Qu'est-ce que LessonUp
Rechercher
Canaux
aiToolsTab
Beta
Connectez-vous
S'inscrire
‹
Revenir à la recherche
26-05 tot 30-05
¡Bienvenidos a la clase de Español!
Profesor Gómez
Miércoles, Mayo 28 de 2025
1 / 42
suivant
Slide 1:
Diapositive
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Cette leçon contient
42 diapositives
, avec
quiz interactifs
et
diapositives de texte
.
Commencer la leçon
Partager
Imprimer la leçon
Éléments de cette leçon
¡Bienvenidos a la clase de Español!
Profesor Gómez
Miércoles, Mayo 28 de 2025
Slide 1 - Diapositive
OBJETIVOS
DOELEN
1. Capítulo 4 Vamos al instituto:
Ik kan het werkwoord ir (gaan) correct vervoegen in het Spaans
Ik weet de dagen van de week in het Spaans
Slide 2 - Diapositive
Lesplan
Terugblijk: BRON D
Dagen van de week/schoolvakken
Huiswerk nakijken.
Online oefenen
Mayo 2025
Slide 3 - Diapositive
Capítulo 4: ¡VAMOS AL INSTITUTO!
Pak voor deze les:
1. Boeken
2. Schrift
Slide 4 - Diapositive
Bron D - Het werkwoord GAAN
Slide 5 - Diapositive
IR = gaan
> 'Ir' betekent '
gaan
'
> 'Ir' is een onregelmatig werkwoord.
> Leer deze dus uit je hoofd!
Slide 6 - Diapositive
Het voorzetsel 'a' / 'al'
Het betekent :
naar
(richting)
Ik ga naar huis.
Voy a la casa
.
Wij gaan naar school.
Vamos
al
colegio
.
a + el = al
Slide 7 - Diapositive
IR (A)
Voy
al
supermercado a + el = al
Voy
a la
estación de tren a + la = a la
Slide 8 - Diapositive
HUISWERK Nakijken
Extra opdracht -ELo
Ejercicio 9 - 16
Slide 9 - Diapositive
EXTRA OPDRACHT
Slide 10 - Diapositive
Slide 11 - Diapositive
maandag
dinsdag
woensdag
donderdag
vrijdag
zaterdag
zondag
lunes
martes
miércoles
jueves
viernes
sábado
domingo
Dagen van de week
Slide 12 - Diapositive
Asignaturas
Slide 13 - Diapositive
Las asignaturas: De vakken
Slide 14 - Diapositive
aprenderespanol.org
Slide 15 - Lien
b.socrative.com
Slide 16 - Lien
wordwall.net
Slide 17 - Lien
Structuur van de te schrijven
Pak je schrift en maak aantekeningen!
++
Slide 18 - Diapositive
Slide 19 - Diapositive
Bron C
Slide 20 - Diapositive
Extra opdracht
Ga naar Magister>ELO>Gedeelde documenten>1vwo Spaans> H4 Bron voc. 4.4
SCHRIJF JE ANTWOORDEN IN JE SCHRIFT OP!
timer
10:00
Slide 21 - Diapositive
BRON A
Slide 22 - Diapositive
Bron B
Slide 23 - Diapositive
Het werkwoord "Tener"
Tener = hebben Edad = Leeftijd
Yo
Tú
Él/ella/usted
Nosotros
Vosotros
Ellos/ellas/ustedes
Ten
g
o
Tienes
Tiene
Tenemos
Tenéis
Tienen
Uit je hoofd leren
Slide 24 - Diapositive
VIVIR - Wonen/leven
Yo viv
o
Ik leef
Tú viv
es
Jij leeft
Él/ella/usted viv
e
Hij/zij/U leeft
Nostros/as viv
imos
Wij leven
Vosotros/as vivís
Jullie leven
Ellos/ellas/ustedes viv
en
Zij leven
Slide 25 - Diapositive
Tener
Tener = hebben
Yo
Tú
Él/ella/usted
Nosotros
Vosotros
Ellos/ellas/ustedes
Tengo
Tienes
Tiene
Tenemos
Tenéis
Tienen
1. Yo (tener) _______ 14 años.
2. Ana (tener) ______ el pelo rubio.
3.Juan (tener) _______ muchos amigos.
