Hema
B
Ikea
C
Blokker
D
Zeeman

Slide 27 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

De reikwijdte van de ikea is
A
groter dan die van een bakker
B
kleiner dan die van een bakker
C
ongeveer gelijk aan die van een bakker

Slide 28 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wat is een verzorgingsgebied?
A
Gebied dat door één plaats wordt voorzien van goederen en diensten
B
Gebied waar verzorgingshuizen staan
C
Een winkelcentrum
D
Een woonwijk

Slide 29 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions

Wie heeft er een grotere reikwijdte?
A
Intertoys
B
Supermarkt
C
Sportschool
D
Academisch ziekenhuis

Slide 30 - Quiz

Cet élément n'a pas d'instructions