NN7 - Grammatica §9 - ZD Congruentie - 3H

Congruentie
NN7 - Grammatica § 9 - 3H
1 / 19
suivant
Slide 1: Diapositive
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

Cette leçon contient 19 diapositives, avec quiz interactifs et diapositives de texte.

time-iconLa durée de la leçon est: 25 min

Éléments de cette leçon

Congruentie
NN7 - Grammatica § 9 - 3H

Slide 1 - Diapositive

Slide 2 - Diapositive

Leerdoelen voor deze paragraaf

  • Je leert congruentie herkennen.

Slide 3 - Diapositive

In zinnen komt de persoonsvorm in persoon en getal overeen met het onderwerp.
Dat heet congruentie. Bij een enkelvoudig onderwerp hoort een enkelvoudige persoonsvorm en bij een meervoudig onderwerp een meervoudige persoonsvorm

Eugene eet(getal)  een appel
De docenten eten(getal) een appel  

Slide 4 - Diapositive

  • Bij woordgroepen met een enkelvoudige kern en een meervoudige nabepaling richt de persoonsvorm zich naar de kern:

    – Het merendeel (kern: enkelvoud) van de docenten (nabepaling: meervoud) controleert regelmatig het huiswerk.

Slide 5 - Diapositive

  • Als het onderwerp een verzamelnaam is voor personen, dieren en dingen, is de persoonsvorm enkelvoudig:

    – De overheid waarschuwt je tijdens noodsituaties via NL-Alert.

Slide 6 - Diapositive

  • In de constructie een van de + meervoudig woord + die volgt in de bijvoeglijke bijzin een meervoudige persoonsvorm: een van de … die; op de puntjes vul je een meervoudig woord in:

     – Een van de patiënten, die naar een ander ziekenhuis verhuisden, was mijn moeder.

Slide 7 - Diapositive

  • Bij meervoudige titels van boeken, films enzovoort volgt een enkelvoudige persoonsvorm:

     – Sprookjes van Moeder de Gans is een verzameling volksverhalen van de Franse schrijver Charles Perrault.

Slide 8 - Diapositive

  • Na een rekeneenheid, zoals meter, liter, dozijn, procent, kilo, euro, volgt een enkelvoudige persoonsvorm:

    Tien euro per maand is niet duur voor een krantenabonnement.

Slide 9 - Diapositive

Tien procent van de wereldbevolking
.......... ouder dan 65 jaar.
A
is
B
zijn

Slide 10 - Quiz

De film Oorlogsgeheimen ........
grotendeels opgenomen in België en Luxemburg.
A
werd
B
werden

Slide 11 - Quiz

105 kilometer per uur ........​
de topsnelheid van een cheeta.
A
is
B
zijn

Slide 12 - Quiz

Door Egypte ........ een van de langste rivieren ter wereld
A
stroomt
B
stromen

Slide 13 - Quiz

De afspeellijst Liedjes uit grootmoeders tijd ......... uit de vijftig mooiste kinderliedjes van vroeger.
A
bestaat
B
bestaan

Slide 14 - Quiz

Toen de politie hard op de ramen .........
(bonken), werd Javier meteen klaarwakker.

Slide 15 - Question ouverte

Vier kilo appels ...... (wegen) net zo veel als acht pond sinaasappels.

Slide 16 - Question ouverte

Een groot deel van de feestvierders ....... (vinden - VT) ten onrechte klappen te hebben gekregen van de ME.

Slide 17 - Question ouverte

De abonnees van KPN ...... (worden) een nieuw modem gestuurd.

Slide 18 - Question ouverte

§ 9 ZD Congruentie
Cursus 5 Grammatica. opdracht 1,2,3,4,5 en 6 

Slide 19 - Diapositive