4. Ana y Esther (tener) _________ dos perros
Slide 26 - Diapositive
Drag and drop TENER
timer
1:00
Maria y Juan _____
(tener) un perro
Cristina y yo______
(tener)
amigas en Argentina.
Tú________
(tener)
un perro muy bonito.
Yo _______ (
tener)
un apartamento en Madrid
Pedro y tú _____
(tener-vosotros)
familia en España.
tienen
tenemos
tienes
tengo
tenéis
Slide 27 - Question de remorquage
Lars y Sem _____
(tener)
un perro.
Ryan y yo______
(tener)
amigas en Argentina.
Tú________
(tener)
un perro muy bonito.
Yo _______ (
tener)
un apartamento en Madrid
Tess y tú _____
(tener)
familia en España.
tienen
tenemos
tienes
tengo
tenéis
Slide 28 - Question de remorquage
_______
(tener-yo)
clases de español con Lisa.
Sam___________
(tener)
clases de español hoy.
Emely y Luke _______________
(tener)
tres horas de clase.
Vosotros ___________
(tener)
clases tres veces a la semana.
No, nosotros _____
(tener)
clases español los lunes.
Tú...................................
(tener)
mis libros, en tu bolso.
tengo
tiene
tienen
tenéis
tenemos
tienes
Slide 29 - Question de remorquage
BRON J :
Het bijvoeglijk naamwoord
Slide 30 - Diapositive
Los adjetivos
Wat is een bijvoeglijk naamwoord?
Een bijvoeglijk naamwoord zegt iets over een zelfstandig naamwoord.
De
rode
auto.
Slide 31 - Diapositive
Het
rode
shirt .
La camiseta
roja
Slide 32 - Diapositive
Slide 33 - Diapositive
Welk bijvoeglijk naamwoord past het beste bij de zin?
Mi hermana está (verliefd) de Enrique Iglesias.
Mi abuela tiene un coche (witte).
Ana c
ompra unos zapatos (blauw)
Los abuelos de Pablo son (aardig).
El primo de Alicia es (knap).
Tenemos una terraza muy (groot).
simpáticos
blanco
grande
enamorada
guapo
azules
Slide 34 - Question de remorquage
Verwijder de foute bijvoeglijke naamwoorden.
Plak blokjes op de foute opties
La camiseta es bonito bonita
Tengo la talla pequeño pequeña
No tenemos tallas grande grandes
Tengo dos faldas blanco blancas
Es un vestido negro negra
Slide 35 - Question de remorquage
Álbum de mi familia
Slide 36 - Diapositive
tante
vader
oom
zus
neef
grootouders
zoon
moeder
abuelos
hijo
tía
primo
padre
hermana
tío
madre
Slide 37 - Question de remorquage
La Familia
Slide 38 - Diapositive
Ik ben klaar voor de toets!
😒
🙁
😐
🙂
😃
Slide 39 - Sondage
Ik weet wat ik moet doen voor de opdracht "Álbum de mi familia".
1 (NO)
2
3
4
5
6
7
8
9
10 (SÍ, POR SUPUESTO)
Slide 40 - Sondage
¡Hasta la próxima clase!
Slide 41 - Diapositive
quizlet.com
Slide 42 - Lien
Plus de leçons comme celle-ci
19-05 tot 23-05
27 days ago
- Leçon avec
37 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
19-05 tot 23-05
25 days ago
- Leçon avec
38 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
na de meivakantie
May 2025
- Leçon avec
24 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
Week 26
March 2025
- Leçon avec
21 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 3
UNIDAD 1 Mi familia y yo - parte 2.5
February 2022
- Leçon avec
17 diapositives
Spaans
MBO
Studiejaar 1
familia tener
January 2025
- Leçon avec
18 diapositives
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1
Herhaling SER, ESTAR, HAY, TENER, IR
August 2024
- Leçon avec
23 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
les mavo
February 2025
- Leçon avec
19 diapositives
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 1